Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
heffingsambtenaarvan de
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht(hierna: de heffingsambtenaar).
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
afvalwater,hemelwater in de grond boven de werfkelders aanwezig. Het hemelwater dat via regenpijpen van het dak van de opstal wordt afgevoerd komt volgens belanghebbende in de grond boven de gewelven terecht, zakt in het zwik tussen de gewelven van het perceel en de naastgelegen percelen om vervolgens via korte spuwers, die in verbinding staan met die zwikken, afgevoerd te worden naar de [adres1] . Deze gracht is in beheer bij [naam3] en niet bij de gemeente. Het hemelwater bereikt volgens belanghebbende niet de straatkolken. Daarnaast is het perceel ook niet direct aangesloten op de gemeentelijke riolering, nu een PVC-buis door een wortel is doorboord en er geen water door die buis kan vloeien. Daarmee wordt er geen water, in welke hoedanigheid dan ook, door de gemeente afgevoerd en/of verwerkt. Daarom is volgens belanghebbende ten onrechte rioolheffing van hem geheven. Belanghebbende verwijst daarbij naar de uitspraak van dit Hof van 8 januari 2013. [2]
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).