ECLI:NL:GHARL:2024:3170

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 mei 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
200.330.749
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een vonnis inzake een terrasoverkapping met lekkage en vervangende schadevergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellante] en [geïntimeerde], die onder de naam [naam1] handelt. De zaak betreft een overeenkomst voor de levering en montage van een terrasoverkapping, die in oktober 2019 door [naam1] is geplaatst. Na de plaatsing heeft [appellante] herhaaldelijk melding gemaakt van lekkages, waarop [naam1] herstelwerkzaamheden heeft verricht, maar zonder blijvend resultaat. In januari 2022 heeft [appellante] [naam1] in gebreke gesteld, maar er is geen oplossing gekomen. Het hof heeft vastgesteld dat [naam1] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat de terrasoverkapping niet voldeed aan de verwachtingen die [appellante] op basis van de overeenkomst mocht hebben. Het hof heeft geoordeeld dat [naam1] vervangende schadevergoeding moet betalen aan [appellante] ter hoogte van € 3.144,99, inclusief wettelijke rente vanaf 15 september 2022. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 439,50 toegewezen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de kostenverdeling bepaald, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.330.749
zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem: 10201768
arrest van 7 mei 2024
in de zaak van
[appellante]
die woont in [woonplaats1]
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de kantonrechter optrad als eiseres
hierna: [appellante]
advocaat: mr. F.A.J.H. de Lugt
tegen
[geïntimeerde] , tevens handelend onder de naam [naam1]
die woont in [woonplaats2]
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde
hierna: [naam1]
advocaat: mr. E. Baldan

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Naar aanleiding van het arrest van 30 januari 2024 heeft op 28 februari 2024 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1.
[appellante] heeft in augustus 2019 een overeenkomst gesloten met [naam1] tot levering en montage van een terrasoverkapping met schuifdeuren, inclusief gedeeltelijke zijwanden van polycarbonaat, voor een bedrag van € 4.749,99 (inclusief btw). Op 22 oktober 2019 heeft [naam1] de terrasoverkapping bij [appellante] in de achtertuin geplaatst.
2.2.
In januari 2020 heeft [appellante] onder en buiten de terrasoverkapping nieuwe tegels laten plaatsen.
2.3.
[appellante] heeft in februari, april en juni 2020 contact opgenomen met [naam1] om te melden dat er op meerdere plekken in de terrasoverkapping sprake was van lekkage. [naam1] heeft in juni en augustus 2020 herstelwerkzaamheden aan de terrasoverkapping verricht door te kitten en plaklood aan te brengen.
2.4.
De gemachtigde van [appellante] heeft [naam1] bij brief van 7 januari 2022 in gebreke gesteld, omdat nog steeds sprake was van lekkage. [naam1] heeft op 24 januari 2022 te kennen gegeven langs te willen gaan bij de woning van [appellante] om te proberen de gemelde lekkage te verhelpen. Tot een concrete afspraak is het niet gekomen. De gemachtigde van [appellante] heeft bij e-mail van 25 maart 2022 [naam1] bericht dat haar een laatste termijn wordt gegund voor herstel bij gebreke waarvan door [appellante] een deskundige zal worden ingeschakeld.
2.5.
[appellante] heeft vervolgens een bouwkundig onderzoek laten uitvoeren door een deskundige van het adviesbureau Abricon, die in zijn rapport het volgende heeft opgenomen:
‘Bevindingen ter plaatse:
(…)
Na de lekkage melding van partij 1 [hof: [appellante] ] heeft partij 2 [hof: [naam1] ] zgn. zelfklevende loodvervanger aangebracht bij de aansluiting van het dak met de achtergevel (…) en bij de beide aansluitingen van het dak met de uitbouwen van de buren (…). De stroken zijn slordig aangebracht en sluiten niet goed aan op het aangrenzende metselwerk waardoor er nog steeds lekkage optreedt.
Aan de rechterzijde (gezien vanaf buiten) sluit de verticale afdeklijst niet meer goed aan bij de bovenlijst (…) zoals aan de linkerzijde wel het geval is (…).
De glazen deuren lopen stroef door de rails. Er is door partij 2 gekozen mm de bovenkant van de bak, waarin de geleiders lopen, gelijk te houden met het straatniveau. Hierdoor kan gemakkelijk zand en ander vuil op de rails komen.
