Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Feiten
4.Het oordeel van het hof
zelfblijkt dat het herstel (ook) in zijn geval is bemoeilijkt door de gevolgen van de kredietcrisis die zich, naar algemeen bekend is, in 2008/2009 openbaarde en ook in 2010 en de jaren daarna zijn effect had. Voorts weegt het hof bij de uitleg van de overeenkomst mee dat partijen in een familiaire verhouding tot elkaar stonden, waardoor aangenomen mag worden dat als de financiële situatie van [appellant] daar aanleiding toe gaf, [appellant] aan de aflossing van andere schulden prioriteit mocht geven. Het nadeel voor [appellant] op een latere terugbetaling werd ondervangen door de jaarlijkse rente van 8%. [appellant] heeft nog aangevoerd dat hij van plan was om op korte termijn de lening terug te betalen, maar heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit dit blijkt, laat staan dat hij daartoe (onmiddellijk) gehouden was, zodat deze stelling onvoldoende is onderbouwd.