Uitspraak
1. Het hoger beroep
2. Onderzoek van de zaak
3. Het vonnis waarvan beroep
4. Ontvankelijkheid van het hoger beroep
5. De tenlastelegging
6. De voorvragen
7. De bewijsoverwegingen
8. De bewezenverklaring
9. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
10. De strafbaarheid van de verdachte
11. De op te leggen straf of maatregel
12. De toegepaste wettelijke voorschriften
13. De beslissing
1.Het hoger beroep
2.Onderzoek van de zaak
3.Het vonnis waarvan beroep
4.Ontvankelijkheid van het hoger beroep
5.De tenlastelegging
6.De voorvragen
2 subsidiair, 3 primair, 4 primair en 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard overeenkomstig de bewezenverklaring in het vonnis van de rechtbank. Voor wat betreft de intellectuele valsheid van de facturen hebben de advocaten-generaal verwezen naar de bewijsmiddelen in het vonnis, waaruit blijkt dat sprake is van schijnhandel. De rol van verdachte binnen [naam bedrijf] was meer dan het enkel opvolgen van instructies van [verdachte 1] , ook gezien zijn formele functie van sales director binnen het bedrijf. De advocaten-generaal zijn van oordeel dat verdachte als feitelijke leidinggever binnen [naam bedrijf] dient te worden aangemerkt. Zij hebben hierbij ook gewezen op de verklaring van [verdachte 2] bij de raadsheer-commissaris, waarbij [verdachte 2] heeft verklaard dat verdachte instructies gaf over [naam bedrijf] en [naam bedrijf] met betrekking tot de wijze waarop gefactureerd moest worden.
[straatnaam] te [naam plaats] , met ingang van 28 december 2010;
[straatnaam] te [naam plaats] , met ingang van 1 maart 2011;
[straatnaam] te [naam plaats] , met ingang van 4 juli 2012 (datum overname door [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ));
[naam bedrijf] van 19 januari 2010 tot 28 december 2010;
[naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ) van28 december 2010 tot 15 februari 2011;
[naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ), [straatnaam] te [naam plaats] , van15 februari 2011 tot 19 december 2011;
[naam bedrijf] met ingang van 4 juli 2012.
[naam persoon] (hierna: [naam persoon] ) door middel van [naam bedrijf] van 28 december 2010 tot 15 februari 2011;
Medeverdachte [naam persoon] door middel van [naam bedrijf] van 15 februari 2011 tot 19 december 2011 [36] ;
Medeverdachte [verdachte 1] door middel van [naam bedrijf] van 19 december 2011 tot 4 juli 2012 [37] ;
[naam bedrijf] , vanaf 4 juli 2012 en op dezelfde datum uit functie getreden;
zich bezig met de in- en verkopen van [naam bedrijf] . [verdachte 1] deed alle betalingen van de bedrijven waaronder die van [naam bedrijf] . [53] [verdachte 5] deed eerst geen betalingen van [naam bedrijf] . Bij [naam bedrijf] werd alles meteen verkocht. [naam persoon] zag in de boekhouding regelmatig dat de verkoop al was gerealiseerd nog voordat de inkoop was gedaan. Op een gegeven moment was dat binnen [naam bedrijf] gebruikelijk.[verdachte 1] gaf opdracht voor het doen van de aangiften omzetbelasting. [54]
bedrijven kreeg aangeleverd via [verdachte 1] of dat deze bedrijven zich spontaan meldden via de mail. [naam persoon] was op papier de directeur, maar feitelijk was [verdachte 1] bepalend. [55] Verdachte viel na de overname door [verdachte 1] onder zijn verantwoordelijkheid. Verdachte mocht vrij onderhandelen met bedrijven aan de inkoopkant en de verkoopkant, maar hij moest hierover wel overleggen met [verdachte 1] . [56] [verdachte 1] kwam onder andere met het bedrijf [naam bedrijf] en zei dat met dat bedrijf zaken moesten worden gedaan. Verdachte heeft toen de heer [naam persoon] van [naam bedrijf] ontmoet en [verdachte 1] was daarbij. [57] Vervolgens kwamen er meer bedrijven die zich uit zichzelf aanmeldden, dan wel via [verdachte 1] . Als verdachte het dan kon regelen, gingen de transacties door. Als zich een nieuw bedrijf aanmeldde, overlegde verdachte met [verdachte 1] . Als [verdachte 1] vervolgens zei dat zaken zouden worden gedaan, zoals bijvoorbeeld met [naam bedrijf] , dan gebeurde dat. [58]