Aan de linkerzijde (gezien vanaf binnen) is de glazendeur niet meer te verschuiven omdat hij scheef op de rails staat (…).
Aan de binnenzijde zijn op meerdere locaties lekkage sporen zichtbaar (…).
De aansluitingen van beide polycarbonaat zijwanden zijn bij de aansluitingen met de uitbouwen van de buren slordig afgekit (…).
1.
Welke gebrek(en) is/zijn door u waargenomen en wat is/zijn de oorza(a)k(en) van
die gebreken?
Zie bevindingen ter plaatse. De oorzaken zijn dat partij 2 [hof: [naam1] ] geen rekening heeft gehouden met een deugdelijke waterkering zowel bij de aansluiting van de achtergevel als bij de uitbouwen van de buren.
Door de verzonken constructie van de rails kan gemakkelijk vuil tussen de
schuifdeuren en de rails komen.’
In het rapport van Abricon worden de kosten voor het aanbrengen van waterkeringen aan de spouwmuur en tegen de uitbouwen van de buren begroot op € 6.525,- (inclusief btw). De deskundige van Abricon begroot de totale kosten voor de herstelwerkzaamheden op € 7.050,- (inclusief btw).
2.6.
Bij brief van 31 augustus 2022 heeft de gemachtigde van [appellante] aan [naam1] een laatste termijn van vier weken gegeven om de door Abricon geconstateerde gebreken te herstellen conform het deskundigenrapport, bij gebreke waarvan de verbintenis tot herstel wordt omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding.
2.7.
[appellante] heeft bij de kantonrechter – onder andere – gevorderd [naam1] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 7.050,- aan vervangende schadevergoeding en
€ 1.270,50 aan kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
2.8.
De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep is dat de afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen.
2.9.
[naam1] heeft ter onderbouwing van haar verweer in hoger beroep het deskundigenrapport van Abricon laten beoordelen door een deskundige van Loyal Experts. In het rapport van Loyal Experts staat onder meer:
‘1. Is het aannemelijk dat de gebreken zijn ontstaan vanwege het leggen van nieuwe
tegels in en rondom de overkapping?
(…) Het is overduidelijk dat de betonstraat tegels zijn (…) vervangen voor (keramische) buiten tegels. Hierdoor ontstaan achteraf (na de oplevering) diverse gebreken.
2. Welke herstelwijzigingen en werkzaamheden zijn naar uw oordeel noodzakelijk om
tot een algeheel en deugdelijk herstel te komen?
(…) De glazen schuifpanelen en een complete zijwand van polycarbonaat zijn op een (koude, on-geïsoleerde) ondergrond geplaatst van beton klinkers. Hierdoor is een soort van (buiten) tuinkamer / ruimte gecreëerd. Deze ruimte dient in de basis water werend te zijn. De voorgestelde herstelmethodiek van Abricon rapport 2208-020 is buiten proportioneel. Zo ook niet uitvoerbaar met het oog op het raamkozijn (dagkanten)
De herstelmethodiek moet zich richten op een water werende aansluiting.’
De kosten van de voorgestelde herstelwerkzaamheden zijn door de deskundige van Loyal Experts begroot op € 1.423,33 (inclusief btw).

3.Het oordeel van het hof

3.1.
Het hof zal oordelen dat [naam1] tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst van aanneming van werk en dat zij vervangende schadevergoeding aan [appellante] moet betalen. Het hof legt hieronder uit hoe het tot zijn oordeel is gekomen.
[naam1] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst
3.2.
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld wat [appellante] , gezien hetgeen partijen zijn overeengekomen, redelijkerwijs van de terrasoverkapping mocht verwachten. [naam1] voert aan dat partijen de koop en levering van een terrasoverkapping zijn overeengekomen en dus niet van een geïsoleerde tuinkamer of serre. Een dergelijke terrasoverkapping wordt ‘koud’ tegen de achtergevel van de woning geplaatst zonder de thermische schil van de woning te doorbreken en daaraan mogen dus niet dezelfde eisen worden gesteld als aan een geïsoleerde tuinkamer of serre, die 100% waterdicht moet zijn. [naam1] voert daarnaast aan dat [appellante] er bewust voor heeft gekozen om gedeeltelijke in plaats van volledige zijwanden van polycarbonaat te laten plaatsen, omdat dit goedkoper was. Bij een terrasoverkapping met gedeeltelijke zijwanden van polycarbonaat is de kans op lekkage groter dan bij een terrasoverkapping met volledige zijwanden van polycarbonaat, omdat deze gedeeltelijke zijwanden gemonteerd moeten worden aan de bakstenen muren van de naastgelegen woningen, waardoor er extra aansluitingspunten aanwezig zijn.
