ECLI:NL:GHARL:2024:2113

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
200.329.175/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en goedkeuring van besluiten van een vereniging van eigenaars met betrekking tot balans en exploitatierekening

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de besluiten van de Vereniging van Eigenaars (VvE) Woongebouw [naam1] met betrekking tot de balans per 31 december 2021 en de exploitatierekening over 2021. Appellante, die hoger beroep heeft ingesteld, verzocht de eerdere besluiten van de VvE te vernietigen, omdat deze gebaseerd waren op een gezamenlijke administratie met de VvE Complex, wat volgens haar in strijd was met de wet en de statuten. De kantonrechter had de verzoeken van appellante eerder afgewezen.

Het hof heeft vastgesteld dat de VvE Woon op 1 juni 2022 besluiten heeft genomen die later zijn vervangen door nieuwe besluiten op 21 november 2023. Hierdoor is de grondslag voor de verzoeken van appellante komen te vervallen, omdat de oude besluiten niet meer van toepassing zijn. Het hof heeft ook geoordeeld dat de administratie van de VvE Woon inmiddels is gescheiden van die van de VvE Complex, waardoor het verzoek van appellante om deze scheiding te gelasten niet meer relevant is.

De grieven van appellante zijn afgewezen, en het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd voor wat betreft het dictum onder 5.1, maar de proceskosten in zowel eerste aanleg als hoger beroep gecompenseerd. De beslissing van het hof benadrukt het belang van een correcte en gescheiden administratie voor verenigingen van eigenaars, en bevestigt dat de nieuwe besluiten van de VvE Woon in overeenstemming zijn met de wettelijke vereisten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.329.175/01
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad 9970869
beschikking van 26 maart 2024
in de zaak van:
[appellante],
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld
en die bij de kantonrechter optrad als verzoekster,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. L.N. van Dooren, die kantoor houdt in Utrecht,
en

1.Vereniging van Eigenaars Woongebouw [naam1] ,

( [adres1] te [woonplaats2] ),
die is gevestigd in Hilversum,
hierna:
VvE Woon,
2. [geïntimeerde2], in zijn hoedanigheid van eigenaar van het appartement met nummer [nummer1] Woongebouw [naam1] ,
die woont in [woonplaats2] ,
hierna:
[geïntimeerde2],
die bij de kantonrechter optraden als verweerders,
gezamenlijk te noemen:
VvE c.s.,
advocaat: mr. C.A.M.H. Vink, die kantoor houdt in Den Haag en die zich heeft onttrokken.

1.Het procesverloop

1.1
[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking die de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, op 31 mei 2023 heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • het beroepschrift met productie, bij het hof binnengekomen op 30 juni 2023;
  • het verweerschrift met producties 1 tot en met 3, bij het hof binnengekomen op 28 augustus 2023 namens VvE Woon en [geïntimeerde2] ;
  • productie 4 tot en met 12 van de zijde van [geïntimeerde2] , bij het hof binnengekomen op 5 maart 2024.
1.2
Op 13 maart 2024 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Ter zitting hebben mr. Van Dooren en [geïntimeerde2] - namens zichzelf als belanghebbende en als bestuurder van VvE Woon - , spreekaantekeningen overgelegd. Van de mondelinge behandeling is een verslag (proces-verbaal) gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd.
1.3
Vervolgens heeft het hof een datum voor beschikking vastgesteld.

2.Waarover gaat deze procedure?

2.1
De VvE Woon heeft op 1 juni 2022 het besluit genomen de balans per 31 december 2021 en de exploitatierekening over 2021 vast te stellen en het exploitatieoverschot over 2021 toe te voegen aan de algemene reserves. [appellante] heeft bij de kantonrechter vernietiging althans nietigverklaring van deze besluiten verzocht. Ook heeft zij verzocht de VvE Woon te gelasten de administratie van de VvE Woon te scheiden van die van de Vereniging van Eigenaars Complex [naam1] (hierna: VvE Complex) en in overeenstemming te brengen met de wet en het regelement van de VvE Woon. Dit laatste onder het verbeuren van een dwangsom als dat niet gebeurt. De kantonrechter heeft de verzoeken afgewezen.
2.2
Het doel van het hoger beroep van [appellante] is dat haar verzoeken alsnog worden toegewezen. Zij heeft daartoe acht bezwaren (grieven) tegen de beschikking geformuleerd. Het hof zal de verzoeken ook afwijzen, zij het op grond van andere overwegingen dan die waarop de kantonrechter de afwijzing heeft gebaseerd. Het hof zal de proceskosten compenseren zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Daarom zal de beschikking van de kantonrechter ten dele worden bekrachtigd en ten dele worden vernietigd. Het hof zal hierna uitleggen hoe het tot dit oordeel komt na eerst de feiten te hebben vermeld.