heeft verdachte nog aanvullend verklaard dat hij weliswaar contact heeft gehad met buitenlandse leveranciers, maar dat dat alleen was om de aanbiedingen en prijzen van die leveranciers te vergelijken. Die informatie gaf hij door aan [verdachte 1] . Bij de handel met [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ) en [naam bedrijf] had verdachte wel enige vermoedens dat het niet helemaal goed zat, zo heeft hij ter terechtzittingin eerste aanleg
verklaard. [59] Soms had hij ook wel vraagtekens bij een klant, zoals bij de heer [naam persoon] van [naam bedrijf] . [60]
rondgaande goederenstromen ( [naam bedrijf] en/of [naam bedrijf] werden in een relatief kort tijdsbestek meermalen eigenaar van dezelfde goederen);
de (tussenliggende) ploffer- en bufferbedrijven hadden geen economisch toegevoegde waarde;
binnen de ketens van samenwerkende ondernemingen was telkens een prijsval te zien;
er was sprake van onzakelijke verkoopprijzen, boven de minimumconsumentenprijs.
wilde verstrekken aan [verdachte 2] [99] . Medeverdachte [naam persoon] heeft onder meer verklaard dat hij zich op initiatief van [verdachte 3] voor veel van genoemde bedrijven als bestuurder heeft laten aanstellen, vaak via een stichting. [100]
dat een ander met de vennootschap, waar zij bestuurder van werdenof waren
, zou gaan handelenof had gehandeld
. [101]
worden de ten laste gelegde goederenstromen en facturen nader uitgewerkt.
tot en met 31 december 2013, heeft verklaard dat hij zich bezighield met het aannemen van boekingen, releases en instructies voor de loods bij splitsing van partijen. [112] Zowel [naam persoon] als [naam getuige] hadden telefonisch en per e-mail contact met de klanten; [naam persoon] ook via Skype. [naam persoon] deed de facturatie en betalingen.
aangetroffen met de volgende ‘documenteigenschappen’ [136] :
Verdachte zag weliswaar de prijsverschillen en het prijsverval en hij besprak dit ook met [verdachte 1] , maar de verschillen werden ‘weggemoffeld’, aldus verdachte. [145]
. Om dat doel te bewerkstelligen werden binnen het samenwerkingsverband herhaaldelijk diverse misdrijven gepleegd. Zo werden facturen valselijk opgemaakt in verband met de schijntransacties, welke facturen in bedrijfsadministraties werden opgenomen. Aangiften omzetbelasting werden niet of onjuist gedaan en de ploffers en buffers voldeden niet aan de fiscale administratieverplichtingen. Door geen dan wel een valse administratie te voeren en gebruik te maken van katvangers, konden de ondernemingen na faillissement vervolgens niet voldoen aan de inlichtingen- en administratieplichten zodat er sprake was van bedrieglijke bankbreuk,als bedoeld in artikel 341 onder a sub 4 Wetboek van Strafrecht (oud)
.
Tevens blijkt uit hetgeen hierna volgt wat zijn rol en betrokkenheid bij [naam bedrijf] inhield. [verdachte 5] onderhield daarnaast contacten met diverse medeverdachten, alsmede met buitenlandse ondernemingen die ook betrokken waren bij de carrouselfraude. [verdachte 5] had zicht op de goederenstromen en de daarbij behorende prijsval, zoals ook blijkt uit het door hem opgestelde Excel-bestand.
[naam bedrijf] 599 Sony PS3 160GB heeft gefactureerd aan [naam bedrijf] voor € 136.572,-- (zonder btw); € 228,-- per stuk; [174]
[naam bedrijf] 599 stuks Sony PS3 160GB heeft gefactureerd aan [naam bedrijf] voor€ 138.968,-- (zonder btw), dus € 232,-- per stuk; [175]
[naam bedrijf] op 5 april 2011 599 stuks Sony PS3 160GB aan [naam bedrijf] heeft gefactureerd voor € 144.344,03 inclusief btw, dus € 202,50 per stuk [176] .
