ECLI:NL:GHARL:2024:1044

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
200.293.795/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over betalingsverplichtingen en aansprakelijkheid van bestuurders in een civiele zaak tussen leveranciers en afnemers van vleesproducten

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om een hoger beroep van Real Veal B.V. tegen Foodmasters B.V. en andere betrokken partijen. De zaak betreft een geschil over de betaling van vleesproducten die door Real Veal aan Foodmasters zijn geleverd. Het hof heeft vastgesteld dat Real Veal deels in haar bewijsopdracht is geslaagd, wat betekent dat Foodmasters een deel van de vordering moet betalen. Het hof heeft geoordeeld dat Foodmasters € 14.658,69 aan Real Veal moet betalen, vermeerderd met wettelijke handelsrente. Daarnaast is het beroep van Foodmasters op aansprakelijkheid van de bestuurders van Foodmasters afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat deze bestuurders persoonlijk een ernstig verwijt kon worden gemaakt. Het hof heeft de proceskosten verdeeld, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt, en heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan op 13 februari 2024.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.293.795/01
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 500191
arrest van 13 februari 2024
in de zaak van
Real Veal B.V.,
die is gevestigd in Baarle-Nassau,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de rechtbank optrad als eiseres en als verweerster in de tegenvordering,
hierna:
Real Veal,
advocaat: mr. R.G.M. van der Pas, die kantoor houdt in Ulvenhout,
tegen

1.Foodmasters B.V.,

die is gevestigd in Lelystad,
bij de rechtbank optrad als gedaagde en als eiseres in de tegenvordering,
en zelf ook hoger beroep heeft ingesteld,
hierna:
Foodmasters,
2. Ilias Foods B.V.,
die is gevestigd in Emmeloord,
hierna:
Ilias Foods,
3. KLN Meat B.V.,
die is gevestigd in Lelystad,
hierna:
KLN Meat,
4. [geïntimeerde4],
wonende te [woonplaats1] ,
hierna:
[geïntimeerde4],
5.
[geïntimeerde5],
wonende te [woonplaats2] ,
hierna:
[geïntimeerde5],
en bij de rechtbank optraden als gedaagden,
hierna samen:
Foodmasters c.s.,
advocaat: mr. R. Zwiers, die kantoor houdt in Almere.

1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

1.1
Na het arrest van 2 augustus 2022 [1] heeft op 12 mei 2023 en 8 november 2023 een verhoor van getuigen plaatsgevonden.
1.2
Nadat het verhoor van getuigen is gesloten, is de zaak verwezen naar de rol van 21 november 2023 voor beraad door partijen. Daarop is door Real Veal arrest gevraagd. Food Masters c.s. hebben zich niet uitgelaten.
1.3
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald op het voor het arrest van 2 augustus 2022 gevormde procesdossier, aangevuld met de processen-verbaal van de verhoren van
8 mei 2023 en 8 november 2023.

