Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Beoordeling
geen sprakeis wanneer het betreffende samenstel van opvattingen zich onvoldoende nauwkeurig laat bepalen of het daarin ontbreekt aan een voldoende mate van ernst of samenhang. Volgens vaste jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) geldt als voorwaarde voor het aanmerken van een samenstel van opvattingen als een (godsdienstige overtuiging of) levensbeschouwing in de zin van artikel 9 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden (EVRM), dat die opvattingen een zeker niveau aan overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang bereikt hebben: "
attain a certain level of cogency, seriousness, cohesion and importance". [2]
- “Ik heb een non-dualistische levensovertuiging. Het leven is in diepste wezen één (samenhangend geheel) en de ogenschijnlijke verscheidenheid in het leven is slechts een illusie waar ieder mens vanaf kan komen om daarmee zelfrealisatie te bereiken, elk via zijn schijnbaar eigen pad en in zijn eigen stadium van ontwikkeling. Deze levensovertuiging wordt ook wel Advaita Vedanta genoemd. Deze spirituele ontwikkeling van zelfinzicht dient van jongs af aan te worden bevorderd en bekrachtigd. De wereldse en spirituele kanten van het leven zijn voor mij één en ondeelbaar. Dat dient voor het onderwijs eveneens zo te zijn, zodat iemand niet wordt beladen met allerlei illusies over de materiële aard van het leven waar men naderhand weer van af moet komen om zelfrealisatie te bereiken. Deze levensovertuiging draag ik over op de generatie na mij en dit is alleen mogelijk door het opdoen van levenservaring onder begeleiding van een volwassene die zelf al de nodige illusies over de schijnbare aard van het leven achter zich heeft gelaten.”
- “Non-dualisme is niet neutraal van aard, maar een levensovertuiging waarin het ontdekken van het ‘zelf-zijn’ centraal staat. Het is een levensvisie waarin wij mogen gaan realiseren dat de hoogste werkelijkheid van het eigen zelf-zijn en die van wereld en kosmos identiek zijn. Daarin zijn het zelf, de anderen en de wereld aanwezig in een sfeer zonder scheidingen. Het mogen nastreven van het ‘zijn’, wie je werkelijk bent, staat centraal. Daarbinnen kan van een tweeheid geen sprake zijn. Non-dualisten hebben een constante focus op het ontdekken van het één zijn van al het bestaande. Er is sprake van een grondslag waarin de intentie is om een autoritaire bejegening waar mogelijk te voorkomen en vermijden. Die autoritaire bejegening is schadelijk voor de spirituele ontwikkeling in het non-dualisme van het kind. Deze spirituele ontwikkeling van zelfinzicht dient van jongs af aan te worden bevorderd en bekrachtigd, door het kind elk mogelijk moment zich bewust te mogen laten worden van zijn gevoel in het hier en nu. Daarvoor is een voorwaarde dat je de kennis van Advaita Vedanta goed genoeg kent om het kind hierin te begeleiden. De ontwikkeling en begeleiding van deze levensovertuiging kan alleen gegeven worden door mensen die genoeg kennis en eerbied hebben voor non-dualisme. Het kind moet de optimale gelegenheid krijgen om zich deze levensvisie eigen te maken. Dus de begeleiding moet werkbaar, hanteerbaar en daarmee begrijpelijk zijn voor het kind. De non-dualistische levensbeschouwing is de hele dag aanwezig. Bij de ouder thuis ís alles en zíjn alle momenten van menselijke omgang doordrenkt van het non-dualisme.”
- “Ik ken genoeg mensen die het non-dualisme aanhangen en hun leven vanuit deze visie leven. Over de wereld heen volg ik bepaalde mensen die hierin les geven en leiden. Die wonen niet in Nederland. In India is het een groter en bekender iets. Daar heb ik ook twee scholen gevonden die zijn opgericht door Krishna Murti, die hierin les gaf. Daar is het veel groter en bekender, niet zoals hier waar andere geloven meer bekend zijn. Er zijn daar zelfs basisscholen, die vanuit het non-dualisme les geven.”
- “Ik ben niet zelf in India geweest, maar ben via kennissen die daar wel zijn geweest met het non-dualisme in aanraking gekomen. Ik heb mij van kinds af aan al gericht op het Boeddhisme en deze levensbeschouwing is daar een onderdeel van. Ik leer en bestudeer het non-dualisme nu al jaren.”
- “U vraagt mij of ik iets kan vertellen over de manifestatie van de overtuiging, of er
openbaaronderwijs in de omgeving overweegt het hof dat ingevolge vaste jurisprudentie bedenkingen ook hierin kunnen bestaan dat bij het openbaar onderwijs het nu juist ontbreekt aan een welbepaalde levensbeschouwelijke of godsdienstige overtuiging en daarmee aan een richting van het onderwijs op die scholen.
- “Non-dualisten hebben een constante focus op het ontdekken van het één zijn van al het bestaande. Het kind de ruimte geven om deze focus elk moment van de dag te nemen, is er niet of minimaal aanwezig bij het openbare onderwijs.”
- “Het openbare onderwijs draagt de non-dualistische levensovertuiging niet actief uit. Op een niet non-dualistische school zou het kind zich steeds moeten verantwoorden voor zijn ideeën en opvattingen, die hij van huis uit meekrijgt.”
- “Er is sprake van een grondslag waarin de intentie ontbreekt om een autoritaire bejegening waar mogelijk te voorkomen en te vermijden. Die autoritaire bejegening is schadelijk voor de spirituele ontwikkeling in het non-dualisme van het kind.”
- “De spirituele ontwikkeling van zelfinzicht dient van jongs af aan te worden bevorderd en bekrachtigd, door het kind elk mogelijk moment zich bewust te mogen laten worden van zijn gevoel in het hier en nu. Dit door de kennis van Advaita Vedanta goed genoeg zelf te kennen om het kind hierin te begeleiden. Deze kennis en genoeg eerbiedigheid voor het non-dualisme is er onvoldoende binnen het openbare onderwijs.”
- “De ontwikkeling en begeleiding van deze levensovertuiging kan alleen gegeven worden door mensen die genoeg kennis en eerbied hebben voor non-dualisme. Het kind moet de optimale gelegenheid krijgen om deze levensvisie eigen te maken. Dus werkbaar, hanteerbaar en daarmee begrijpelijk voor het kind. Dit zal onvoldoende aanwezig zijn of zelfs tegengewerkt worden in het openbaar onderwijs.”
- “Het kind moet beschermd worden tegen invloeden die voortkomen uit de neiging tot autoritarisme en moet hier niet onnodig aan blootgesteld worden. Daarbij is begeleiding van mensen die wel weten wat non-dualisme inhoud essentieel. Als het kind op een niet non-dualistische school iets leert waar de ouder het niet mee eens is, dan moet het dat weer afleren en dat brengt het kind in verwarring. Ouder en leerkrachten kunnen elkaar gaan tegenspreken uit onbegrip, dit omdat non-dualisme geen grote bekendheid heeft binnen Nederland. Er wordt dan ook getornd aan het gezag en de deskundigheid van de leerkracht, een situatie die voor niemand wenselijk is.”
- “Het non-dualisme kan juist niet alleen worden aangeleerd buiten schooltijd. De non-dualistische levensbeschouwing is de hele dag aanwezig. Bij de ouder thuis ís alles en zíjn alle momenten van menselijke omgang doordrenkt van het non-dualisme. In praktische (realistische?) zin kan deze omgang en eerbiedigheid niet verwacht worden van het openbare onderwijs en het personeel van deze scholen.”