Uitspraak
Lefier,
[naam1],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Er zijn zorgen omtrent [naam1] (…) zij ziet er slecht uit door haar verslaving (…) De personen waar [naam1] mee omgaat zijn bekenden van de politie en hebben antecedenten op het gebied van verdovende middelen en geweld. Er is daarnaast aanloop van drugsdealers. Hier heeft de buurt last van. De personen die bij haar woning vandaan komen en door ons staande gehouden worden i.v.m. de WVW rijden allemaal onder invloed van verdovende middelen. Zo zijn er in het afgelopen half jaar zeker 4 personen aangehouden voor art. 8 WVW. In de straat heb ik het afgelopen jaar nog nooit kinderen zien spelen terwijl die er wel wonen. Van omwonenden hoor ik dat zij hun kinderen niet buiten durven te laten spelen uit angst voor wat bezoekers van [naam1] doen. Vanuit de meldingen die ik krijg constateer ik dat omwonenden angst hebben om melding te maken. Maar ook angst hebben voor bezoekers die bij [naam1] over de vloer komen. Bewoners worden geconfronteerd met mogelijke deals en laten hun kinderen niet alleen in de steeg achter de woningen. (…) Het klopt dat ik hulpverleners desgevraagd heb afgeraden om bij mevrouw [naam1] thuis te komen omdat ik de situatie als onveilig voor hulpverleners inschat.’