[naam bedrijf] op 4 oktober 2011 498 stuks Sony PS3 320GB heeft gefactureerd aan [naam bedrijf] ( [naam bedrijf] ) voor € 104.580,-- exclusief btw, dus voor€ 210,-- per stuk, zijnde de prijs die [verdachte 5] noemt in het skypegesprek met [naam persoon] van [naam bedrijf] ; [185]
- de factuur van [naam bedrijf] aan [naam bedrijf] niet is aangetroffen;
[naam bedrijf] heeft in het skypegesprek de prijs op € 215,-- per stuk bepaald, zodat de prijs voor 2.567 stuks € 551.905,-- exclusief btw (2.567 x € 215,--) moet zijn geweest. Uit skypegesprekken tussen de medewerkers van het betalingsplatform [naam bedrijf] bleek ook dat [naam bedrijf] via [naam bedrijf] in totaal € 551.905,-- (€ 114.625,-- en € 437.280,--) aan [naam bedrijf] heeft betaald; [202]
- er is geen verkoopfactuur van [naam bedrijf] aan [naam bedrijf] aangetroffen;
- er is geen verkoopfactuur van [naam bedrijf] aan [naam bedrijf] aangetroffen. Uit mutaties op de [naam bank] -rekening [rekeningnummer] op naam van [naam bedrijf] blijkt echter dat, direct na betaling door [naam bedrijf] , vanuit [naam bedrijf] twee betalingen op een buitenlandse bankrekening zijn gedaan met als omschrijving ‘ [naam bedrijf] ’, te weten op 25 november 2011 een bedrag van € 115.000,-- en op 30 november 2011 een bedrag van € 453.179,78. [203] Hieruit valt af te leiden dat [naam bedrijf] de goederen aan [naam bedrijf] heeft gefactureerd voor € 186,-- per stuk ((€ 568.179,78 /119 x100) /2.567 = 186,--), dat wil zeggen 86,52% van de verkoopprijs van [naam bedrijf] (€ 215,--). Er heeft dus een onzakelijke prijsval plaatsgevonden.
er is geen factuur van [naam bedrijf] aan [naam bedrijf] aangetroffen, Uit de bankgegevens van [naam bedrijf] blijkt dat [naam bedrijf] op 21 februari 2012
[naam bedrijf] heeft op 15 februari 2012 325 stuks Apple iPhone aan [naam bedrijf] gefactureerd voor een bedrag van € 180.612,25 inclusief btw, dus € 467,-- per stuk. [218] De verkoopprijs bedraagt dan slechts 86,48% van de verkoopprijs van [naam bedrijf] van€ 540,--. [219] Daarmee is sprake van een onzakelijke prijsval;
[naam bedrijf] heeft op 15 februari 2012 325 stuks Apple iPhone 4S gefactureerd aan [naam bedrijf] voor een bedrag van € 182.546,-- (inclusief € 29.146,-- btw) [220] , dat wil zeggen€ 472,-- per stuk.
verkoopprijzen van die buitenlandse leveranciers, maar vervolgens niet rechtstreeks heeft afgenomen van die leveranciers, maar er eerst een keten van ploffer en buffers tussen werd geschoven.
. De btw, vermeld op dergelijke onjuiste facturen, is volgens artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting weliswaar verschuldigd, maar er bestaat geen recht op aftrek van voorbelasting voor de ondernemer die dergelijke facturen opneemt in zijn administratie. Wanneer een ondernemer op basis van dergelijke facturen toch btw in aftrek brengt, is sprake van een onjuiste aangifte omzetbelasting. [235] De rechtbank concludeert zodoende dat de aangiften van [naam bedrijf] over het eerste kwartaal 2011 tot en met het tweede kwartaal van 2013 onjuist zijn ingediend.
ten laste gelegd dat hij betrokken is geweest bij het valselijk opmaken van de administratie van [naam bedrijf] door in die administratieeen
valsefactuur
op te nemen.
eveneens gedateerd 17 december 2012, staat vermeld dat [naam bedrijf] 390 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] heeft verkocht voor € 226.063,70 (inclusief btw). [238]
390 stuks Apple model MD370FD/A;
105 stuks Apple model MD367FD/A.
395 stuks Apple model MD370FD/A;
100 stuks Apple model MD367FD/A.