2.Het oordeel van het hof

Inleiding
2.1
Het hof zal oordelen dat Food Masters alsnog een deel van de vordering van
Real Veal moet betalen, vermeerderd met rente en kosten, en dat voor het overige niets van de vorderingen van Real Veal en van Food Masters toewijsbaar is. Dat wordt hierna uitgelegd. De bezwaren (grieven) zullen daarbij thematisch worden behandeld.
Bewijsopdracht
2.2
Real Veal is in het arrest van 2 augustus 2022 opgedragen te bewijzen feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat zij aan Food Masters (conform daartoe gedane bestellingen) heeft geleverd de vleesproducten genoemd in de facturen met nummers 179880, 180159 en alle door haar op naam van Food Masters opgemaakte facturen vanaf 17 mei 2019 tot en met 2 augustus 2019 (met nummers 181451 - 183363); een en ander als opgesomd in de dagvaarding van 25 maart 2020.
2.3
Real Veal heeft daarop één getuige doen horen, te weten haar voormalig chauffeur [naam1] . Food Masters heeft als getuige haar (middellijk) bestuurder [geïntimeerde5] doen horen.
2.4
Getuige [geïntimeerde5] heeft onder ede verklaard dat Food Masters tot medio mei 2019 vleesproducten van Real Veal heeft afgenomen. Die vleesproducten werden door Food Masters opgehaald bij slachterij Worst nadat die eerder telefonisch waren besteld en niet schriftelijk waren bevestigd. [geïntimeerde5] heeft verklaard dat er bij het ophalen van het vlees altijd twee pakbonnen waren, waarvan er één naar zijn zeggen altijd afgetekend werd afgegeven en de andere pakbon werd behouden. Na ontvangst van de factuur werd de inhoud daarvan aan de hand van de meegenomen pakbon gecontroleerd en als die twee documenten met elkaar klopten, werd de pakbon weggegooid. Volgens [geïntimeerde5] zijn de vleesproducten genoemd in de facturen 179880 (van 18 januari 2019, die ziet op leveringen op 15, 17 en 18 januari 2019) en 180159 (van 8 februari 2019, die ziet op leveringen van 5 en 6 februari 2019) niet besteld en afgenomen, dit omdat bij die facturen geen afgetekende pakbon zat en zij zelf geen meegenomen pakbonnen hebben overgehouden, waarvoor geen facturen ontvangen zijn.
2.5
Getuige [naam1] heeft verklaard dat hij in een periode, waarvan hij denkt dat het ongeveer een jaar is geweest, 1 à 2 keer per week besteld vlees voor Food Masters bij slachterij Worst achterliet met één daarbij behorende pakbon. De tweede pakbon behield [naam1] en gaf hij na het afleveren van het vlees bij slachterij Worst weer terug aan
Real Veal. Die pakbon was nooit afgetekend. [naam1] heeft verder verklaard dat hij er nimmer op is aangesproken dat een voor Food Masters bij slachterij Worst gebrachte bestelling niet was opgehaald.
2.6
Tegen de achtergrond van het vaststaande feit dat Real Veal ook na 8 februari 2019 geruime tijd aan vleesproducten via slachterij Worst is blijven leveren en vaststaat dat Food Masters in ieder geval tot medio 2019 op die wijze vleesproducten van Real Veal heeft afgenomen, acht het hof het op basis van de verklaring van [naam1] waarschijnlijk dat de bestellingen van de facturen 179880 en 180159 door Foodmasters zijn opgehaald. Hierbij weegt mee dat in de door Food Masters zelf gegeven opstelling van volgens haar verschuldigde en betaalde facturen in de betreffende weken van 18 januari 2019 en
8 februari 2019 geen andere facturen van Real Veal zijn opgenomen en daardoor de opsomming van facturen juist in die weken steeds een week verspringt (van 11 naar
25 januari 2019 en van 1 naar 15 februari 2019) terwijl in de andere weken van die periode er iedere week een factuur van Real Veal is ontvangen. Dit betekent dat Real Veal geslaagd is in haar bewijsopdracht voor zover het gaat om de facturen 179880 en 180159.
2.7
Wat betreft de facturen vanaf 17 mei 2019 tot en met 2 augustus 2019 (met nummers 181451 – 183363) komt het hof tot een ander oordeel. Food Masters heeft gemotiveerd bestreden dat zij de in die facturen vermelde vleesproducten bij Real Veal heeft besteld en (via slachterij Worst) van Real Veal ook heeft afgenomen. Dat die producten door
