In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om een hoger beroep van Pizzeria Mama Mia tegen Juwelier Visser B.V. over de huurprijs van een bovenwoning die onderdeel uitmaakt van een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte. De kern van het geschil betreft de vraag of de huurprijs van de bovenwoning bij de huurprijsherzieningsprocedure betrokken had moeten worden. Mama Mia stelt dat zij geen huurachterstand heeft, maar recht heeft op terugbetaling van teveel betaalde huur over de periode van juli 2018 tot april 2022. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat de huurprijs voor de bovenwoning ten onrechte was meegenomen in de herzieningsprocedure, wat leidde tot een te hoge huurprijs. Het hof oordeelt dat de bovenwoning inderdaad niet bij de huurprijsherzieningsprocedure betrokken had moeten worden, en dat Mama Mia recht heeft op terugbetaling van een bedrag van € 3.869,90 aan teveel betaalde huur. Daarnaast wordt de vordering van Mama Mia over teveel betaalde btw afgewezen, omdat deze geen schadepost vormt. Het hof bevestigt dat de kosten van de deskundigen door beide partijen gedeeld moeten worden. De uitspraak leidt tot een gedeeltelijke vernietiging van het eerdere vonnis van de kantonrechter, waarbij Visser wordt veroordeeld tot terugbetaling van de teveel betaalde huur en wettelijke handelsrente.