Uitspraak
die in hoger beroep verweer heeft gevoerd
en bij de kantonrechter optrad als verwerende partij
hierna: de VvE
advocaat: mr. L. Gemert-Bosveld
1.1. [belanghebbende1]
5. [belanghebbende5]
6. [belanghebbende6] en [belanghebbende7]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het beroepschrift van [appellante]
- de beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 20 juni 2023, waarin dat gerechtshof de zaak ter verdere behandeling naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het hof) heeft verwezen
- het verweerschrift van de VvE.
2.De kern van de zaak
3.De feiten
VI. VASTSTELLING SPLITSINGSREGLEMENTDe eigenaars wensen als hier vermeld voorts over te gaan tot vaststelling van een
r. ‘privé gedeelte’: het gedeelte of de gedeelten van het gebouw en/of de grond
(…)
y. ‘vergadering’: de vergadering van eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 tweede lid onder d en artikel 5:125 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek;
(…)
Artikel 21
Artikel 22
Per vandaag bestaande situaties dienen te worden gedoogd respectievelijk worden
de bestemming zoals bij dat appartementsrecht is omschreven. Een gebruik dat afwijkt van
deze bestemmingis slechts geoorloofd met toestemming van de vergadering.
(…)
4. Een privé gedeelte dat betrekking heeft op een woning is bestemd om te worden gebruikt voor privé woongebruik door de eigenaar en/of gebruiker al dan niet met
(…)
5. Het bestuur zal de gebruiker van iedere aanvulling of verandering van het
(…)”.
4.De redenen voor de beslissing
Als een appartementseigenaar, zoals [appellante] , voor het verrichten van een bepaalde handeling toestemming nodig heeft van de VvE, kan die toestemming op verzoek van degene die haar nodig heeft (hier: [appellante] ), worden vervangen door een machtiging van de kantonrechter van de rechtbank. Het gaat daarbij om een bepaalde handeling met betrekking tot:
- de gedeelten die niet bestemd zijn als afzonderlijk geheel gebruikt te worden en
- de gedeelten die bestemd zijn als afzonderlijk geheel gebruikt te worden, in het geval
- bij de uitleg komt het aan op de in de splitsingsakte tot uitdrukking gebrachte bedoeling van degene(n) die tot vaststelling van die akte is (zijn) overgegaan, welke bedoeling moet worden afgeleid uit de daarin gebruikte bewoordingen, uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van die akte;
- de rechtszekerheid vergt dat bij de uitleg slechts acht mag worden geslagen op gegevens die voor derden uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsingsakte kenbaar zijn; wat tussen partijen voorafgaand aan de wijziging van de splitsingsakte is gebeurd, is niet van belang behalve voor zover dat uit de splitsingsakte blijkt;
- indien de ingeschreven splitsingsakte voor verschillende uitleg vatbaar is, dient de rechter vast te stellen welke uitleg van deze akte naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is.
Bewust is
nietopgenomen dat artikel 25 lid 5 alleen betrekking heeft op een privé gedeelte met bestemming woning, zoals
welis opgenomen in artikel 25 lid 4 (“
dat betrekking heeft op een woning”). Als artikel 25 lid 5 ook alleen van toepassing zou zijn voor het gebruik van een privé gedeelte met bestemming woning, dan was dat uiteraard opgenomen in artikel 25 lid 5. Artikel 25 lid 5 heeft betrekking op de bestemmingen woning en winkel, waarbij met het gebruik niet wordt afgeweken van de bestemming, maar waarbij de VvE toestemming kan weigeren als (verwacht kan worden dat) de uitoefening van dat beroep of bedrijf overlast en/of hinder aan de andere eigenaars en/of gebruikers zal geven. Bij verenigingen van eigenaars, waarbij woningen en winkels samen een vereniging vormen, komen dergelijke bepalingen veelvuldig voor. Een dergelijke bepaling is ook in overeenstemming met artikel 35 van de splitsingsakte. Voor het in gebruik geven van een privé gedeelte dient vooraf een gebruikersverklaring door het bestuur afgegeven te worden. Ook dit is een vorm van toestemming.
