Uitspraak
[de huurder],
[de verhuurder],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om de vraag of de verhuurder, na een grote brand in het gehuurde pand, nog beroep kan doen op buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst. De brand vond plaats in mei 2018 en het pand was sindsdien niet meer in gebruik. De huurder, die een grillroom exploiteerde, heeft hoger beroep ingesteld tegen de eerdere uitspraak van de kantonrechter die zijn vorderingen had afgewezen. De verhuurder had in september 2019 de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden, maar de huurder betwistte deze ontbinding en stelde dat het pand niet teniet was gegaan door de brand. Het hof oordeelde dat de verhuurder terecht een beroep deed op artikel 7:210 BW, omdat het pand substantieel verloren was gegaan en de huurder niet in zijn bewijsopdrachten was geslaagd. De grieven van de huurder werden verworpen en het hof bekrachtigde de vonnissen van de kantonrechter, waarbij de huurder werd veroordeeld in de proceskosten van de verhuurder.