Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
op 9 december 2018door de partijen getekend. [appellant] heeft betwist dat hij de overeenkomst zelf heeft opgesteld. Het was een
door de accountantin overleg met de partijen opgestelde overeenkomst.
datum van het opstellenen de
maker van het documentblijken (volgens [appellant] is dat de accountant [naam4] ). Voor het overige wordt het aan [appellant] gelaten wat er nog aan aanvullende documentatie voorhanden is om zijn verklaring dat de vordering op grond van de VSO niet meer bestond ten tijde van de beslaglegging nader te staven.
lening [appellant]van Driesprong Finance een vordering op [appellant] stond van € 3.183.546,31. [appellant] heeft aangevoerd dat daarop blijkens dezelfde grootboekkaart in 2018 respectievelijk is verrekend een bedrag van € 1.580.000,- met omschrijving “Verr [appellant] ” en een bedrag van € 1.069.937,31 met omschrijving “Verr [appellant] corr rente”. De vordering zoals die voorkomt op de grootboekkaart van Driesprong Finance bestaat volgens [appellant] daarom niet meer. Volgens [appellant] had hij recht op bonussen vanwege de verkoop van de ondernemingen [naam5] en VSI van de groep in respectievelijk 2007 en 2012. Daarvoor verwijst hij naar een brief van [naam1] van 30 juli 2007 (die niet door hemzelf is ondertekend maar door een derde p/o en die bij ‘Betreft’ vermeldt ‘bonus project ABC’) en ook naar een overgelegde e-mail van 12 december 2012 over de ‘ROS-bonussen’ van de heer [naam6] aan [naam2] met bijlage, waarin is aangegeven dat [appellant] de bonus nog niet wilde laten uitkeren maar zou laten staan. Die bonussen heeft hij dus toegewezen gekregen maar niet laten uitbetalen. Over deze bonusaanspraak werd een rente berekend. De voorschotten die hij zich liet uitbetalen met de debetrente daarover, werden uiteindelijk verrekend met deze bonusaanspraken. Zo is de vordering van aanvankelijk ruim 3 miljoen euro in 2018 door middel van verrekeningen tussen de verschillende vennootschappen teruggebracht tot een bedrag van ruim 8,5 ton euro, aldus telkens [appellant] .