Uitspraak
1. Het hoger beroep
2. Onderzoek van de zaak
3. Het vonnis waarvan beroep
4. Ontvankelijkheid van het hoger beroep
5. De tenlastelegging
6. De voorvragen
7. De bewijsoverwegingen inzake parketnummer 08/950037-15
8. De bewijsoverwegingen inzake parketnummer 08/993125-16
9. De bewezenverklaring
10. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
11. De strafbaarheid van de verdachte
12. De op te leggen straf of maatregel
13. De toegepaste wettelijke voorschriften
14. De beslissing
1.Het hoger beroep
2.Onderzoek van de zaak
3.Het vonnis waarvan beroep
4.Ontvankelijkheid van het hoger beroep
5.De tenlastelegging
6.De voorvragen
, in alle ten laste gelegde varianten, wordt verdachte verweten dat hij betrokken is geweest bij het valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie door ‘een groot aantal’ valse facturen in die administratie op te nemen ‘waaronder onder meer’, waarna met behulp van gedachtestreepjes een gedetailleerde opsomming van specifieke facturen volgt. De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende duidelijk is op welke andere facturen dan die in de opsomming staan, wordt gedoeld. Verdachte is daardoor niet in staat om zich tegen dat onderdeel van de tenlastelegging te verdedigen. Het onderdeel van de tenlastelegging ‘een groot aantal….waaronder onder meer’ onder feit 1(…)
, in alle ten laste gelegde varianten, is dan ook telkens onvoldoende duidelijk en begrijpelijk. De rechtbank verklaart de dagvaarding in zoverre partieel nietig.
Van de buitenlandse bankrekening werd een extra (schaduw)administratie bijgehouden die als ‘black box’ functioneerde. [29] Beheerder van beide betalingsplatforms was [verdachte 6] . [30]
2 primair, 4 primair en 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard overeenkomstig de bewezenverklaring in het vonnis van de rechtbank. Verdachte had een sturende rol bij diverse goederenstromen in de btw-carrousel en mede daaruit volgt de wetenschap en het opzet van verdachte. Verdachte had niet alleen contacten met [naam persoon] en [verdachte 5] maar ook met [verdachte 1] . Verdachte heeft toegegeven dat achteraf gezien sprake was van btw-carrouselfraude. Gelet op de belangen in een btw-carrousel, is het onmogelijk dat een keten in die carrousel in handen is van een willekeurige derde. Om te kunnen profiteren van een prijsval, is controle over de goederenstroom essentieel. De voorafgaand aan de terechtzitting in hoger beroep verstrekte stukken van de raadsman doen aan een en ander niet af. In een carrousel worden ‘schone’ bedrijven gebruikt die na ontdekking door de Belastingdienst worden opgevolgd door weer andere bedrijven. Ploffers volgen elkaar in rap tempo op en buffers in een wat minder hoog tempo.
[adres] te [naam plaats] , met ingang van 28 december 2010;
[adres] te [naam plaats] , met ingang van 1 maart 2011;
[adres] te [naam plaats] , met ingang van 4 juli 2012 (datum overname door [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ));
[naam bedrijf] van 19 januari 2010 tot 28 december 2010;
[naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ) van 28 december 2010 tot 15 februari 2011;
[naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ), [adres] te [naam plaats] , van 15 februari 2011 tot 19 december 2011;
[naam bedrijf] met ingang van 4 juli 2012.