Food Masters (telefonisch) zijn besteld, wordt door geen bewijsmiddel ondersteund. Dat die producten door Food Masters zijn afgenomen, wordt ook niet bevestigd. De enkele verklaring van [naam1] is hier niet genoeg omdat hij ook verklaart dat hij de heren van Foodmasters nooit bij slachterij Worst heeft gezien en de vleesproducten steeds alleen op naam van Food Masters bij slachterij Worst heeft achtergelaten. Verder is zijn bemoeienis daarmee niet gegaan, terwijl hij niet concreet is over de periode dat hij voor Food Masters vleesproducten bij slachterij Worst heeft gebracht. Dat Real Veal wel facturen heeft opgesteld en naar het haar bekende adres van Food Masters heeft gezonden, waarop zij naar haar zeggen geen reactie heeft gehad, en over (ongetekende) pakbonnen van de leveringen en de batchcodes aangaande de slachtingen beschikt, is onvoldoende om aan te nemen dat
Food Masters de daarin bedoelde producten wel heeft besteld en afgenomen. De omstandigheid dat Food Masters haar stelling dat zij vanaf medio mei 2019 van een andere leverancier dergelijke vleesproducten is gaan afnemen, op geen enkele wijze heeft onderbouwd (bijvoorbeeld met facturen van de nieuwe leverancier), laat ruimte voor twijfel over de juistheid van die stelling, maar dat is onvoldoende om het gebrek te repareren in de onderbouwing en het bewijs door Real Veal voor het bestellen en het leveren van het vlees, zoals berekend in genoemde facturen.
2.8
Het voorgaande leidt ertoe dat Food Masters de door Real Veal berekende bedragen van € 8.584,79 (179880) en € 4.773,89 (180159) verschuldigd is.
Wijziging van eis
2.9
Real Veal heeft in hoger beroep haar vordering gewijzigd in verband met de toerekening van de door haar van Food Masters ontvangen betalingen. Daardoor is volgens haar van de factuur 181091 nog € 133,68 onbetaald en van de factuur 181270 nog € 159,89. Deze bedragen vordert Real Veal alsnog, te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf 11 november 2019 onderscheidenlijk 12 september 2019.
2.1
Food Masters bestrijdt niet dat zij deze twee facturen later heeft betaald dan
Real Veal met een op de factuur vermelde betalingstermijn van 14 dagen verwachtte. Zij bestrijdt ook niet dat zij die facturen in twee termijnen heeft betaald. Real Veal heeft niet uitgelegd op basis waarvan tussen partijen een betalingstermijn van 14 dagen zou gelden. Het hof gaat voor het verschuldigd worden van wettelijke handelsrente dan ook uit van de in lid 2 van artikel 6:119a BW neergelegde regeling, te weten vanaf 30 dagen na ontvangst van de factuur. Anders dan Food Masters meent, is een aanmaning of herinnering daarvoor niet vereist. De wettelijke handelsrente is daarom van rechtswege verschuldigd.
2.11
Dat Food Masters bij haar betalingen steeds het factuurnummer heeft genoemd en daarmee beoogde de hoofdsommen van de facturen te betalen, staat aan de toepasselijkheid van de in artikel 6:44 BW neergelegde regeling niet in de weg. Met haar betalingen is daardoor steeds eerst de verschenen rente voldaan, waarna het meerdere in mindering strekte op de openstaande hoofdsom. Een nadere handeling – of zelfs een weigering van een betaling, zoals Food Masters meent – is daarvoor niet nodig.
2.12
Real Veal heeft de nu nog openstaande bedragen op genoemde facturen niet met een berekening toegelicht. Food Masters heeft de juistheid daarvan bestreden en zich op daartoe overgelegde berekeningen beroepen. Volgens Food Masters moet bij toepassing van de imputatieregeling een en ander worden berekend op € 130,45 voor factuur 181091 en op € 158,09 voor factuur 181270. Omdat Real Veal daar verder niet op is ingegaan, neemt het hof de juistheid daarvan aan en zullen deze bedragen in de toewijzing worden betrokken.
Tussenconclusie over wat verschuldigd is
2.13
Per saldo volgt uit het voorgaande dat Food Masters nog € 13.647,22 (€ 8.584,79 + € 4.773,89 + € 130,45 + € 158,09) aan Real Veal moet betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na factuurdatum.
Buitengerechtelijke kosten
2.14
Real Veal vordert vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Op de berekening daarvan is ingevolge het bepaalde in de leden 5 - 7 van artikel 6:96 BW het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing. Het gaat immers om de incasso van een uit een handelsovereenkomst voortvloeiende verbintenis tot betaling van een geldsom, die onder het bereik van die regeling valt. Dit betekent dat voor de verschuldigdheid van de vergoeding van buitengerechtelijke kosten niet relevant is welke incassohandelingen de schuldeiser heeft verricht en dat een enkele brief in beginsel voldoende is. Real Veal heeft op 11 februari 2020 een sommatiebrief gestuurd en op
