[appellant] is in de periode van 2002 tot 2013 beroepsmilitair geweest en in dat kader onder meer uitgezonden geweest naar Bosnië en Afghanistan. Aan de schokkende gebeurtenissen waarmee [appellant] met name tijdens deze laatste uitzending is geconfronteerd heeft hij psychische klachten overgehouden. [appellant] heeft slaapproblemen, vermoedelijk veroorzaakt door het zogenaamde post traumatisch stress syndroom (hierna: PTSS).
Na zijn vertrek bij Defensie is [appellant] , kort gezegd als gevolg van zijn psychische problematiek, in de financiële problemen geraakt, is hij zijn huis in 2014/2015 kwijt geraakt en heeft hij tot begin 2021 een zwervend bestaan geleid.
Vanaf juli 2021 is de Stadsbank Oost Nederland (hierna: Stadsbank) de financiële zaken van [appellant] gaan behartigen. [appellant] heeft een vaste baan voor vier dagen per week gevonden bij een schoonmaakbedrijf. Van het salaris dat [appellant] hiermee verdient, voldoet de Stadsbank de vaste lasten van [appellant] en betaalt zij aan [appellant] per week een bedrag van € 50,- aan leefgeld. Het restant van het inkomen van [appellant] wordt gereserveerd voor uitbetaling aan zijn schuldeisers.
Bij zijn toelating tot de schuldsaneringsregeling had [appellant] € 13.000,- gespaard voor zijn schuldeisers. Dit bedrag is door de Stadsbank overgemaakt op de door de bewindvoerder beheerde boedelrekening.
Uit het aanvangsverslag van de bewindvoerder van 12 april 2023 volgt dat [appellant] de bewindvoerder bij aanvang van zijn schuldsaneringsregeling heeft geïnformeerd over zijn PTSS.
[appellant] werkt vanwege zijn slaapstoornis 32 uur per week. De resterende tijd van de week gebruikt hij om te herstellen.
Tijdens de toelatingszitting op 6 maart 2023 heeft de rechtbank [appellant] gewezen op de verplichting om fulltime te werken. In het aanvangsverslag heeft ook de bewindvoerder [appellant] gewezen op de verplichting te solliciteren naar een volledige baan. Het verzoek van [appellant] om een keuring met het oog op een mogelijke vrijstelling voor de resterende uren is door de rechter-commissaris afgewezen.
Op 29 juni 2023 heeft een verhoor plaatsgevonden bij de rechter-commissaris, omdat de informatie- en inspanningsplicht die in het kader van de schuldsaneringsregeling op [appellant] rusten niet goed verliepen.
Op 13 juli 2023 heeft [appellant] de bewindvoerder onder meer laten weten dat hij die dag was begonnen met gesprekken bij een psycholoog en dat hij bericht had ontvangen van het ziekenhuis ZGT in Hengelo over een behandeling voor zijn slaapstoornis.
Het gesprek op 13 juli 2023 betrof een consult bij een praktijkondersteuner GGZ van de huisarts. De vervolgafspraak heeft [appellant] in verband met zijn werk afgezegd. Omdat een nieuwe afspraak pas in oktober 2023 zou kunnen plaatsvinden en [appellant] in het eerste consult geen klik voelde met de praktijkondersteuner, heeft [appellant] geen vervolgafspraak met de praktijkondersteuner gemaakt.
Nadat [appellant] eerder had verzuimd de voor behandeling bij het slaapcentrum van het ziekenhuis benodigde vragenlijst in te vullen, heeft hij dat in september 2023 alsnog gedaan. Op 8 januari 2024 heeft de eerste behandeling voor slaapapneu bij het slaapcentrum plaatsgevonden. Op 12 maart 2024 staat een vervolgafspraak gepland.