Uitspraak
1.Gemeente Zeist
2. Gemeente Amersfoort
3. Gemeente Baarn
4. Gemeente Bunnik
5. Gemeente Bunschoten
6. Gemeente De Bilt
7. Gemeente De Ronde Venen
8. Gemeente Houten
9. Gemeente IJsselstein
10. Gemeente Leusden
11. Gemeente Lopik
12. Gemeente Montfoort
13. Gemeente Nieuwegein
14. Gemeente Oudewater
15. Gemeente Soest
16. Gemeente Stichtse Vecht
17. Gemeente Utrecht
18. Gemeente Utrechtse Heuvelrug
19. Gemeente Vijfheerenlanden
20. Gemeente Wijk bij Duurstede
21. Gemeente Woerden
22. Gemeente Woudenberg
23. Provincie Utrecht
24.Trevvel B.V.
25.Zorgvervoercentrale Nederland B.V.
26.Willemsen-De Koning Groep B.V.
27.Connexxion Taxi Services
28.Munckhof Taxi B.V.
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van Noot met tien grieven van 1 maart 2024
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van de Opdrachtgever, met 2 producties (1 en 2)
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van Trevvel met 6 producties (23 tot en met 28)
- de memorie van antwoord van ZCN met 2 producties (3 en 4)
- de memorie van antwoord van WdK met 1 productie (13)
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van Connexxion
- de memorie van antwoord van Munckhof
- de memorie van antwoord in de door Trevvel, Connexxion en ZCN ingestelde incidenteel hoger beroepen door de Opdrachtgever, met 2 producties (3 en 4)
- de brief van Trevvel van 19 maart 2024 met een beter leesbare versie van bijlage A van haar productie 23
- een akte van Noot met 1 productie (productie 29 (kort geding 1), productie 31 (kort geding 2 en 3))
- een akte van ZCN met 1 productie (5)
- een akte van Noot met 1 productie (productie 30 (kort geding 1), productie 32 (kort geding 2 en 3))
- de brief van Connexxion van 25 maart 2024, waarin zij aangeeft dat zij hetgeen is gesteld in de memorie van antwoord in principaal appel en de memorie van grieven in incidenteel appel opgeeft
- de brief van Munckhof van 26 maart 2024, waarin zij aangeeft niet meer te persisteren bij haar memorie van antwoord
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 27 maart 2024 is gehouden
2.De kern van de zaak
“Aanbestedingsleidraad ten behoeve van de Europese Openbare Aanbesteding met betrekking tot Regiotaxi Utrecht 2024-2028”(hierna: de Leidraad). De opdracht is verdeeld in vijf percelen, waarbij iedere inschrijver maximaal drie percelen kan winnen. Op 2 november 2023 heeft de Opdrachtgever de voorlopige gunningsbeslissing genomen. De percelen 1, 2 en 3 werden voorlopig gegund aan WdK, de percelen 4 en 5 aan Munckhof. Op 8 november 2023 heeft de Opdrachtgever aan de inschrijvers laten weten dat zij het voorlopig gunningsvoornemen introk omdat haar was gebleken dat de beoordeling niet juist was verlopen. Zij heeft aangekondigd over te gaan tot een herbeoordeling van de gunningscriteria. De Opdrachtgever heeft daaraan bij brief van 24 november 2023 toegevoegd dat zij na ontvangst van klachten heeft besloten dat alle inschrijvingen door een volledig nieuwe beoordelingscommissie zullen worden herbeoordeeld en dat daarvoor een nieuwe casus zal worden opgesteld voor nieuw te houden presentaties. In de brief staat dat de inschrijvers die vinden dat de bezwaren door de voorgenomen herbeoordeling niet worden ondervangen, binnen 10 kalenderdagen een kort geding aanhangig moeten maken bij de rechtbank Midden-Nederland, op straffe van rechtsverwerking, althans verval van recht.
3.Het oordeel van het hof
Trevvel heeft incidenteel hoger beroep ingesteld van het vonnis voor zover gewezen in de kort gedingen 1 en 2. Haar grieven zijn gericht tegen de beslissingen van de voorzieningenrechter op de stelling dat niet kon worden volstaan met een herbeoordeling, maar dat de opdracht had moeten worden heraanbesteed en op fouten die in de eerste beoordeling zijn gemaakt en betreffen daarom de Opdrachtgever. De Opdrachtgever heeft zich beroepen op niet-ontvankelijkheid van dit incidenteel hoger beroep, omdat het niet mogelijk zou zijn om incidenteel hoger beroep in te stellen tegen een medegeïntimeerde.