Wanneer het gaat over de psychische situatie van [appellant] in december 2012, is essentieel wat de psychiater/neuroloog [psychiater/neuroloog] daarover kort tevoren, op 16 februari 2012, in zijn uitvoerige rapportage (van 16 bladzijden) heeft opgenomen.
[psychiater/neuroloog] heeft [appellant] zelf onderzocht en (op pagina’s 2 - 8) een uitvoerige anamnese opgenomen, met daarin de claimklachten, subjectieve belemmeringen, specieel psychiatrische anamnese, biografie en sociale anamnese, tractus-anamnese, familieanamnese, vroegere ziekten, intoxicaties, medicatie, visie van betrokkene op eventuele psychotherapeutische of psychiatrische behandeling en zijn houding ten aanzien van werk, eventueel met aanpassingen. Hij heeft [appellant] onderzocht en verslag gedaan van zijn psychiatrische onderzoeken in engere zin van het toestandsbeeld en van de persoonlijkheid en heeft de Utrechtse Coping Lijst afgenomen (pagina’s 8 - 10). Verder heeft hij kennis genomen van het hiervoor deels geciteerde rapport van [reumatoloog3] en heeft hij informatie opgevraagd bij huisarts [de huisarts] en behandelend psycholoog [de pscholoog2] (pagina’s 11 - 12).
In een uitvoerige beschouwing (pagina 12 – 13) vermeldt [psychiater/neuroloog] onder meer:
“Er zijn geen opvallende gedragingen en betrokkene maakt in algemene zin niet de indruk een psychiatrisch toestandsbeeld te herbergen. Suïcidaliteit is niet aanwezig.”
Daarna vervolgt [psychiater/neuroloog] (op pagina 13):
“Beschrijvend diagnostisch:
Men kan spreken over verwerkings- en aanpassingsproblematiek na stressoren in de privé- en werksituatie bij een man die een diversiteit aan lichamelijke klachten noemt. Door het ontstaan van lichamelijke klachten kon betrokkene zijn zaak niet meer voortzetten en ontstonden schulden. Betrokkene gaf aan dat de zorgen om zijn financiële situatie en gezondheid invloed hebben op zijn stemming. Hij heeft nergens interesse meer in, voelt
zich futloos en is prikkelbaar. Hij kan echter ook nog wel genieten van zijn kinderen en de stemming nu wisselt tussen goed en wat dysfoor.
In de descriptieve diagnostiek zoals die gehanteerd wordt in het DSM-IV-TR systeem kan men het beeld classificeren als beroepsmatige problematiek en een aanpassingsstoornis met
stemmingsklachten en somatisatie gefundeerd op een persoonlijkheidsvariant met cluster A, B en C trekken. Een toestandsbeeld anderszins of een persoonlijkheidsstoornis in het kader van de DSM-IV-TR viel niet vast te stellen.
Differentiaal diagnostische afweging:
In de D.D. kan men de ongedifferentieerde somatoforme stoornis plaatsen gelet op de lichamelijke klachten die niet (volledig) door een lichamelijke aandoening konden worden verklaard. Ook DSM-malingering kan men in de D.D. plaatsen gelet op het aanwezig zijn van de combinatie van een medicolegale context van presentatie (criterium 1) en een discrepantie tussen geclaimde stress of beperkingen en de objectieve bevindingen
(criterium 2). Omdat intentionele productie van symptomatologie niet aangetoond is, plaatse men het evenwel onderaan in de D.D.
Weging van externe gegevens:
Het bovenstaande is in lijn met de reeds voorhanden zijnde informatie op dit moment. Er werd voorts nog informatie opgevraagd. Gesproken wordt over gewrichtsklachten bij een verder reële man. Depressieve klachten werden niet vermeld.
Er werden aanvullend enkele (internationale) beperkingenschalen ingevuld, o.a. de CIPS die dicht bij “impairments” geplaatst kan worden, alsmede de DSM-IV-TR GAF-score, die vaak dichter bij “disability” of “handicap” komt. Ook de geaardheid en affiniteit van betrokkene werden bij de invulling betrokken. Voor een operationalisering kunt u desgewenst alhier informatie verkrijgen.
Het antwoord op uw vraagstelling dient dan ook te luiden:
Antwoorden:
1.Hoe luidt de anamnese? Acht u deze reëel?
U ziet hiertoe allereerst het hoofdstuk ‘anamnese’ in dit rapport. De anamnese toont dat betrokkene zich ziek meldde met gewrichtsklachten en dat later eveneens depressief getinte klachten ontstonden, naar betrokkenes zeggen doordat zijn lichamelijke gezondheid hem zorgen baarde en omdat hij door die lichamelijke klachten niet meer kon werken, zijn speelgoedwinkel moest stoppen en in de schulden kwam. Hij verwacht dat hij weer wat meer rust zal hebben als hij meer duidelijkheid heeft over zijn financiële situatie en tot de wsnp wordt toegelaten. De anamnese wordt reëel geacht
(…)
3.Welke diagnose(n) kunt u stellen?
(…)
Het huidige onderzoek toont een zich adequaat presenterende, rustige, maar wat dysfoor gestemde jongeman zonder psychopathologische symptomatologie in engere zin. Er is een levendig affect. Men kan het beeld classificeren als beroepsmatige problematiek en een aanpassingsstoornis met stemmingsklachten en somatisatie gefundeerd op een persoonlijkheidsvariant met cluster A, B en C trekken.