2.2.Op 28 februari 2020 hebben partijen een samenlevingsovereenkomst gesloten. Voor zover hier van belang hebben zij bij de overeenkomst de volgende afspraken vastgelegd:
“(…)
VERGOEDINGSRECHTEN:BELEGGINGSLEER
Artikel 5
Indien aan het vermogen van een partij een waarde is onttrokken ten behoeve van de andere partij, heeft deze jegens de andere partij recht op een vergoeding gelijk aan de waarde ten tijde van de onttrekking. Het bedrag is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich tegen directe opeisbaarheid verzetten.
(…)
EINDE
Artikel 15
Deze overeenkomst eindigt op het tijdstip dat partijen in onderling overleg vaststellen, alsmede:a. door opzegging door een partij, in welke geval de overeenkomst eindigt op het tijdstip dat in de opzegging is aangeven;b. door overlijden van een partij;
c. door het aangaan van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap.
EINDE SAMENWONEN TIJDENS LEVEN
Artikel 20
Voor het geval de samenwoning eindigt anders dan door overlijden, komen zij als volgt overeen met betrekking tot een woning in gezamenlijke eigendom:(…)
5.a. Indien de woning in onderling overleg (…) aan één van partijen wordt toegedeeld, vindt deze toedeling plaats tegen de waarde in onbewoonde staat, terwijl degene die de woning krijgt toegedeeld verplicht is om de eventuele geldlening(en) aangegaan ter financiering van de woning geheel voor eigen rekening te nemen en de andere partij geheel te vrijwaren voor iedere aansprakelijkheid daarvoor.
b. De waarde in onbewoonde staat zal worden vastgesteld in onderling overleg.Indien partijen daarover geen overeenstemming bereiken, zullen zij tezamen een deskundige aanwijzen, die de waarde in onbewoonde staat bindend zal vaststellen.
Indien zij ook over de aanwijzing van een deskundige geen overeenstemming bereiken, zal de waarde in onbewoonde staat bindend worden vastgesteld door een deskundige te benoemen door de Kantonrechter binnen wiens ressort de woning is gelegen.
Ieder van hen is bevoegd de Kantonrechter om deze benoeming te vragen.
c. De in lid a. bedoelde vrijwaring voor iedere aansprakelijkheid voor de geldlening(en) houdt in dat de andere partij uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de geldlening(en) dient te worden ontslagen dan wel dat deze geldlening(en) worden afgelost.d. De partij aan wie de woning wordt toegedeeld kan tevens aanspraak maken op toedeling van de rechten uit een eventueel in verband met de financiering van de woning gesloten levensverzekering.
e. Indien en voor zover de verdeling met inachtneming van het onder a. tot en met d. bepaalde leidt tot overbedeling van een partij dient dat verrekend te worden, terwijl partijen tevens dienen over te gaan tot verrekening van al hetgeen zij ter zake van de woning aan elkaar mochten zijn verschuldigd.f. Degene aan wie de woning wordt toegedeeld is verplicht de kosten van de verdeling alsmede de taxatiekosten voor zijn rekening te nemen.
VERREKENING WAARDE WONING BIJ EINDE RELATIE
Artikel 21
1.(…)Partijen zijn overeengekomen dat zij de economische eigendom van de woning wensen te wijzigen, in die zin dat de man een economisch aandeel van zeven tiende (7/10) heeft in voornoemde woning en dat de vrouw een economisch aandeel van drie tiende (3/10) heeft in de voornoemde woning.
2. Bij het einde van deze overeenkomst als bedoeld in artikel 15, met uitzondering van de leden b en c, zal de overwaarde van voornoemde woning tussen partijen worden verrekend conform voornoemde economische verhoudingen (…)”.