3.3.
Met het voorgaande lijkt [naam1] te willen betogen dat [appellante] voor de betaalde koopprijs niet mocht verwachten dat zij een waterdichte terrasoverkapping zou krijgen of dat zij in elk geval het risico moest accepteren dat de terrasoverkapping na afzienbare tijd zou gaan lekken. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft de heer [naam2] , die de overkapping heeft geplaatst, namens [naam1] echter verklaard dat het niet de bedoeling is dat een terrasoverkapping lekt en dat je onder een dergelijke terrasoverkapping vrij van wind, water en vocht moet kunnen zitten. In het rapport van Loyal Experts wordt ook opgemerkt dat een terrasoverkapping waterwerend dient te zijn. Indien [appellante] , vanwege de keuze voor gedeeltelijke zijwanden, niet mocht verwachten een waterwerende terrasoverkapping te krijgen, had het op de weg van [naam1] gelegen [appellante] te waarschuwen voor de risico’s van die keuze. Niet gesteld of gebleken is dat [naam1] dat heeft gedaan. Het hof is daarom van oordeel dat [appellante] lekkages zoals deze zich onbetwist voordoen, redelijkerwijs niet hoefde te verwachten, zodat in beginsel sprake is van een gebrek. Het hof licht dat verder toe.
3.4.
De deskundige van Abricon wijt de lekkages aan het ontbreken van een deugdelijke waterkering bij de aansluiting van de overkapping op de achtergevel en de uitbouwen van de buren. [naam1] heeft de verbindingen van de zijwanden en het dak van de terrasoverkapping met de bakstenen muren afgewerkt met kit om deze waterwerend te maken. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft de heer [naam2] bevestigd dat dit geen duurzame methode is om lekkage tegen te gaan: ‘
Bij alleen kitten heb je het risico dat dit binnen 1 maand of 1 jaar of 2 jaar gaat barsten’.Ook in het rapport van Loyal Experts is geconcludeerd dat de gekozen methode om de terrasoverkapping waterwerend te maken, niet duurzaam is: ‘
Het is in de praktijk gebruikelijk dat de aluminium profielen middels een soort van compriband (rug vulling) tegen de gevels worden gemonteerd en vervolgens worden (schuin) afgekit om de aansluiting water werend te maken. Echter kan men niet spreken over een duurzame oplossing. Dit omdat het bouwwerk onderhevig is aan werking, trillingen van het bouwwerk of (verschillende ) materialen met het oog op het uitzettingscoëfficiënt. Het is dan ook zeer aannemelijk dat het kitwerk voegtijdig [het hof begrijpt: vroegtijdig] los kan komen of scheuren’.Naar het oordeel van het hof blijkt hieruit in voldoende mate dat de methode die [naam1] heeft gekozen om de terrasoverkapping waterwerend te maken, ondeugdelijk is. Niet is gebleken dat [naam1] voor of bij het sluiten van de overeenkomst van aanneming van werk [appellante] erop heeft gewezen dat zij een niet duurzame methode zou toepassen om de terrasoverkapping waterwerend te maken en dat [appellante] daarom ook minder mocht verwachten van de terrasoverkapping.
3.5.
Dat er sprake is van lekkages in de terrasoverkapping, wordt door [naam1] niet betwist. [naam1] stelt zich echter op het standpunt dat de lekkages geen gevolg zijn van een ondeugdelijk product of gebrekkige montage van haar kant, maar van de door [appellante] aangebrachte wijziging in de bestrating in en rondom de terrasoverkapping. De lekkages zijn ook pas na die wijziging ontstaan, aldus [naam1] . Volgens [naam1] is door het vernieuwen van het tegelwerk de constructie van de terrasoverkapping uit balans geraakt en zijn er spleten ontstaan tussen de muren en de terrasoverkapping. Ook zouden sindsdien diverse onderdelen van de terrasoverkapping niet meer goed op elkaar aansluiten. Zij stelt daarom niet aansprakelijk te zijn voor de gebreken die zijn ontstaan en geheel onverplicht, uit coulance, te hebben geprobeerd de door [appellante] veroorzaakte lekkage te verhelpen.