Medeverdachte [verdachte 5] door [verdachte 5] van [naam bedrijf] van 19 januari 2010 tot en met 28 december 2010 [35] ;
[naam persoon] (hierna: [naam persoon] ) door [verdachte 5] van [naam bedrijf] van 28 december 2010 tot 15 februari 2011;
Medeverdachte [naam persoon] door [verdachte 5] van [naam bedrijf] van 15 februari 2011 tot 19 december 2011 [36] ;
Medeverdachte [verdachte 1] door [verdachte 5] van [naam bedrijf] van 19 december 2011 tot 4 juli 2012 [37] ;
[naam bedrijf] , vanaf 4 juli 2012 en op dezelfde datum uit functie getreden;
bedrijven kreeg aangeleverd via [verdachte 1] of dat deze bedrijven zich spontaan meldden via de mail. [naam persoon] was voor de overname op papier de directeur, maar feitelijk was [verdachte 1] bepalend. [56] [verdachte 5] viel na de overname door [verdachte 1] onder zijn verantwoordelijkheid. [verdachte 5] mocht vrij onderhandelen met bedrijven aan de inkoopkant en de verkoopkant, maar hij moest hierover wel overleggen met [verdachte 1] . [57] [verdachte 1] kwam onder andere met het bedrijf [naam bedrijf] en zei dat met dat bedrijf zaken moesten worden gedaan. [verdachte 5] heeft toen de heer [naam persoon] van [naam bedrijf] ontmoet en [verdachte 1] was daarbij. [58] Vervolgens kwamen er meer bedrijven die zich uit zichzelf aanmeldden, dan wel via [verdachte 1] . Als [verdachte 5] het dan kon regelen, gingen de transacties door. Als zich een nieuw bedrijf aanmeldde, overlegde [verdachte 5] met [verdachte 1] . Als [verdachte 1] vervolgens zei dat zaken zouden worden gedaan, zoals bijvoorbeeld met [naam bedrijf] , dan gebeurde dat. [59]
op 23 januari 2020 heeft verdachte verklaard dat het klopt dat [naam persoon] in verband met de aangiften omzetbelasting van [naam bedrijf] naar [naam plaats] toekwam en dat voor die aangiften de goedkeuring van verdachte nodig was. De afhandeling werd dan verder door [naam bedrijf] gedaan. Verdachte bekeek de concept-aangiften. Als hij vragen had dan stelde hij die, maar hij gaf het akkoord. [88]
rondgaande goederenstromen ( [naam bedrijf] en/of [naam bedrijf] werden in een relatief kort tijdsbestek meermalen eigenaar van dezelfde goederen);
de (tussenliggende) ploffer- en bufferbedrijven hadden geen economisch toegevoegde waarde;
binnen de ketens van samenwerkende ondernemingen was telkens een prijsval te zien;
er was sprake van onzakelijke verkoopprijzen, boven de minimumconsumentenprijs.
wilde verstrekken aan [verdachte 2] [103] . Medeverdachte [naam persoon] heeft onder meer verklaard dat hij zich op initiatief van [verdachte 3] voor veel van genoemde bedrijven als bestuurder heeft laten aanstellen, vaak via een stichting. [104]
, zou gaan handelenof had gehandeld
. [105]
worden de ten laste gelegde goederenstromen en facturen nader uitgewerkt.
). In dat e-mailbericht stond dat de goederen konden worden gereleased zodra daar toestemming voor werd gegeven. Op 5 januari 2012 werd per e-mail toestemming gegeven voor de vrijgave aan [naam bedrijf] . [114]
op 27 december 2011 ging een deel van de partij, 500 stuks PS3, via [naam bedrijf] naar Tsjechië, op naam van [naam bedrijf] (dossier [nummer] );
op 28 december 2011 ging een deel van de partij, 1299 stuks PS3, via [naam bedrijf] naar Polen, op naam van [naam bedrijf] (dossier [nummer] );
en op 28 december 2011 gingen 501 stuks PS3 via [naam bedrijf] naar [naam bedrijf] te Polen (dossier [nummer] ).
tot en met 31 december 2013, heeft verklaard dat hij zich bezighield met het aannemen van boekingen, releases en instructies voor de loods bij splitsing van partijen. [118] Zowel [naam persoon] als [naam getuige] hadden telefonisch en per e-mail contact met de klanten; [naam persoon] ook via Skype. [naam persoon] deed de facturatie en betalingen.
en besprak dan het een en ander met [verdachte 5] en [verdachte 1] . [127]
ook verklaard dat hij [verdachte 5] al heel lang kende. [128]
contact onderhield met het skype-account ‘ [naam skypeaccount] ’, waarvan uit het dossier blijkt dat [verdachte 1] de gebruiker is geweest van dit skype-account [129] . Zo skypet verdachteonder meer:
‘jullie werken samen en altijd als er wat is ben ik degene die verlies is het raar dat ik bij je klaag dan?’ [130]
.
voor logistiek dienstverlener [naam bedrijf] het aanspreekpunt en coördineerde de goederen- en facturenstromen. [138] [verdachte 5] had ook met [naam persoon] van [naam bedrijf] skypecontact over leveringen van partijen vanuit het buitenland aan Nederlandse bedrijven die fungeerden als ploffers. [verdachte 5] werd door [naam persoon] ook aangesproken op het uitblijven van betalingen van leveranciers van [naam bedrijf] . [139] [verdachte 5] werd bij zijn werkzaamheden
aangestuurd door en volgde de instructies op van medeverdachte [verdachte 1] .Tevens had [verdachte 5] na de overname van [naam bedrijf] door [naam bedrijf] ook betrokkenheid bij [naam bedrijf] .
