Op [Locatie 5] wordt, net als op [Locatie 4] , een beeld gezien van een jongen die emotioneel
weinig laat zien. Zijn mentaliserende vermogens lijken beperkt. Soms kan [Verdachte] echter
opgewekt, druk en spontaan zijn. Desalniettemin is hij vaak geneigd de regels te overtreden
en grenzen op te zoeken. Dit hangt dan samen met zijn impulsiviteit, maar ook met zijn
gerichtheid op eigen behoeften. [Verdachte] kan het lastig vinden als iets anders loopt dan hij
heeft bedacht en kan zich dwingend en manipulatief opstellen op het moment dat hij zijn zin niet krijgt. Verder vermoedt men dat [Verdachte] andere jeugdigen negatief beïnvloedt.
Tot slot is er sprake van externalisatie en weinig probleeminzicht. Vanuit zijn beperkte
probleemoplossingsvaardigheden ziet [Verdachte] vrijwel geen mogelijkheid om
probleemsituaties op te lossen. Daarnaast weigert hij veelal adviezen op te volgen. Mogelijk
wegens een gebrek aan vertrouwen. vermijding of angst. Evenals op de voorgaande
afdelingen wordt gezien dat [Verdachte] zich op [Locatie 5] comfortabel voelt en zich wil gaan
nestelen. Dit lijkt ook te leiden tot het vermijden van het aangaan van leersituaties.
Tegelijkertijd wordt er wel kwetsbaarheid gezien in het gevoel van onveiligheid, hetgeen
snel op lijkt te lopen bij [Verdachte] . Uit zijn voorgeschiedenis volgt dat hij herhaaldelijk in de problemen komt in de interactie met groepsgenoten. Gedurende zijn verblijf op [Locatie 5]
hebben zich op dit vlak echter geen bijzonderheden voorgedaan. Daarnaast worden daar ook juist de doelen gezien ten behoeve van zijn ontwikkeling en traject. In verband met een
resocialisatie op den duur zal [Verdachte] zich staande moeten houden in de maatschappij.
Ten aanzien van relatievorming heeft [Verdachte] afgelopen periode gevoelens ontwikkeld
voor een stagiaire bij onderwijs in [Locatie 6] . De stagiaire is inmiddels niet meer werkzaam in [Locatie 6] , omdat haar de toegang is ontzegd. Desondanks is er tussen
[Verdachte] en de stagiaire tot op heden sprake van telefonisch contact. [Verdachte] heeft
aangegeven dat er sprake is van een relatie.