3.De vaststaande feiten

3.1
Bij notariële akte van splitsing van 22 september 1982 (hierna: de akte van
hoofdsplitsing) heeft de Nederlandse Aannemers- en Bouw Onderneming ‘NABO Utrecht’ B.V. (hierna: NABO), destijds eigenaresse van het bouwterrein aan de [adres1] in [woonplaats2] , waar nu een appartementencomplex op staat, de eigendom van dit appartementencomplex gesplitst in twee appartementsrechten:
- het appartementsrecht (index 1) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van een woningencomplex; en
- het appartementsrecht (index 2) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van een complex parkeerruimten.
3.2
Bij de akte van hoofdsplitsing is tevens de (hoofd)vereniging VvE Complex opgericht.
3.3
Op 22 september 1982 is eveneens een notariële akte van ondersplitsing verleden, waarbij NABO het voornoemde appartementsrecht index 1 van de hoofdsplitsing heeft gesplitst in 32 appartementsrechten. Bij deze ondersplitsing is de VvE Woon opgericht.
3.4
NABO verkocht en leverde de 32 appartementsrechten, maar bleef aanvankelijk appartementseigenaar van de parkeerruimten. Lisman B.V. (hierna: Lisman) is op enig moment rechtsopvolger van NABO geworden voor wat betreft het appartementsrecht op de parkeerruimten. Met de VvE Woon vormt Lisman de VvE Complex.
3.5
[appellante] en [geïntimeerde2] zijn ieder afzonderlijk rechthebbende op één van de 32 voornoemde appartementsrechten.
3.6
De huidige bestuurder van de VvE Woon is [geïntimeerde2] .
3.7
In de akte van hoofdsplitsing is het reglement van splitsing opgenomen (ook wel reglement I).
3.8
De akte van ondersplitsing bevat eveneens het reglement van splitsing (hierna: het
splitsingsreglement of ook wel reglement II). In reglement II zijn - net als in reglement I - de volgende bepalingen opgenomen:
E. JAARLIJKSE EXPLOITATIEREKENING EN BEGROTING EN TE STORTEN BIJDRAGEN
Artikel 18. (…)
3.b. Na afloop van elk boekjaar wordt ter berekening van de na te vermelden definitieve
bijdrage door iedere eigenaar verschuldigd, door de administrateur een exploitatierekening
opgesteld over dat boekjaar en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd. In
deze rekening zullen de schulden en de kosten van dat boekjaar worden opgenomen.
4. Tenzij de vergadering anders beslist, zullen overschotten betrekking hebbende op de
exploitatierekening van het afgelopen boekjaar aan de eigenaars worden gerestitueerd.
(...)M. OPRICHTING VAN EEN VERENIGING VAN EIGENAARS EN VASTSTELLING
VAN STATUTEN VAN DEZE VERENIGING.
I. ALGEMENE BEPALINGEN (…)
II. VERGADERING VAN EIGENAARS
Artikel 31 (…)
De gelden van het reservefonds worden krachtens besluit van de vergadering gedeponeerd op een afzonderlijke bankrekening, ten name van de vereniging. (…)
Artikel 32.
1. (...)
2. Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar zal een vergadering worden gehouden, waarin, in overeenstemming met lid 18 lid 3, door de administrateur de exploitatierekening over het afgelopen boekjaar wordt verstrekt die door de vergadering
moet worden goedgekeurd voor de vaststelling van de definitieve bijdrage door iedere
eigenaar. In deze of een eerdere vergadering wordt tevens een nieuwe begroting opgesteld
voor het aangevangen of komende jaar.’
3.9
Op de vergadering van de VVE Woon van 1 juni 2022 (hierna: de vergadering), zijn de volgende besluiten genomen:
‘7. vaststellen van de balans per 31-12-2021 en de exploitatierekening over 2021.
Over het voorstel wordt gestemd. 19 voor, 2 tegen en 1 onthouding; het voorstel is
aangenomen.
8. besluit over het voorstel om het exploitatieoverschot over 2021 niet terug geven aan de
eigenaars, maar toe te voegen aan de algemene reserve.
Over het voorstel wordt gestemd: 20 voor, 2 tegen; het voorstel is aangenomen.’
3.1
Bij verschillende beschikkingen heeft de kantonrechter besluiten van de VvE Woon tot goedkeuring van de desbetreffende balans en de exploitatierekening over de jaren 2018, 2019 en 2020 nietig verklaard.
3.11
Op de vergadering van de VVE Complex van 4 januari 2024 zijn de volgende besluiten genomen
‘7. vaststellen en goedkeuren van de balans per 31-12-2021 van VvE Complex [naam1]
Over het voorstel wordt gestemd. 2 voor, het voorstel is aangenomen.
8. vaststellen en goedkeuren van de exploitatierekening over 2021 van VvE Complex [naam1]
Over het voorstel wordt gestemd. 2 voor, het voorstel is aangenomen.’