11 en 13 maart 2020 aanmaningen. Food Masters is Real Veal daarom een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten verschuldigd. Het tarief verschuldigd overeenkomstig het Besluit wordt berekend over het toewijsbare bedrag en leidt tot € 1.011,47.
Onaanvaardbaarheid
2.15
Food Masters heeft nog betoogd dat toewijzing van wettelijke handelsrente en een vergoeding van buitengerechtelijke kosten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is omdat Real Veal daarop volgens haar zonder nadere aankondiging aanspraak is gaan maken. Het hof passeert dit beroep. Wettelijke handelsrente is bij te late betaling van rechtswege verschuldigd. Dat sprake zou zijn van een (stilzwijgende) overeenkomst dat Real Veal geen aanspraak zou maken op wettelijke rente is niet onderbouwd en volgt nog niet uit de omstandigheid dat zij dat eerder niet heeft gedaan. Ook volgt daaruit nog niet dat Real Veal haar aanspraak daarop zou hebben verwerkt. Ook voor een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten bij handelstransacties geldt dat die bij te late betaling van rechtswege verschuldigd is (artikel 6:96 lid 4 BW).
Onverschuldigde betaling
2.16
Food Masters voert aan dat zij op de factuur van Real Veal met nummer 179413 van 14 december 2018 € 10.000 heeft betaald terwijl zij op die factuur slechts € 6.562,63 was verschuldigd. Dit leidt er volgens haar toe dat zij € 3.437,37 teveel heeft betaald en dat zij dat bedrag, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf 20 mei 2020, van Real Veal terug moet ontvangen.
2.17
Met haar betoog ziet Food Masters er aan voorbij dat voor de vraag of zij teveel heeft betaald niet beslissend is of op factuur 179413 te veel is betaald maar of zij, afgezet tegen wat Real Veal in totaal terecht aan haar in rekening heeft gebracht, te veel heeft betaald. Gelet op wat hiervoor is overwogen, is dat niet het geval. Food Masters is nog een bedrag aan Real Veal verschuldigd. Daarnaast laat zich niet inzien dat Food Masters welbewust meer contant betaalt dan zij op dat moment meent verschuldigd te zijn. Uit het door haar bij de rechtbank overgelegde – en door Real Veal betwiste – overzicht volgt immers dat zij meende dat zij op het moment dat zij die € 10.000 betaalde – volgens haar 14 december 2018 – alle eerdere facturen al had voldaan. Dat zij meer zou hebben betaald, omdat [naam2] meer geld wilde hebben, zoals [geïntimeerde5] als getuige heeft verklaard, acht het hof zonder nadere onderbouwing, die niet is verstrekt, niet geloofwaardig.
2.18
Verder geldt dat Real Veal ten behoeve van de mondelinge behandeling bij de rechtbank een overzicht heeft overgelegd van facturen en daarop gedane betalingen. In dat overzicht heeft Real Veal een van Food Masters ontvangen bedrag van € 10.000 afgeboekt op haar factuur van 24 december 2018 (179510) ad € 10.739,91. Dat die afboeking in verband staat met een andere contante betaling van € 10.000 door Food Masters in diezelfde periode, zoals zij kennelijk stelt, is niet onderbouwd. Dat Food Masters zo’n betaling zou doen zonder daarvoor in enigerlei vorm een kwitantie te vragen en te krijgen is onaannemelijk. De verklaring van [geïntimeerde5] als getuige laat ook de mogelijkheid open dat hij [naam1] op een willekeurige factuur die hij op dat moment bij zich had (factuur 179413) heeft laten tekenen voor de ontvangst van € 10.000. Hij verklaart namelijk: “De factuur waarop [naam1] zijn handtekening had gezet had ik bij mij. Die had ik bij mij omdat ik de facturen van Real Veal in een map had zitten en die map had ik bij mij. Omdat ik een handtekening wilde voor mijn betaling heb ik die op de factuur laten plaatsen”. Het hof volgt Real Veal dan ook in haar betoog dat zij de € 10.000 feitelijk heeft ontvangen op 31 januari 2019, als betaling op de factuur van € 10.739,91. Daarmee faalt het hoger beroep van Food Masters.
Bestuurdersaansprakelijkheid
2.19
Real Veal voert verder aan dat wat onbetaald is gebleven, verhaald mag worden op de (middellijk) bestuurders van Food Masters, te weten Ilias Foods, KLN Meat,
