Uitspraak
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure bij het hof
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
joint venture) op 10 mei 2022 een kredietovereenkomst aangegaan, waarbij is vastgelegd dat Moovo een krediet van ruim 1,4 miljoen Amerikaanse dollar aan E-Bike ter beschikking stelt. In de kredietovereenkomst is onder meer opgenomen:
joint venturetot stand gekomen. Volgens Moovo is het aan E-Bike verstrekte krediet daarom opeisbaar geworden. Omdat E-Bike niet tot terugbetaling van het krediet overgaat, heeft Moovo verzocht E-Bike in staat van faillissement te verklaren.
joint venturezijn voor de opeisbaarheid van de vordering niet van belang. Daarnaast betwist zij dat Moovo verantwoordelijk is voor het niet tot stand komen van de
joint venture. Met het oog op de slechte financiële situatie waarin E-Bike zich bevindt kan van Moovo niet worden verwacht dat zij een bodemprocedure tegen E-Bike afwacht.
joint venture. Daarnaast heeft E-Bike een tegenvordering op Moovo wegens onrechtmatige concurrentie. Zij doet in dat kader een beroep op verrekening van haar tegenvordering. Er is bovendien geen sprake van een toestand dat zij is opgehouden te betalen, omdat E-Bike de betalingsregelingen die zij met haar crediteuren is overeengekomen nakomt. Tot slot maakt Moovo misbruik van haar bevoegdheid door het faillissement van E-Bike te verzoeken, omdat Moovo het doel heeft E-Bike als haar concurrent uit te schakelen, om vervolgens de knowhow van E-Bike te kunnen gebruiken.
joint venturetot stand zou komen de volledige lening ineens opeisbaar zou zijn. Omdat tussen partijen geen
joint venturetot stand is gekomen, is de vordering die Moovo aan haar onderhavige verzoek ten grondslag heeft gelegd een opeisbare vordering. Volgens E-Bike is daarvan geen sprake omdat Moovo de totstandkoming van de
joint venturezelf gefrustreerd heeft. Voor zover dat standpunt van E-Bike voor de opeisbaarheid van de vordering van belang is, geldt het volgende.
joint venturewas in mei 2023 nog niet tot stand gekomen en de partijen waren over de precieze uitvoering ervan nog in onderhandeling. Moovo heeft op 17 mei 2023 aan E-Bike een voorstel gedaan dat afweek van de eerder door partijen besproken samenwerking. Partijen bespraken eerder een samenwerking waarbij Moovo 51 procent en Dacu B.V. (de vennootschap waarvan de heer [bestuurder/aandeelhouder E-Bike] en de heer [aandeelhouder E-Bike] beiden 50 procent van de aandelen bezitten) 49 procent van de aandelen in de joint venture vennootschap zouden verkrijgen. Moovo stelde een alternatief voor waarbij in plaats daarvan [bestuurder/aandeelhouder E-Bike] en [aandeelhouder E-Bike] 6,7 procent van de aandelen in een vennootschap van de Moovo-groep gevestigd op de Kaaimaneilanden werd aangeboden. E-Bike heeft dat voorstel diezelfde dag nog afgeslagen omdat [bestuurder/aandeelhouder E-Bike] en [aandeelhouder E-Bike] onvoldoende inzicht hadden in de financiële consequenties van dat voorstel, omdat de waarde van die vennootschap onduidelijk was. E-Bike was in de veronderstelling dat met het gewijzigde voorstel van Moovo de oorspronkelijke deal (51/49 procent) van tafel was, zo liet [bestuurder/aandeelhouder E-Bike] in datzelfde bericht weten.