4.De beoordeling van de verzoeken in hoger beroep

Inleiding
4.1
[appellante] heeft ter onderbouwing van haar verzoeken onder meer gesteld dat het bestuur van de VvE Woon gehouden is om van de vermogenstoestand van de rechtspersoon een eigen afzonderlijke administratie te voeren. Omdat de besluiten zijn gebaseerd op de samengevoegde administratie van de VvE Woon met die van de VvE Complex wordt niet voldaan aan de wet en de akte van splitsing. Uit de administratie van de VvE Woon kunnen ook niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van de VvE Woon worden gekend, nu geen afzonderlijke administratie wordt gevoerd.
Het wettelijk kader
4.2
Artikel 2:10 lid 1 BW verplicht het bestuur van een rechtspersoon van de vermogenstoestand ervan en van alles betreffende de werkzaamheden van de rechtspersoon, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend. Op grond van artikel 5:124 lid 2 BW in samenhang gelezen met artikel 2:10 lid 1 BW is het bestuur van de VvE Woon, net als het bestuur van de VvE Complex, verplicht een eigen, afzonderlijke administratie te voeren. VvE Woon is op grond van artikel 32 lid 2 van het splitsingsreglement verplicht om jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar althans in ieder geval op grond artikel 2:10 lid 2 BW jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een eigen, afzonderlijke balans en staat van baten en lasten (exploitatierekening) op te maken. Uit de balans moeten de bezittingen en de schulden blijken, terwijl uit de exploitatierekening de inkomsten en uitgaven moeten blijken. In het verlengde hiervan bepaalt artikel 32 lid 2 in samenhang gelezen met artikel 18 splitsingsreglement alsmede artikel 5:124 lid 3 BW in samenhang gelezen met artikel 5:135 BW en artikel 2:48 BW dat het bestuur van de VvE Woon de balans en exploitatierekening met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering van eigenaars moet voorleggen.
De besluiten waarop de verzoeken betrekking hebben
4.3
Tussen partijen staat vast dat op 1 juni 2022 door de vergadering van de VvE Woon besloten is de balans per 31-12-2021 en de exploitatierekening over 2021 vast te stellen. Ook is besloten om het exploitatieoverschot over 2021 niet terug geven aan de eigenaars, maar toe te voegen aan de algemene reserve. De balans en de exploitatierekening die op 1 juni 2022 ter goedkeuring aan de vergadering zijn voorgelegd, zijn in het geding gebracht als productie 19 bij het verzoekschrift in eerste aanleg. In deze procedure wordt verzocht deze besluiten te vernietigen dan wel nietig te verklaren.
4.4
Tussen partijen staat verder vast dat inmiddels op 21 november 2023 door de vergadering van de VvE Woon een nieuw besluit is genomen ter vaststelling van de balans per 31 december 2021 en een exploitatierekening over 2021. Daarbij is ook opnieuw besloten, zo begrijpt het hof het partijdebat zoals dat tijdens de mondelinge behandeling bij het hof is gevoerd, het exploitatieoverschot over 2021 niet terug te geven aan de eigenaars, maar toe te voegen aan de algemene reserve. De balans en de exploitatierekening die op 21 november 2023 ter goedkeuring aan de vergadering zijn voorgelegd en vastgesteld, zijn in het geding gebracht als productie 1 bij de verweerschriften in eerste aanleg van VvE Woon en [geïntimeerde2] . In deze gang van zaken ligt impliciet besloten dat de vergadering van de VvE Woon is teruggekomen op de oude besluiten van 1 juni 2022 en deze heeft vervangen door de nieuwe besluiten van 21 november 2023. Dit is door de VvE Woon en [geïntimeerde2] tijdens de mondelinge behandeling bij het hof ook bevestigd. Inmiddels heeft [appellante] ook ten aanzien van de besluiten van 21 november 2023 een verzoek tot vernietiging/nietigverklaring ingediend bij de kantonrechter. Nu de in deze procedure aangevochten besluiten van 1 juni 2022 zijn komen te vervallen en inmiddels zijn vervangen door de nieuwe besluiten van 21 november 2023 is de grondslag aan de verzoeken van [appellante] tot vernietiging dan wel nietigverklaring van de besluiten van 1 juni 2022 komen te ontvallen. Zij heeft daarmee geen belang (meer) bij de verzoeken daartoe [1] .
Het verzoek VvE Woon te veroordelen de administratie van de VvE Woon te scheiden van die van de VvE Complex
4.5
