Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
“
De schuldenaar erkent hoofdelijk met ingang van de jaren tweeduizend vier tot en met
(€ 65.000,-),(…)
. Voor deze geldlening gelden de navolgende bepalingen en bedingen:
2.Rente
van in totaal en maximaal(…)
(€ 10.000,-) te voldoen bij aflossing van de lening.(…)
.
3.Aflossing
4.Opeisbaarheid
, alsmede bij zijn overlijden;(…)
Erfdeel man
3.Het oordeel van het hof
Het spoedeisend belang
Is de vordering van [geïntimeerde] op [appellante] verjaard?
22 september 2013 opeisbaar en op 23 september 2018 verjaard.
Naar het oordeel van het hof is hetgeen [appellante] aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd, in het licht van de gemotiveerde betwisting door [geïntimeerde] , onvoldoende aannemelijk geworden om haar vordering toe te kunnen wijzen. De uitleg die [geïntimeerde] aan de overeenkomst geeft is ook niet bijzonder onaannemelijk. Om tot een oordeel te komen over de bedoeling van partijen ten aanzien van de opeisbaarheid van de geldlening, en in het verlengde daarvan of de vordering van [geïntimeerde] op [appellante] al dan niet is verjaard, is nadere bewijslevering noodzakelijk, bijvoorbeeld door het doen horen van de notaris die de akte heeft opgemaakt. De aard van deze procedure in kort geding leent zich daar niet voor. Dit betekent dat het door [appellante] gevorderde verbod aan [geïntimeerde] om de notariële akte ten uitvoer te leggen niet kan worden toegewezen. Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.
De proceskosten
€ 2.366,- voor salaris advocaat (2 procespunt x appeltarief II à € 1.183,-).
4.De beslissing
21 november 2023.