2.8.Ter onderbouwing van de vastgestelde waarde heeft de heffingsambtenaar in eerste aanleg een matrix, opgemaakt en getekend op 24 januari 20 door [naam2] , taxateur, overgelegd. In hoger beroep heeft de heffingsambtenaar een taxatierapport van de onroerende zaak, gedateerd 15 september 2021 en opgemaakt door dezelfde taxateur, en onder meer voorzien van voormelde matrix, overgelegd. In het taxatierapport en de matrix staan de gegevens van de onroerende zaak en de drie referentieobjecten, [adres3] 3 te [woonplaats] , [adres6] 83 te [plaats4] en [adres5] 7 te [plaats3] , eveneens woonboerderijen. In het taxatierapport wordt de waarde van de onroerende zaak op basis van een vergelijking met referentieobjecten getaxeerd op € 408.000. Aan de waardebepaling zijn aldus de marktgegevens van de volgende objecten ten grondslag gelegd:
1. [adres3] 3 te [woonplaats] , bouwjaar omstreeks 1900 (gerenoveerd in 1999), perceel 1.780 m², inhoud hoofdgebouw 435 m³, met twee luifels, een garage, een tuinhuisje een berging, verkocht op 13 november 2017 voor € 380.000;
2. [adres6] 83 te [woonplaats] , bouwjaar omstreeks 1900 (gerenoveerd in 2002), perceel 1.390 m², inhoud hoofdgebouw 420 m³, met een dakkapel, een berging, een tuinhuisje en twee overkappingen, verkocht op 8 oktober 2018 voor € 410.000;
3. [adres5] 7 te [plaats3] , bouwjaar omstreeks 1900, perceel 2.460 m², inhoud hoofdgebouw 330 m³, met een berging, overgedragen op 4 december 2017 voor € 445.000.
In de matrix is een waardering opgenomen van de toestand van de onroerende zaak en voormelde referentieobjecten. Het gaat daarbij om de waardering van ligging, voorzieningen, kwaliteit, onderhoud en uitstraling. De onroerende zaak scoort op ligging en kwaliteit een 3 (voldoende) en op de overige factoren een 4 (goed). Referentieobject 1 scoort op uitstraling een 4 en voor het overige een 3, referentieobject 2 op ligging een 2 (matig), op voorzieningen een 3 en voor het overige een 4, en referentieobject 3 op onderhoud en uitstraling een 4 en voor het overige een 3.