3.6.
Naar het oordeel van het hof kan in het midden blijven of het verwisselen van de tegels door [appellante] in en rondom de terrasoverkapping de lekkages heeft doen ontstaan of daaraan heeft bijgedragen, omdat is komen vast te staan dat de terrasoverkapping bij oplevering reeds onvoldoende waterwerend was en dus gebrekkig was.
3.7.
[appellante] klaagt, naast de genoemde lekkages, over het feit dat de schuifdeuren van de terrasoverkapping stroef door de rails lopen en dat de linker schuifdeur (vanuit binnen bezien) scheef op de rails staat omdat de rails zijn verzakt. De deskundige van Abricon wijt de gebrekkige werking van de schuifdeuren aan het verzonken aanbrengen van de geleide rails waardoor zand en ander afval in de rails kan komen. [naam1] betwist dat de rails van de schuifdeuren door haar verzonken (tussen de tegels) zijn aangebracht en betoogt dat zij juist het railsysteem bovenop de tegels heeft geplaatst. [appellante] heeft volgens [naam1] er zelf voor gezorgd dat de rails tussen de tegels zijn komen te liggen, door de nieuwe bestrating in en rondom de terrasoverkapping hoger te leggen dan de oude bestrating. Ook heeft [appellante] bij het vervangen van de tegels het zand onder de tegels aangetrild en de tegels aangeklopt, waardoor de rails zijn verschoven en niet meer waterpas liggen, aldus [naam1] . [appellante] betwist dit.
3.8.
Het hof overweegt dat de deskundige van Abricon blijkens zijn e-mail van 22 februari 2023 heeft geconstateerd dat [appellante] er zelf voor heeft gezorgd dat de rails verzonken tussen de tegels zijn komen te liggen, waardoor er gemakkelijk vuil en zand in de rails terecht komen en de schuifdeuren stroef door de rails gaan lopen. Als dit al als een gebrek van de rails is aan te merken, is dit ontstaan door de door [appellante] zelf aangebrachte wijzigingen in de bestrating. Het hof volgt [appellante] niet in haar betoog dat [naam1] haar waarschuwingsplicht heeft geschonden door [appellante] niet te wijzen op de risico’s van het wijzigen van de bestrating voor de terrasoverkapping. Onduidelijk is namelijk op grond waarvan [naam1] deze waarschuwingsplicht zou hebben en onvoldoende is gebleken dat [naam1] ervan op de hoogte was dat [appellante] na het plaatsen van de terrasoverkapping de bestrating in de tuin zou wijzigen. Althans niet is gebleken dat [naam1] ervan op de hoogte was dat daardoor de rails voortaan verzonken tussen de tegels zouden komen te liggen. Gelet hierop is er naar het oordeel van het hof ten aanzien van de rails geen sprake van een gebrek dat voor rekening van [naam1] komt. In het midden kan verder blijven of de rails onder de schuifdeuren zijn verzakt en [naam1] daarvoor verantwoordelijk valt te houden. [appellante] vordert immers geen (vervangende) schadevergoeding voor herstel hiervan.
3.9.
Tot slot klaagt [appellante] over een afgezakte afdeklijst. Dat daarvan sprake is en dat dit een gebrek oplevert dat door [naam1] moest worden hersteld, is door [naam1] niet betwist.
Herstelverplichting
3.10.
[appellante] was op grond van artikel 7:759 BW gehouden [naam1] in de gelegenheid te stellen de gebreken binnen redelijke termijn weg te nemen. Tussen partijen staat niet ter discussie dat [appellante] in ieder geval tussen februari en juni 2020 [naam1] meermaals heeft gewezen op de lekkages en [naam1] heeft gevraagd of zij dit probleem wilde herstellen. [naam1] heeft in juni en augustus 2020 herstelwerkzaamheden aan de terrasoverkapping verricht door onder meer extra te kitten en plaklood aan te brengen. [appellante] heeft onbetwist aangevoerd dat deze herstelwerkzaamheden de gebreken niet hebben verholpen. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft de heer [naam2] ook bevestigd dat in het geval een overkapping tegen een gevel wordt geplaatst met kitten en plaklood normaal gesproken geen duurzame waterdichte afsluiting wordt gevormd.
Vervangende schadevergoeding op grond van art. 6:87 BW
3.11.
