ECLI:NL:GHARL:2024:2228
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Faillissement en verhaalsaansprakelijkheid in het kader van huwelijksvermogensregime
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland, waarbij [appellante] op verzoek van De Alliantie Woonfonds B.V. in staat van faillissement was verklaard. [Appellante], die geen vaste woon- en verblijfplaats heeft, heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis en verzocht het hof om het faillissement te vernietigen. Ze stelde dat ze niet verhaalaansprakelijk is voor een vordering van Avéro, die voortvloeit uit een lening die haar echtgenoot is aangegaan. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom het huwelijk van [appellante] en haar echtgenoot onderzocht, waarbij het huwelijksvermogensregime van toepassing is op basis van het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978. Het hof concludeert dat er niet summierlijk is gebleken van verhaalaansprakelijkheid van [appellante] ten opzichte van Avéro, en dat niet aan het pluraliteitsvereiste is voldaan. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst het verzoek tot faillietverklaring af. Tevens worden de faillissementskosten vastgesteld en ten laste van De Alliantie gebracht.