[naam bedrijf] heeft op 7 december 2012 een partij van 495 stuks Apple iPad 3 32GB 4G gefactureerd aan [naam bedrijf] voor € 256.410,-- exclusief btw, dus€ 518,-- per stuk; [245]
[naam bedrijf] heeft eveneens op 7 december 2012 een partij van 495 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] gefactureerd voor € 266.409,-- exclusief btw, dus € 538,20 per stuk; [246]
[naam bedrijf] heeft eveneens op 7 december 2012 een partij van 495 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] gefactureerd voor (omgerekend van Engelse pond naar euro)€ 270.512,50. [247] Blijkens de verkoopfactuur zijn de 495 iPads verkocht voor
[naam bedrijf] heeft ook op 7 december 2012 een partij van in totaal 495 stuks Apple iPad gefactureerd aan [naam bedrijf] voor € 278.511,75 (inclusief btw), dat wil zeggen€ 465,-- per stuk. [249] De iPads zijn verkocht voor een prijs die 85,09% van de verkoopprijs van [naam bedrijf] aan [naam bedrijf] bedraagt, waarmee blijkt van een onzakelijke prijsval;
[naam bedrijf] heeft op 7 december 2012 een partij van 105 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] gefactureerd voor € 59.669,03 (inclusief btw), dat wil zeggen € 469,65 per stuk. [250] Op diezelfde dag heeft [naam bedrijf] 390 stuks Apple iPad aan [naam bedrijf] gefactureerd, voor€ 221.627,84 (inclusief btw), dat wil zeggen ook voor € 469,65 per stuk. [251]
1. 390 stuks Apple model MD370FD/A en 105 stuks Apple model MD367FD/A;
2. 395 stuks Apple model MD370FD/A en 100 stuks Apple model MD367FD/A.
ten grondslag liggende goederen- en facturenstroom schijnhandel betreften dat verdachte dat ook wist. De factuur is daarmee vals en door die valse factuur op te nemen in de bedrijfsadministratie van [naam bedrijf] is de bedrijfsadministratie vervalst.
,-- is opgegeven voor de aftrek van voorbelasting. [257]
uitgewerkte goederenstroom, de schijnhandel, zijn onjuisten daarmee valselijk opgemaakt
.Verdachte wist dit ook.
De btw, vermeld op dergelijke onjuiste facturen, is volgens artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting weliswaar verschuldigd, maar er bestaat geen recht op aftrek van voorbelasting voor de ondernemer die dergelijke facturen opneemt in zijn administratie. Wanneer een ondernemer op basis van dergelijke facturen toch btw in aftrek brengt, is sprake van een onjuiste aangifte omzetbelasting. [258] De rechtbank concludeert zodoende dat de aangifte van [naam bedrijf] over december 2012 onjuist is ingediend.
Na de overname van [naam bedrijf] door [naam bedrijf] werkte verdachte op kantoor met [verdachte 4] . Verdachte bleef de enige werknemer van [naam bedrijf] en hij hield zich bezig met deschijn
handel van [naam bedrijf] . Gelet op al het voorgaande heeft verdachte deze strafbare gedragingen in ieder geval samen met [verdachte 4](en met [naam bedrijf] )
gepleegd.
8.De bewezenverklaring
subsidiair:
9.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
10.De strafbaarheid van de verdachte
11.De op te leggen straf of maatregel
de bedrijfsadministratievan
[naam bedrijf]valselijk heeft opgemaakt en dat hij als medepleger
opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelastingvan [naam bedrijf] heeft ingediend
vanaf het tweede kwartaal van 2011 tot en met het tweede kwartaal van 2013. De goede werking van het systeem voor de heffing van omzetbelasting staat of valt bij de betrouwbaarheid, juistheid en volledigheid van de aangiften. Door opzettelijk onjuist aangiften te doen heeft verdachte bijgedragen aan de ondergraving van het systeem van de heffing van omzetbelasting.
Daarmee had verdachte een cruciale rol binnen de btw-carrousel, waarbinnen voor honderden miljoenen euro’s werd omgezet.Uit het dossier kan worden opgemaakt dat het fiscale benadelingsbedrag alleen al met betrekking tot [naam bedrijf] en [naam bedrijf] , reeds ruim twintig miljoen euro bedraagt.
12.De toegepaste wettelijke voorschriften
13.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.