Uitspraak
[appellante]
1.[geïntimeerde1]
[geïntimeerde2]
[geïntimeerde1]respectievelijk
[geïntimeerde2]
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in het erfrecht, waarbij de appellante, onterfd door haar vader, aanspraak maakt op haar legitieme portie in de nalatenschap. De vader van de partijen is overleden in 2006, en in zijn testament heeft hij zijn tweede echtgenote en haar kinderen als erfgenamen benoemd, terwijl de kinderen uit zijn eerste huwelijk, waaronder de appellante, zijn onterfd. De appellante vordert in hoger beroep de uitkering van haar legitieme portie van € 8.049,-, die tot op heden niet is uitgekeerd. De kantonrechter heeft de vorderingen van de appellante afgewezen, en het hof bevestigt deze beslissing. Het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de erfgenamen onrechtmatig hebben gehandeld door de verkoop van de woning van de langstlevende echtgenote aan een van de erfgenamen. De appellante heeft niet aangetoond dat de verkoop van de woning benadeling van haar legitieme portie heeft veroorzaakt. Het hof wijst de vorderingen van de appellante af en veroordeelt haar tot betaling van de proceskosten in hoger beroep.