Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
- [getuige1] ,
- [getuige2] ,
- [getuige3] ,
- [getuige4] .
- zichzelf,
- [getuige5] .
“Nadat we de bitumen eraf haalden zag ik wat craquelé maar het was niet beschadigd. Ik zag geen grote scheuren of vochtophoping. De bitumen zelf zijn door de slijtage niet gaan lekken. De raadsheer-commissaris houdt mij een mail van de advocaat van [appellant] voor die in het tussenarrest is geciteerd. Ik heb geen scheur van vijf tot zes meter waargenomen. Ik ken [appellant] niet en heb hem destijds ook niet gesproken.”
“Ik heb bij de opname voorafgaande aan de werkzaamheden geen gebreken geconstateerd, alleen slijtage van de dakbedekking. Ik kan dus niks zeggen over een lekkage vanuit het dak. De raadsheer-commissaris houdt mij een mail voor van de advocaat van [appellant] die is geciteerd in het tussenarrest. Bij de opname was geen sprake van een scheur van vijf tot zes meter, dat heb ik ook nooit van [getuige3] gehoord. Ik kan me bedenken dat hij dit zo ziet maar dit zegt mij niks. Bij de opname heb ik geen beschadigingen aan het dak gezien, geen grote gebreken.”
Voor 2015 en evenmin daarna heb ik ooit lekkage vanuit het dak naar de binnenkant van de garage geconstateerd. De originele plafondpanelen zitten er nog in en daar zijn geen sporen
“Dat bitumen is gelegd door aannemersbedrijf [naam1] Schilderwerken BV en die heeft als onderaannemer de firma [getuige3] gebruikt. Tijdens de werkzaamheden heb ik niet op het dak gekeken. Wel was het zo dat ik twee keer per jaar op het dak was om de dakgoten schoon te maken en ik heb toen niet iets gezien wat duidt op lekkage. Ik kan op het dak komen via de deur van de badkamer die uitkomt op een balkon en via dat balkon kom ik op het dak. De dakdekkers hebben geen bijzonderheden aan mij gerapporteerd.”
“Op het dak heb ik toen gezien dat de dakbedekking niet heel nieuw was, maar ik zag verder geen bijzonderheden in relatie tot mijn opdracht van de rechtbank destijds. Ik zag toen geen enkel verband tussen het dak en de vochtproblemen aan de binnenkant. De reden daarvoor was dat de vochtproblematiek zich vooral voordeed aan de onderzijde van de garagemuren en ik geen watersporen vanaf het dak naar de onderzijde waarnam. In het achterste atelier stond een voorzetwand. Dat blijkt uit mijn aantekeningen. Als het zou doorstromen vanaf het dak zou je op die voorzetwand zeker watersporen hebben moeten zien. Die wand was namelijk van gibo-blokken en die zijn zeer gevoelig voor wateropname.”Hij legt foto’s over die hij destijds (4 juni 2019) in het kader van zijn onderzoek heeft genomen waaruit niet blijkt van mankementen aan het dak. [getuige4] verklaart verder dat hij blijft bij zijn bevindingen als vermeld in zijn deskundigenrapport.
“U vraagt mij wat ik wil verklaren. Over wat ik in oktober 2020 van [getuige6] hoorde over het dak van [geïntimeerde] (het voorgedeelte boven haar garage). Toen heeft [getuige6] tegen mij gezegd dat het dak lek was en dat het vervangen moest worden omdat er een scheur van 5 tot 6 meter in zit. [getuige6] vertelde dat het dak lek was. Waar de scheur precies zat zei hij niet. Ik vroeg of hij zeker wist dat het vervangen moest worden, hij beaamde dat, en ik ben er verder niet over door gegaan tegen hem. Ik heb direct mijn advocaat mr. Stevens gebeld om te vertellen wat [getuige6] tegen mij had gezegd. We liepen immers al in een rechtszaak en ik doe dan alles via mijn advocaat.”Ook verklaart hij:
“U vraagt mij of ik zelf op het dak ben gaan kijken. Nee, ik ben niet gaan kijken. Het is van de
“U vraagt mij wat ik weet over deze zaak. Ik weet alleen dat ik hier kom om te bevestigen dat ik aanwezig was toen er een monteur kwam voor het dak. Dat is een aantal jaar geleden. Ik was bij [appellant] omdat ik gevraagd was om advies aan hem te geven door zijn vader. Daar heb ik in het verleden mee gewerkt in de bouw. [appellant] wilde advies over de lekkages en de constructie van de kelder van zijn eigen huis. Voordat ik daar was kende ik [appellant] al via zijn vader. Ik ken hem gewoon van een afstandje vanwege de `familieband'. U vraagt mij waar de monteur vandaan kwam en waarom hij er was. Dat weet ik niet. Ik weet alleen dat hij een loodgieter of dakdekker was. [appellant] praatte met hem en ik stond er dichtbij. Wij stonden tussen de woningen in. In dat gesprek werd besproken dat het dak niet in orde was en het aan vervanging toe was volgens de monteur.”Na doorvragen door de raadsheer-commissaris verklaart hij:
“U vraagt mij wat [appellant] tegen mij zei na afloop van het gesprek. [appellant] zei dat er iets moest plaatsvinden op werkgebied. Ik vertelde hem dat het dan verstandig is dat er een monteur komt kijken die er ervaring in heeft. Ik weet niet of het om het dak om [appellant] of van de buren ging. U vraagt mij dat nog een keer en ik weet dat inderdaad niet.”
(“Na 10 minuten stonden de testbuisjes nog steeds vol water. Onderin waar de gevel niet is voorzien van een coating, is deze sterk vochtabsorberend (…) Binnen een minuut waren de testbuisjes leeg.”)te kunnen ontkrachten. De argumenten van [appellant] treffen dus geen doel.
condicio sine qua non) staat daarmee vast. Het hof gaat nu in op de overige bezwaren van [appellant] tegen de beslissingen van de rechtbank.