[geïntimeerde4] en [geïntimeerde5] (hierna: [geïntimeerde5] c.s.). Real Veal stelt daartoe dat zij via Food Masters bestellingen bij haar hebben geplaatst op een moment dat die vennootschap onvoldoende eigen vermogen had en onvoldoende dekking bood voor de nakoming door die vennootschap van aangegane verplichtingen.
2.2
Indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is echter, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Daarmee gelden voor het aannemen van aansprakelijkheid van een bestuurder naast de vennootschap hogere eisen dan in het algemeen het geval is.
2.21
Het hof oordeelt dat door Real Veal te weinig is gesteld op grond waarvan [geïntimeerde5] c.s. een persoonlijk, ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het door hen bestrijden van de vordering van Real Veal levert op zichzelf niet een dergelijk verwijt op. De stelling dat voor Food Masters en hun (middellijk) bestuurders vanaf het begin duidelijk was dat zij, Food Masters, haar verplichtingen uit de koopovereenkomsten niet zou hebben kunnen nakomen, is onvoldoende onderbouwd en stuit al daarop af dat niet vaststaat dat Food Masters haar verplichtingen niet alsnog kan nakomen en dat de vordering van Real Veal onverhaalbaar is of zal zijn. Dat Food Masters al snel na aanvang van het gaan doen van zaken met Real Veal de termijn van betaling van facturen liet oplopen, zegt niets beslissends over de draagkracht van Food Masters. Uit het feit de vermogens van Food Masters, Ilias Foods en KLN Meat per einde 2019 negatief zouden zijn, volgt evenmin dat [geïntimeerde5] c.s. daaraan noodzakelijkerwijs de conclusie hadden moeten verbinden dat Food Masters niet in staat zou zijn de verplichting tot betaling van de bestelde en afgenomen partijen vlees te dragen. Het oordeel dat [geïntimeerde5] c.s. geen ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt, strekt zich uit tot hun persoonlijke vennootschappen Ilias Foods en KLN Meat, waarvan zij enig bestuurder zijn.
2.22
In zoverre faalt het hoger beroep van Real Veal eveneens.
Kosten procedure rechtbank
2.23
De uitkomst van het voorgaande is dat van het door Real Veal gevorderde bedrag het merendeel niet toewijsbaar is en dat daarnaast er geen reden is om ook [geïntimeerde5] c.s. te veroordelen in wat Food Masters (alsnog) aan Real Veal moet betalen. Real Veal geldt daarmee als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, als het gaat om haar bij de rechtbank ingestelde vordering. Er is daarom geen reden om anders over de proceskosten beslissen dan de rechtbank heeft gedaan. Ook in zoverre heeft het hoger beroep van
Real Veal geen succes.
De conclusie
2.24
Het hoger beroep van Real Veal slaagt deels. Food Masters moet nog € 14.658,69 betalen, vermeerderd met rente. Het hoger beroep van Food Masters treft geen doel.
2.25
Omdat het hoger beroep van Real Veal niet zonder grond is ingesteld en alsnog een deel van de vordering van Real Veal wordt toegewezen, bepaalt het hof dat in dat hoger beroep elke partij zijn eigen kosten moet dragen (compensatie van proceskosten).
2.26
Food Masters zal in haar eigen beroep als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten daarvan worden verwezen.
2.27
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

3.De beslissing

Het hof:
3.1
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, voor zover in reconventie gewezen, van 30 december 2020;
3.2
vernietigt het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, voor zover in conventie gewezen, van 30 december 2020, behalve de beslissingen 5.2 tot en met 5.4 die hierbij worden bekrachtigd, en beslist:
3.3
veroordeelt Food Masters B.V. tot betaling aan Real Veal van € 14.658,69, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over € 8.584,79 vanaf 19 februari 2019, over € 4.773,89 vanaf 9 maart 2019, over € 130,45 vanaf 11 november 2019 en over € 158,09 vanaf 12 september 2019;
3.4
bepaalt in het hoger beroep van Real Veal dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.5
veroordeelt Food Masters in haar beroep tot betaling van de volgende proceskosten van Real Veal: € 429,- aan salaris van de advocaat van Real Veal (1 procespunt × 0,5 × appeltarief I à € 858,-)
3.6
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.7
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.F. Boele, O.E. Mulder en W.A.J. Hoorneman, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2024.