ECLI:NL:GHARL:2024:2045
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen grootouders en minderjarige na langdurige procedure
In deze zaak, die zich richt op de omgangsregeling tussen grootouders en hun kleinkind, is het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 maart 2024 tot een uitspraak gekomen. De ouders en grootouders procederen al meer dan twee jaar over de omgang met de minderjarige, die in het verleden bij de grootouders heeft gewoond. De onderlinge verhoudingen zijn verstoord, waardoor het hof een minimale omgangsregeling heeft vastgesteld. De ouders, die de regie over de omgang willen hebben, hebben in hoger beroep vier grieven ingediend tegen de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland. De grootouders hebben in incidenteel hoger beroep twee grieven ingediend, gericht op de frequentie van de omgang. Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden sinds de eerdere beschikking zijn gewijzigd en dat de grootouders recht hebben op omgang met de minderjarige. Het hof heeft besloten dat de grootouders recht hebben op omgang met de minderjarige gedurende het eerste weekend van de maand, en dat de minderjarige gedurende de zomervakantie ten minste één week aaneengesloten bij de grootouders zal zijn. De ouders en grootouders zijn opgeroepen om te werken aan hun onderlinge communicatie en verstandhouding, zodat de minderjarige onbelast kan profiteren van het contact met beide partijen.