Na de overname(…)
was [verdachte 5] verantwoording verschuldigd aan [verdachte] . [verdachte 5] onderhield daarnaast contacten met diverse medeverdachten, alsmede met buitenlandse ondernemingen die ook betrokken waren bij de carrouselfraude. [verdachte 5] had zicht op de goederenstromen en de daarbij behorende prijsval, zoals ook blijkt uit het door hem opgestelde Excel-bestand.
wetenschap had van de btw-carrouselfraude heeft hij, na diverse gesprekken met [verdachte 1] en [verdachte 5] , een weloverwogen keuze gemaakt om [naam bedrijf] over te nemen op 4 juli 2012.
blijkt dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de criminele organisatie. De rechtbank acht zodoende bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr.
weergegeven bewijsmiddelen moet worden verworpen.Uit hetgeen hiervoor is overwogen,met name onder 7.4.4.1 ten aanzien van contacten met [naam bedrijf] en onder 7.4.4.3 met betrekking tot het winstaandeel van [verdachte] , waaruit volgt dat verdachte voorafgaand aan de overname van [naam bedrijf] al betrokken was bij btw-carousselfraude, en uit hetgeen hierna nog aan de orde zal komen
, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte(…)
wetenschap had van het feit dat btw-carrouselfraude werd gepleegd met goederen- en facturenstromen waarbij [naam bedrijf] en/of [naam bedrijf] betrokken waren en dat zijn opzet hierop gericht was.
eveneens gedateerd 17 december 2012, staat vermeld dat [naam bedrijf] 390 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] heeft verkocht voor € 226.063,70 (inclusief btw). [168]
390 stuks Apple model MD370FD/A;
105 stuks Apple model MD367FD/A.
395 stuks Apple model MD370FD/A;
100 stuks Apple model MD367FD/A.
[naam bedrijf] heeft op 7 december 2012 een partij van 495 stuks Apple iPad 3 32GB 4G gefactureerd aan [naam bedrijf] voor € 256.410,-- exclusief btw, dus€ 518,-- per stuk; [175]
[naam bedrijf] heeft eveneens op 7 december 2012 een partij van 495 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] gefactureerd voor € 266.409,-- exclusief btw, dus € 538,20 per stuk; [176]
[naam bedrijf] heeft eveneens op 7 december 2012 een partij van 495 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] gefactureerd voor (omgerekend van Engelse pond naar euro)€ 270.512,50. [177] Blijkens de verkoopfactuur zijn de 495 iPads verkocht voor
[naam bedrijf] heeft ook op 7 december 2012 een partij van in totaal 495 stuks Apple iPads gefactureerd aan [naam bedrijf] voor € 278.511,75 (inclusief btw), dat wil zeggen€ 465,-- per stuk. [179] De iPads zijn verkocht voor een prijs die 85,09% van de verkoopprijs van [naam bedrijf] aan [naam bedrijf] bedraagt, waarmee blijkt van een onzakelijke prijsval;
[naam bedrijf] heeft op 7 december 2012 een partij van 105 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] gefactureerd voor € 59.669,03 (inclusief btw), dat wil zeggen € 469,65 per stuk. [180] Op diezelfde dag heeft [naam bedrijf] 390 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] gefactureerd, voor€ 221.627,84 (inclusief btw), dat wil zeggen ook voor € 469,65 per stuk. [181]
390 stuks Apple model MD370FD/A en 105 stuks Apple model MD367FD/A;
395 stuks Apple model MD370FD/A en 100 stuks Apple model MD367FD/A.