De gemachtigde van [appellante] heeft [naam1] bij brief van 31 augustus 2022 in gebreke gesteld, [naam1] gesommeerd binnen vier weken de door Abricon vastgestelde gebreken (zie2.6) te herstellen en aangezegd de aan haar toekomende vordering tot herstel om te zetten in een vordering tot vervangende schadevergoeding als [naam1] niet binnen de gestelde termijn de gebreken herstelt. [naam1] heeft niet betwist deze brief ontvangen te hebben en niet binnen de gegeven termijn tot herstel te zijn overgegaan. Nu [naam1] daardoor in verzuim is komen te verkeren, heeft [appellante] een vordering tot vervangende schadevergoeding verkregen (artikel 6:87 BW). De hoogte van de schadevergoeding moet worden begroot aan de hand van de waarde van de herstelwerkzaamheden die [naam1] had moeten verrichten.
Herstelmethode lekkage
3.12.
[appellante] heeft haar vordering gebaseerd op het rapport van Abricon, waarin de totale herstelkosten worden begroot op een bedrag van € 7.050,- (inclusief btw). Over het herstel is in dat rapport het volgende opgenomen:
‘Bij de aansluiting van het serredak en de achtergevel dient een waterkering (loodstrook) aangebracht te worden die doorgezet is tot tegen het binnenblad van de spouwmuur.
Hierbij zullen wel twee of drie rijen stenen boven het dak weggehaald moeten worden. Het weghalen van de gevelstenen zal iedere keer op korte afstand noodzakelijk zijn om instorting van de gevel te voorkomen.
Vervolgens om de strekkende meter een open stootvoegen boven het lood aanbrengen voor afwatering van het in de spouw af-stromende vocht.
Bij de zijkanten is dit lastiger. Tegen het metselwerk van de beide uitbouwen kan een zgn. knelstrip aangebracht. Hier kan een waterkering (loodstrook) worden vastgezet. Omdat het serredak schuin loopt zullen ter plaatse van de voegen gaten achter de knelstrip komen dit afgekit dienen te worden. De waterkeringen dienen tot op de hoek van de aanbouwen te lopen. Bovengenoemde oplossing kan alleen met toestemming van de beide buren.
De gezakte afdeklijst rechtsvoor op de juiste hoogte plaatsen en fixeren.’
3.13.
[naam1] beroept zich op het rapport van Loyal Experts waarin staat dat de methode die Abricon voorstelt voor het waterwerend maken van de terrasoverkapping aan de achtergevel niet uitvoerbaar is. Onder de raamkozijnen in de achtergevel van het huis van [appellante] bevinden zich namelijk geen drie rijen gevelstenen, waardoor hier niet over de gehele breedte van de gevel de gewenste loodslabbe is aan te brengen. Loyal Experts adviseert op de schuine aansluitingen van de terrasoverkapping loodafwerkstrippen te plaatsen, aan de achtergevel een lintvoeg in te slijpen en loodproppen daarin aan te brengen en om de gevel te hydrofoberen. De kosten van die werkzaamheden begroot Loyal Experts op € 1.423,33 (inclusief btw). [appellante] is het niet eens met de bevindingen van Loyal Experts en de door haar voorgestelde herstelmethode, maar heeft desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep niet kunnen aangeven wat daaraan schort. De stelling dat de deskundige van Loyal Experts niet ter plaatse is geweest en daarom geen adequate herstelmethode zou hebben kunnen voorstellen, gaat niet op. Niet is gebleken dat de deskundige van Loyal Experts over onvoldoende informatie beschikte om een adequate herstelmethode voor te stellen en bovendien heeft [appellante] zelf de deskundige van Loyal Experts geen toestemming gegeven om bij de terrasoverkapping te komen kijken, zodat het feit dat hij daar niet geweest is [naam1] niet tegengeworpen kan worden. De stelling dat de begroting in het rapport van Loyal Experts onvoldoende gespecificeerd is omdat benodigde materialen niet worden genoemd, kan [appellante] evenmin helpen, omdat het rapport wel degelijk materiaal(prijzen) noemt en [appellante] niet heeft aangegeven wat daaraan ontbreekt en welke gevolgen dat voor de herstelkosten kan hebben. Het hof wijst er bovendien op dat in beide oplossingen loodafwerkstrippen zijn voorzien voor de schuine aansluiting van de terrasoverkapping, zodat slechts de herstelmethode voor de lekkage bij de achtergevel verschilt. Het hof is van oordeel dat de vervangingsschade van [appellante] moet worden begroot aan de hand van de meest economische wijze van herstel, mits dit een adequate herstelmethode is die tot een waterwerende terrasoverkapping leidt. Daaraan is met de oplossing van Loyal Experts naar het oordeel van het hof voldaan. Het hof zal bij het vaststellen van de schadevergoeding daarom de kostenraming van Loyal Experts als uitgangspunt nemen.
