Uitspraak
1.[geïntimeerde1]
2. [geïntimeerde2]die woont in [woonplaats2] , Verenigd Koninkrijk
3. [geïntimeerde3]die woont in [woonplaats3] , Verenigde Staten van Amerika
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep
- het tussenarrest van 19 september 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 8 februari 2024 is gehouden.
2.Samenvatting
3.De feiten
[appellant] heeft in die periode ook [geïntimeerden] benaderd om hun aandeel aan hem over te dragen, maar op dat aanbod zijn zij niet ingegaan.
4.Het oordeel van het hof in beide hoger beroepen
Partijen zijn (terecht) uitgegaan van de toepasselijkheid van Nederlands recht op hun geschil (vgl. art. 10:127 lid 1 BW), zodat het geschil naar Nederlands recht zal worden beoordeeld.
- dient aan [appellant] alsnog een kwalitatieve verplichting te worden opgelegd;
- hoe moeten de proceskosten van de procedure bij de rechtbank over partijen worden
Het is namelijk van oordeel dat zelfs als moet worden aanvaard dat het recht de mogelijkheid biedt om bij een verdeling op verlangen van de ene partij aan de verkrijging van de andere partij een kwalitatieve verplichting te verbinden, daar in dit geval geen grond voor is, op grond van het navolgende.
De conclusie