In een winkelappartement moet per definitie een bedrijf worden gevoerd. Artikel 25 kan dan ook niet van toepassing zijn op het winkelappartement. Dat zou namelijk betekenen dat de VvE de bestemming van de winkelappartementen kan wijzigen. Dat lijkt strijdig met de rest van het splitsingsreglement. [appellante] heeft geen toestemming van de VvE nodig om het winkelappartement aan een bedrijf te verhuren. Het winkelappartement is bestemd om aan een bedrijf verhuurd te worden.
Artikel 25 gaat over het geval dat wordt afgeweken van de gegeven bestemming en dan past artikel 25 lid 6, want dat lid 6 geeft een procedurevoorschrift voor het geval men wil afwijken van het bestemde gebruik.
De reikwijdte van de regeling kan niet worden uitgebreid buiten wat in artikel 25 lid 1 staat.
klantenom hun (brom)fiets of scooter te plaatsen. Daarnaast wenst NYP daar gedurende openingstijden de (brom)fietsen of scooters van
haar bezorgerste plaatsen; buiten de openingstijden zullen de fietsen en scooters niet in de gemeenschappelijke ruimte gestald worden.
voor de klantenvan NYP is mogelijk zonder toestemming van de VvE. Voor het plaatsen van de (brom)fietsen en/of scooters van
de bezorgers van NYPis in het splitsingsreglement geen basis te vinden. Daarvoor is wel toestemming van de VvE vereist.
Zonder toestemming kan NYP haar beoogde exploitatie onvoldoende uitvoeren. Zij heeft al aangegeven dat bij blijvend ontbreken van toestemming, zij voornemens is de huurovereenkomst te ontbinden.
In hoger beroep heeft [appellante] daaraan nog toegevoegd dat het niet gaat om exclusief gebruik van het voorterrein door NYP en dat de VvE met NYP de afspraak heeft gemaakt om de fietsen aan de voorzijde neer te zetten.
In hoger beroep heeft de VvE daarbij nog het volgende aangevoerd. Het toestaan van de plaatsing van fietsen en scooters brengt mee dat het betreffende gemeenschappelijke gedeelte in exclusief gebruik wordt gegeven aan NYP. Door het intensieve gebruik door NYP kunnen overige leden en gebruikers ook geen gebruik meer maken van het gemeenschappelijke gedeelte. Dat maakt dat sprake zou zijn van een (te) permanente exclusieve ingebruikgeving. De VvE kan en mag daarvoor geen toestemming verlenen. Daarvoor dient namelijk de akte van splitsing te worden gewijzigd. De VvE wil het exclusieve gebruik van het gemeenschappelijk gedeelte niet toestaan, omdat dit leidt tot overlast en de aanblik van het appartementengebouw door plaatsing van de fietsen en scooters wordt aangetast. Het gebruik van een grote hoeveelheid fietsen en bezorgscooters maakt deel uit van de bedrijfsvoering van NYP. Het heeft er geen enkele schijn van dat [appellante] genegen is de huurovereenkomst met NYP op te zeggen, voor zover zij die (het hof begrijpt:) mogelijkheid heeft en er zijn evenmin aanwijzingen dat NYP van plan is zich slechts tijdelijk in het winkelappartement te vestigen.
- artikel 2 lid 2, vanwege, kort gezegd, de hinder door: stankoverlast door urenlange pizzaluchten; peuken en bonnetjes die de pizzabezorgers in de gemeenschappelijke gedeelten achterlaten; op de stoep fietsen door pizzabezorgers; fietsen die de uitgang blokkeren; openingstijden in het weekend die strijdig zijn met het huishoudelijk reglement; bedreiging door medewerkers van NYP; het dicht gooien en verplaatsen van rolcontainers;
- artikel 21, vanwege hinder door luidruchtigheid in de gemeenschappelijke gedeelten;
- artikel 22 lid 3, door, kort gezegd:
5.De beslissing
1 februari 2021);