ECLI:NL:GHARL:2024:1460
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incidentele vordering tot schorsing uitvoerbaarheid bij voorraad van vonnis in huurzaak met hennep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 februari 2024 een tussenarrest gewezen in een hoger beroep dat door [appellanten] was ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter. [appellanten], die samen met hun vier kinderen een woning huren van Stichting Mijande Wonen, zijn in hoger beroep gegaan tegen de ontbinding van hun huurovereenkomst en de ontruiming van de woning, die was uitgesproken vanwege de vondst van een grote hoeveelheid hennep in de woning. De kantonrechter had de ontruiming uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met een ontruimingstermijn van zes maanden, rekening houdend met de minderjarige kinderen van [appellanten].
In het hoger beroep hebben [appellanten] een incidentele vordering ingesteld tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis. Het hof heeft deze vordering afgewezen. Het hof oordeelde dat het belang van Mijande bij handhaving van de uitvoerbaarheid bij voorraad zwaarder weegt dan het belang van [appellanten] bij behoud van de woning. Het hof overwoog dat de kantonrechter geen gemotiveerde beslissing had gegeven over de uitvoerbaarheid bij voorraad, maar dat de belangen van partijen zorgvuldig moesten worden afgewogen.
[appellanten] hebben gesteld dat de ontruiming desastreuze gevolgen zal hebben voor hun gezin, vooral gezien de kwetsbaarheid van hun kinderen en de gezondheidsproblemen van [appellante]. Mijande daarentegen heeft benadrukt dat handhaving van haar beleid tegen hennep noodzakelijk is voor de leefbaarheid van de woningen en om te voorkomen dat kwetsbaren als schild voor drugscriminaliteit worden gebruikt. Het hof concludeerde dat [appellanten] onvoldoende feiten en omstandigheden hebben aangedragen om hun verzoek tot schorsing te onderbouwen en dat de kans op het vinden van alternatieve woonruimte niet voldoende was aangetoond.
Het hof heeft de incidentele vordering afgewezen en [appellanten] veroordeeld in de kosten van het incident. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevindt.