Aan Nieman Ingenieurs is ook de situatie als die bij mevrouw [appellante] voorgelegd. In de notitie van 13 juni 2022 schrijft Nieman Ingenieurs:
‘Uitgangspunten
De (mogelijke) situaties in deze notitie zijn getoetst aan de vigerende voorschriften, tenzij anders aangegeven. Waar in dit document wordt gesproken over het Bouwbesluit, wordt het Bouwbesluit 2012 versie 22 april 2022 bedoeld. Voor de juiste versie van NEN normen die worden aangestuurd door het Bouwbesluit worden bedoeld de normen zoals opgenomen in bijlage I en II van de Regeling Bouwbesluit 2012 zoals deze geldt sinds 1 juni 2022. (…)
Situatie
Tijdens energetische verbeterprojecten wordt door woonstichting de Alliantie bij woningen de schil van de woning geïsoleerd en luchtdicht gemaakt. Woningen waar geen mechanische ventilatie aanwezig is krijgen tijdens deze verbeterprojecten alsnog een mechanisch ventilatiesysteem. Dit om te voldoen aan de minimaal gestelde eisen ten aanzien van luchtverversing in een woning conform afdeling 3.6 uit het Bouwbesluit 2012 om de luchtkwaliteit in de woning te waarborgen. Tijdens de uitvoering van een verbeterproject kan een open verbrandingstoestel in een woning gesignaleerd worden. Deze open verbrandingstoestellen zijn niet van de Alliantie maar van de huurder. Onderhoud aan deze open verbrandingstoestellen valt dan ook onder de verantwoordelijkheid van de
huurder. De verduurzaamde woningen zijn vanuit de Alliantie al voorzien van een centraal verwarmingssysteem als hoofdverwarming. Het open verbrandingstoestel functioneert (na verduurzaming) vaak als sfeerhaard en wordt mogelijk gebruikt als bijverwarming.
De vraag is, hoe moet de Alliantie met deze situatie omgaan in energetische en/of algemene
verbeterprojecten? Hierbij gaat het voornamelijk om de veiligheid en gezondheid in en rondom de woning.(…)
2.Vraagstelling:
Is het veilig om (gelet op het huidige renovatieniveau met hogere isolatie en luchtdichtheid
van woningen) in combinatie met het aansluiten van de mechanische ventilatie een open
verbrandingstoestel in gebruik te houden? Dient hierbij een onderscheid te worden gemaakt
tussen open houthaarden, open gashaarden, houtkachels en gaskachels?
Beantwoording
Een open verbrandingstoestel in een woning kan onveilige situaties veroorzaken. Dit kan zowel tijdens gebruik maar ook buiten het gebruik van het verbrandingstoestel om. Tijdens het gebruik van een open verbrandingstoestel in een (na verduurzaming) luchtdicht geïsoleerde woning ontstaat een verhoogd risico op onvolledige verbranding door een tekort aan verbrandingslucht. Dit omdat het open verbrandingstoestel moet concurreren met het ventilatiesysteem en de toevoer van een ventilatiesysteem hierop niet berekend wordt (…)
De koolmonoxide vergiftiging is een algemeen bekend probleem en kan bij alle brandstoffen
optreden ten tijde van onvolledige verbranding. Roetvorming is minder bekend als risico. Roet is naast vervuilend ook gevaarlijk voor de directe leefomgeving. Roet kan een brandbare laag vormen in het schoorsteenkanaal en is daardoor een bron van schoorsteenbranden. Roetvorming komt met name voor bij verbranding van hout, kolen en olieachtige producten. (…) Ook als een open verbrandingstoestel niet wordt gebruikt is er een risico. Als lucht in een woning afgevoerd wordt met een mechanisch ventilatiesysteem, moet de lucht ergens vandaan komen. Naast de routes die bedoeld zijn voor ventilatie, kan een ventilatiesysteem ook lucht aanzuigen via het schoorsteenkanaal. Lucht neemt altijd de weg van de minste weerstand en als de route via een schoorsteen gunstiger is dan de alternatieven, kan fijnstof en roet vanuit de schoorsteen en het verbrandingstoestel in de woning terecht komen. Dit is nadelig voor de gezondheid van de aanwezige personen. Om bovengenoemd te verduidelijken is afbeelding 1 tot en met 4 uitgewerkt waarin het basis ventilatiesysteem C als voorbeeld is genomen. (…)
3.Vraagstelling
Kan een open verbrandingstoestel in gebruik blijven als een mechanische ventilatie niet wordt aangesloten indien het Bouwbesluit hier ruimte voor biedt? Moet hierbij een onderscheid worden gemaakt tussen open houthaarden, open gashaarden, houtkachels en gaskachels? Is het niet aansluiten van de mechanische ventilatie strijdig met het Bouwbesluit?
Beantwoording(…)
In paragraaf 3.6.2 in het Bouwbesluit wordt in artikel 3.37.1 gesteld: “Een bestaand bouwwerk heeft een zodanige voorziening voor luchtverversing dat het ontstaan van een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht wordt voorkomen.”
In paragraaf 3.6.2 in het Bouwbesluit wordt in artikel 3.38.1 gesteld: “Een verblijfsruimte heeft een voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 8087 bepaalde capaciteit van ten minste 0, 7 dm3/s per m2 vloeroppervlakte met een minimum van 7 dm3/s”
In paragraaf 3.6.2 in het Bouwbesluit wordt in artikel 3.40.4 gesteld:
Ten minste 21 dm3/s van de capaciteit van de afvoer van binnenlucht uit een verblijfsruimte
waarin zich een opstelplaats voor een kooktoestel, als bedoeld in artikel 3.38, derde lid, bevindt, wordt rechtstreeks naar buiten afgevoerd.
In paragraaf 3.6.2 in het Bouwbesluit wordt in artikel 3.40.5 gesteld:
De afvoer van binnenlucht uit een toiletruimte of een badruimte vindt rechtstreeks naar buiten plaats.
De woningen worden geïsoleerd en kierdicht opgeleverd. Door het niet aansluiten van de
mechanische ventilatie, kan het gestelde uit afdeling 3.6 niet gegarandeerd worden wat wel in basis vereist is. Als een open verbrandingstoestel actief gebruikt wordt in een ruimte waar de ventilatieinstallatie is uitgeschakeld, kunnen problemen ontstaan ten aanzien van gezondheid en veiligheid zoals gesteld in de beantwoording in vraag 2..(…)
4.Vraagstelling:
Hoe luidt het antwoord op vraag 2 en 3, wanneer in plaats van een mechanische ventilatie
wordt uitgegaan van natuurlijke ventilatie?
Beantwoording
Natuurlijke ventilatie is afhankelijk van de weersomstandigheden en van het gebruik van de
voorzieningen zoals roosters, ramen en deuren. De stromingsrichting van ventilatielucht is
onbeheersbaar en zeer afhankelijk van temperatuur en/of winddruk. Met natuurlijke
ventilatie zijn de gestelde minimale ventilatie eisen (niveau bestaande bouw) uit het Bouwbesluit afdeling 3.6 niet te garanderen (en kan het nieuwbouwniveau, waarbij ook eisen worden gesteld aan comfort en regelbaarheid, in geen geval gerealiseerd worden). Zo is de stromingsrichting van lucht tussen de ruimten niet te garanderen. Lucht kan vanuit bijvoorbeeld toilet of badkamer terugstromen naar een verblijfsgebied.
Het bouwbesluit stelt in artikel 3.40.4 (bestaande bouw): Ten minste 21dm3/s van de
capaciteit van de afvoer van de binnenlucht uit een verblijfsruimte waarin zich een opstelplaats voor een kooktoestel, als bedoeld in artikel 3.38, derde lid, bevindt, wordt
rechtstreeks naar buiten afgevoerd. (...)
Het bouwbesluit stelt in artikel 3.40.5: De afvoer van binnenlucht uit een toiletruimte of een
badruimte vindt rechtstreeks naar buiten plaats. (...)
Uit deze artikelen valt vast te stellen dat het Bouwbesluit eist dat er controle is over de
stromingsrichting van de ventilatielucht. De stromingsrichting van natuurlijke
ventilatielucht kan beïnvloed worden door wind en temperatuur. Voorkomen dient te worden
dat ongewenste luchtstromingsrichtingen ontstaan vanuit sanitaire ruimten en/of een
keuken, anders wordt niet voldaan aan de gestelde eisen uit het Bouwbesluit ten aanzien van
het gewenste luchtkwaliteitsniveau. (…)
5.Vraagstelling
Welke nadelige gevolgen (schade) heeft het voor de woning, wanneer de ventilatie niet kan
voldoen aan het BB2012 en/of wanneer een MV buiten gebruik wordt gelaten?
Beantwoording:
Niet of slecht ventileren heeft direct nadelige gevolgen voor de luchtkwaliteit en luchtvochtigheid. Een woning kan klam en benauwd aan gaan voelen. De bewoner kan hoofdpijnklachten en concentratieproblemen krijgen in een benauwde ruimte (zuurstof tekort /te veel CO2). Lange termijneffecten voor de woning zijn schimmelvorming op wanden, vloeren en plafonds. Dit zal met name snel naar voren komen in badruimten en keukens, maar mogelijk ook in andere ruimten. Schimmelvorming in een ruimte heeft invloed op de luchtkwaliteit en zal hierdoor uiteindelijk ook weer van invloed zijn op de gezondheid van de bewoner. Goede mechanische ventilatie is noodzaak in een luchtdicht gebouwde en goed geïsoleerde woning. (…)
6.Vraagstelling
Acht NRI het raadzaam als de Alliantie het een huurder toestaat om een open verbrandingstoestel in gebruik te nemen of te houden? Onder welke omstandigheden?
Beantwoording:
Vanuit NRI raden wij woonstichting de Alliantie af open verbrandingstoestellen in de huurwoningen toe te staan. NRI staat voor een veilige en gezonde leefomgeving voor mens en milieu. Open verbrandingstoestellen vormen een risico voor deze veilige en gezonde
leefomgeving.
Ook een koolmonoxidemelder monteren is niet de oplossing van het probleem. De bron (open verbrandingstoestel) blijft namelijk bestaan. Een melder wordt in de regel niet onderhouden en dient volgens opgaaf fabrikant frequent getest te worden. De afhankelijkheid van bewonersgedrag bepaalt de veilige werking van een melder. De menselijk faalfactor is hierbij te groot.
Afsluitend kan worden gesteld dat een schoorsteenbrand, als mogelijk indirect gevolg van
onvolledige verbranding en/of onvoldoende vegen van het schoorsteenkanaal, bij een op vaste brandstoffen gestookt verbrandingstoestel, niet direct wordt voorkomen door plaatsing van een koolmonoxidemelder. (…)
Conclusie
In deze notitie is te lezen dat NRI het gebruik van open verbrandingstoestellen vanwege veiligheids- en gezondheidsoverwegingen afraadt in woningen. Zeker na verduurzaming
waarbij de thermische buitenschil wordt geïsoleerd en de schil kierdicht wordt afgewerkt,
kan het opstellen van een (open)verbrandingstoestel zeer grote risico's met zich meebrengen. De belangrijkste risico's zin omschreven in dit rapport. Dit betreft kort samengevat:
•Koolmonoxide vergiftiging.
•Gezondheidsklachten.
•Schoorsteenbrand (in het geval dat een vaste brandstof zoals hout wordt gebruikt).
Het verdient de aanbeveling dat de Alliantie dit soort toestellen niet meer toestaat in een
woning in de bebouwde omgeving.’