[verdachte] , en dus ook voor [naam bedrijf] , duidelijk dat [naam bedrijf] betrokken was in een btw-carrousel.(…) In
december 2011 heeft [naam bedrijf] , op basis van de onjuisteen valselijk opgemaakte
facturen (het betrof immers schijnhandel) aangiften omzetbelasting gedaan.Een aantal
facturenis
hiervoor onder7.4.5
uitgewerkt. De btw, vermeld op dergelijke onjuiste facturen, is volgens artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting weliswaar verschuldigd, maar er bestaat geen recht op aftrek van voorbelasting voor de ondernemer die dergelijke facturen opneemt in zijn administratie. Wanneer een ondernemer op basis van dergelijke facturen toch btw in aftrek brengt, is sprake van een onjuiste aangifte omzetbelasting. [190] De rechtbank concludeert zodoende dat de aangiften van [naam bedrijf] in de periode van december 2011 tot en met december 2013 onjuist zijn ingediend.
tot en met 2013 zijn door [naam persoon] digitaal ingediend, in samenspraak met [naam persoon] , beiden medewerkers van [naam bedrijf] dat de administratie deed voor [naam bedrijf] . [192]
. De btw, vermeld op dergelijke onjuiste facturen, is volgens artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting weliswaar verschuldigd, maar er bestaat geen recht op aftrek van voorbelasting voor de ondernemer die dergelijke facturen opneemt in zijn administratie. Wanneer een ondernemer op basis van dergelijke facturen toch btw in aftrek brengt, is sprake van een onjuiste aangifte omzetbelasting. [200] De rechtbank concludeert zodoende dat de aangiften van [naam bedrijf] vanaf het eerste kwartaal van 2011 tot en met het tweede kwartaal van 2013 onjuist zijn ingediend.
weergegeven juridisch kader.
de werkzaamheden van de onderneming zo heeft georganiseerd dat hij ermee rekening heeft gehouden dat de aan [naam persoon] en [naam persoon] gegeven opdrachten niet konden worden uitgevoerd zonder dat dit gepaard ging met het begaan van voornoemde strafbare feiten.
feitelijke leiding heeft gegeven aan de onder 4 primair - ten aanzien van de aangiften omzetbelasting over het derde kwartaal 2012 tot en met het tweede kwartaal van 2013 - ten laste gelegde gedragingen van [naam bedrijf] .
8.De bewijsoverwegingen inzake parketnummer 08/993125-16
zij in deze zaak onderdeel waren van de criminele organisatie en/of de btw-carrousel.
van 23 januari 2020en in hoger beroep
verklaard dat de gelden op zijn Zwitserse bankrekening afkomstig zijn van [naam bedrijf] en betrekking hebben op de verkoop van een database, op basis van afspraken met [naam persoon] .
heeft [naam persoon] verklaard dat hij van verdachte geen databank met contactpersonen heeft gekocht. [215] Ook [naam persoon] , directeur van [naam bedrijf] ten tijde van voornoemde overboekingen, [216] heeft verklaard dat zij verdachte niet kent en niets weet over deze betalingen. [217] Daarnaast duidden de betalingsomschrijvingen (‘commissions’, ‘initial payment’ en ‘commision invoice’) – die bovendien in slechts twee van de vijf gevallen van [naam bedrijf] afkomstig zijn – niet op de verkoop van een database.
9.De bewezenverklaring
vervolgens vanaf deze bankrekening privébestedingen te doen en een geldbedrag, groot EURO 100.000,-- over te boeken naar een bankrekening welke door de Panamese rechtspersoon [naam bedrijf] bij de [naam bank] in Monaco werd aangehouden.
10.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
11.De strafbaarheid van verdachte
12.De op te leggen straf of maatregel
- een personenauto, merk Audi, model A7, kenteken [kenteken] ;
- een personenauto, merk Porsche, model Cayenne, kenteken [kenteken] ;
- het tegoed op de bankrekening in Zwitserland, te weten [naam bank] rekeningnummer [rekeningnummer] , van € 7.497,64.
13.De toegepaste wettelijke voorschriften
14.De beslissing
- de aangifte omzetbelasting over de maand maart 2011 (eerste gedachtestreepje);
- de aangifte omzetbelasting over de maand september 2011 (tweede gedachtestreepje);
- alle overige aangiften omzetbelasting over de periode van 1 januari 2011 tot december 2011;
- de aangifte omzetbelasting over het tweede kwartaal 2011 (eerste gedachtestreepje);
- de aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal 2011 (tweede gedachtestreepje);
- de aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal 2012 (derde gedachtestreepje)
- alle overige aangiften omzetbelasting over de periode van 1 januari 2011 tot 4 juli 2012.
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
- een geldbedrag van € 65.505,-, zijnde de verkoopopbrengst van:
- het tegoed op de bankrekening in Zwitserland, te weten [naam bank] rekeningnummer [rekeningnummer] , van € 7.497,64.