[appellante] heeft tevens verzocht VvE Woon en/of de heer [geïntimeerde2] in zijn hoedanigheid van bestuurder van de VvE Woon te gelasten binnen zes weken na het geven van de beschikking in hoger beroep: a. de administratie van de VvE Woon zowel administratief als feitelijk te scheiden van VvE Complex en b. de administratie in overeenstemming te brengen met de eisen die de wet en het reglement aan de administratie van een VvE stellen, dus zonder daarin opgenomen de posten met betrekking tot VvE Complex. Het hof zal ook dit verzoek afwijzen. Redengevend daarvoor is het volgende.
4.6
Deze procedure is begonnen op het moment dat enkel een balans en exploitatierekening voor de VvE Woon waren goedgekeurd en vastgesteld. Op grond van de wet - zie rechtsoverweging 4.2 - moeten VvE Woon en VvE Complex elk hun eigen administratie voeren en moeten er dus twee balansen en exploitatierekeningen worden goedgekeurd en vastgesteld. Het resultaat dat [appellante] met haar verzoek beoogt, te weten gescheiden administraties en gescheiden jaarstukken, is inmiddels bereikt. Voor de VvE Woon zijn op basis van de - van die van de VvE Complex - afgescheiden administratie, een nieuwe balans en jaarrekening opgemaakt, die zijn vastgesteld op 21 november 2023 (zie hiervoor 4.4). Op 4 januari 2024 heeft de VvE Complex besloten haar balans per 31 december 2021 en de exploitatierekening over 2021 goed te keuren en vast te stellen. In diezelfde vergadering zijn de balans per 31 december 2022 en de exploitatierekening over 2022 voor de VvE Complex eveneens goedgekeurd en vastgesteld. De gescheiden balansen en jaarrekeningen weerspiegelen dat VvE Woon en VvE Complex inmiddels gescheiden administraties voeren. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft [geïntimeerde2] ook toegelicht dat de administraties achteraf alsnog zijn gesplitst. Dat de administratie van VvE Woon nu is afgescheiden van die van VvE Complex wil overigens niet zeggen dat er geen rekening-courant verhouding tussen de beide VvE’s kan bestaan of dat de VvE Woon geen vordering kan hebben op of schuld kan hebben aan VvE Complex en/of Lisman B.V. die in de jaarstukken tot uitdrukking komt. Het voorgaande laat ook onverlet dat mogelijk de balans per 31 december 2021 en de exploitatierekening over 2021 van VvE Woon zoals die zijn vastgesteld en goedgekeurd op 21 november 2023 niet juist zijn. Dat is echter een vraag die in deze procedure niet aan de orde is. Het hof heeft onvoldoende aanwijzingen dat de administratie van de VvE Woon, nu deze administratie thans is gescheiden van die van de VvE Complex, geen getrouw beeld geeft van haar rechten en verplichtingen en ook overigens niet ingericht zou zijn volgens de wet (vergelijk artikel 2:10 BW) en het reglement. [appellante] heeft daarom geen belang (meer) bij haar verzoek zoals hiervoor onder 4.5 omschreven. [2]
De conclusie
4.7
De grieven tegen de beschikking falen. De verzoeken zijn terecht door de kantonrechter afgewezen. Het hof zal de beschikking voor wat betreft het dictum onder 5.1. bekrachtigen. Het dictum onder 5.3 en 5.4 (bedoeld zal zijn 5.2 en 5.3) voor wat betreft de proceskosten en de uitvoerbaar bij voorraadverklaring zal het hof echter vernietigen om de volgende reden. Als de nieuwe besluiten van 21 november 2023 van de VvE Woon niet waren genomen en de oude besluiten van 1 juni 2022 nog ter beoordeling voorlagen, had het hof deze oorspronkelijke besluiten vernietigd dan wel nietig verklaard omdat deze oude besluiten zijn gebaseerd op een administratie van VvE Woon die op dat moment nog niet dan wel onvoldoende van die van de VvE Complex was gesplitst. Het hof ziet in de gang van zaken waarin nieuwe besluiten door de VvE Woon zijn genomen en de administratie van die van de VvE Complex is gesplitst, redenen om de proceskosten zowel in eerste aanleg als in hoger beroep te compenseren.

5.De beslissing

Het hof, beschikkend in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 31 mei 2023 voor wat betreft het dictum onder 5.1,
vernietigt de beschikking voor wat betreft het dictum onder 5.3 en 5.4 (bedoeld zal zijn 5.2 en 5.3) en beslist als volgt:
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder de eigen kosten draagt,
compenseert de proceskosten in hoger beroep in die zin dat ieder de eigen kosten draagt,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. E. Wichers, W.P.M. ter Berg en
M.A.L.M. Willems en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2024.

Voetnoten

1.De grieven 1 tot en met 7 slagen alleen al om deze redenen niet.
2.Grief 8 faalt eveneens.