3.14.
[appellante] heeft nog aangevoerd dat het in de begroting van Loyal Experts gehanteerde uurtarief van € 39,50 voor een aannemer niet marktconform is. [naam1] heeft dit onvoldoende gemotiveerd betwist. Het hof zal daarom een correctie toepassen op de begroting van Loyal Experts door voor de daarin opgenomen 20,29 uren het uurloon van de aannemer vast te stellen op € 55,-. Daarvan uitgaande, begroot het hof de vervangingsschade voor het waterwerend maken van de terrasoverkapping op € 1.819,49.
Afdeklijst
3.15.
Het hof zal [naam1] veroordelen tot vergoeding van de kosten van herstel van de afgezakte afdeklijst en begroot de kosten daarvan op € 55,-, zijnde één uurloon.
Deskundigenkosten
3.16.
[appellante] vordert tevens betaling van de kosten die zij heeft moeten maken voor het laten uitvoeren van het deskundigenonderzoek door Abricon voor een bedrag van € 1.270,50. Omdat het hof hiervoor al heeft geoordeeld dat [naam1] tekort is geschoten in de nakoming van haar herstelverplichtingen en [naam1] verder niet heeft betwist dat [appellante] in redelijkheid Abricon de betreffende gebreken heeft laten onderzoeken en de daartoe berekende kosten redelijk zijn, zal deze vordering worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.17.
[appellante] stelt buitengerechtelijke kosten gemaakt te hebben en vordert vergoeding van deze kosten. Het hof stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten niet van toepassing is. De vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, zal worden getoetst aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport BGK-integraal. Voldaan dient te worden aan het vereiste dat alleen redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt kunnen worden toegewezen. In dit geval is niet gebleken dat niet aan dit vereiste is voldaan, zodat het hof de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal toewijzen. Het hof zal het bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten vaststellen op € 439,50.
Vordering [naam1]
3.18.
Het hof komt niet toe aan de beoordeling van de vordering die [naam1] in hoger beroep heeft ingesteld, reeds omdat het gaat om een tegenvordering die niet voor het eerst in hoger beroep kan worden ingesteld (artikel 353 Rv).
Bewijsaanbod
3.19.
Het hof gaat aan het bewijsaanbod van beide partijen voorbij, nu zij geen voldoende concreet bewijsaanbod hebben gedaan van feiten of omstandigheden die, indien bewezen, tot een andere beslissing zouden kunnen leiden.
De conclusie
3.20.
Het hoger beroep slaagt deels. Het hof zal [appellante] een schadevergoeding toewijzen van (€ 1.819,49 + € 55,- + € 1.270,50 =) € 3.144,99. Dat over de toegewezen bedragen de door [appellante] gevorderde wettelijke rente vanaf 15 september 2022 is verschuldigd, is door [naam1] niet bestreden, zodat het hof die rente zal toewijzen. Omdat partijen over en weer gedeeltelijk in het gelijk respectievelijk ongelijk zijn gesteld, zal het hof bepalen dat elke partij de eigen kosten moet dragen voor zowel de procedure bij de kantonrechter als de procedure in hoger beroep.
3.21.
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4.De beslissing

Het hof:
4.1.
vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem van 26 april 2023;
4.2.
veroordeelt [naam1] tot betaling aan [appellante] van een bedrag van € 3.144,99 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 september 2022 tot aan de dag van voldoening;
4.3.
veroordeelt [naam1] tot betaling aan [appellante] van een bedrag van € 439,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
4.4.
veroordeelt [naam1] tot terugbetaling aan [appellante] van alles wat [appellante] op grond van het vonnis van de kantonrechter van 26 april 2023 aan [naam1] heeft betaald;
4.5.
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
4.6.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt zowel van het hoger beroep als van de procedure bij de kantonrechter;
4.7.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.8.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. Wallart, F.J. de Vries en J.P. Mesman, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
7 mei 2024.