Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
Ik heb ook tegen de vader van [appellant] gezegd dat de platen niet mochten worden gestukt. Dat heeft [geïntimeerde] ook gezegd. Toen ik dat tegen [appellant] heb gezegd was ik alleen met hem. Later zal de heer [geïntimeerde] er ook geweest zijn maar ik weet niet wat daar is besproken.”
Ik heb gezegd dat op die platen niet gestukt mag worden. (…) Ik heb nagevraagd bij de leverancier, of er op cempanel platen gestukt mag worden, de leverancier zei dat dat niet kon. Dat heb ik tegen meneer [de vader][ [de vader] , toevoeging hof]
gezegd. Ik heb tegen [de vader] gezegd dat er andere platen op moesten, maar dat vond hij te duur. We hebben gezegd tegen de klant, het kan niet, maar als de klant het dan toch wil dan voeren we het toch uit. (…)
U vraagt mij wat ik kan verklaren over de vraag of [de vader] gewaarschuwd is. Ik zeg daarop het volgende: hij kreeg een brief van de gemeente dat het niet goed was met de opbouw. Ik heb toen nog gesuggereerd een revisietekening in te leveren, maar dat wilden ze niet. Zij wilden dat het gestuct werd en dat er een rond raam ingezet werd. Ik heb toen nog gezegd dat al de platen er dan af moesten, omdat deze platen die ademen niet, maar dat wilden ze niet. U vraagt mij naar meer details over hoe dat gegaan is. Ik werd gebeld door [de vader] die mij vertelde dat de gemeente de opbouw had afgekeurd. Ik heb toen gezegd, ik kom wel even langs en ik ben toen ’s morgensvroeg een keer daarnaartoe gegaan. Ik heb toen nog gevraagd: wil je niet toch een revisietekening? Want zij wilden geen stucwerk aan het begin toen we die opbouw zouden bouwen. (. . .) Ik heb toen nog gezegd: ik moet wel even kijken of dat kan, maar ik had al bedacht dat dat waarschijnlijk niet kon, want dat is wel eens vaker gebeurd. Ik ben toen naar onze bouwmaterialenhandel geweest om te vragen of je op die panelen kon stucen en ik heb toen gezegd dan kom ik een keertje langs met de stukadoor om het te bespreken. De bouwmaterialenhandel heeft toen gezegd dat je hier niet op kon stucen. Ik heb toen met hem gebeld en gezegd dat je er niet op kon stucen en gezegd: maar dan kom ik langs met de stukadoor en dan hebben we het erover wat we kunnen doen. (…) Die tweede afspraak met de stukadoor heeft plaatsgevonden bij [appellant] , [de vader] was erbij, ik was erbij en de stukadoor was erbij.
U vraagt mij hoe vaak ik met iemand van de familie [appellant] heb gesproken voordat ik het stucwerk heb aangebracht. Ik zeg u dat [geïntimeerde] met de familie [appellant] gesproken heeft en ik vervolgens het werk gedaan heb. U vraagt mij of ik ooit bij een bespreking met de heer [geïntimeerde] geweest ben en de heer [appellant] . Ik ben geloof ik één keer bij een bespreking geweest met [geïntimeerde] en ik dacht met de vader [appellant] . U vraagt mij waar deze bespreking was. Ik zeg u iemand heeft toen voor mij de deur open gedaan. U vraagt mij waar dat was, dat was bij de woning. Iemand moest voor mij de deur opendoen zodat ik aan de slag kon. Toen ik aan het werk ging, was ik niet alleen, maar was er ook iemand van het timmerbedrijf aanwezig. De dag erna was er niemand en moest er iemand voor mij open doen. Ik heb nooit met iemand van de familie [appellant] gesproken. Mijn werkgever zegt mij welk werk ik moet doen en iemand heeft de deur voor mij open gedaan en toen heb ik het werk gedaan, maar ik heb niet met iemand gesproken. U vraagt mij te verduidelijken, omdat ik eerder zei dat ik een keer bij een bespreking geweest was. Ik bedoelde daarmee ik ben één keer daar geweest en iemand heeft de deur voor mij open gedaan. U vraagt mij of ik ooit met iemand van de familie [appellant] heb gesproken. Ik heb één keer met iemand gesproken tijdens de pauze, want toen kreeg ik koffie. Dat was met mevrouw [appellant] . Ik was toen ook niet alleen, er was ook ander personeel bij.
U vraagt mij hoe dat ging nadat ik van de gemeente had gehoord dat de afbouw was afgekeurd. Wij hebben toen contact opgenomen met de heer [geïntimeerde] en besproken dat er alsnog gestuct moest worden. U vraagt mij wie ik bedoel met wij en ik denk dat ik dat geweest ben. U vraagt mij ook hoe ik contact heb opgenomen, dat weet ik niet meer precies maar dat was per telefoon en met appjes, een combinatie daarvan. Wat daar toen is besproken, is dat er alsnog gestuct moest worden. Er is toen helemaal niet gewaarschuwd dat dat stucen niet zou kunnen. De heer [geïntimeerde] is toen ook nog een keer bij ons thuis geweest.
Na veel heen en weer gebeld hebben wij besloten dan maar €5000 te betalen want er moest speciale lijm op de gevel aangebracht worden en speciaal lijm door het stucwerk voor hechting.” Ook [geïntimeerde] bevestigt dat gesproken is over aanvullende maatregelen die genomen konden worden. Partijen zijn het er dus over eens dat er initieel gesproken is over de vraag of er op de panelen gestukt kon worden. Volgens geen van de verklaringen is bij het eerste gesprek over dit onderwerp aangegeven dat er niet gestukt kon worden: ook [geïntimeerde] zelf heeft immers verklaard dat hij heeft gezegd dat hij nog “
wel even moest kijken of dat kon”. Ook in het telefoongesprek van [geïntimeerde] met [de vader] heeft [geïntimeerde] volgens zijn verklaring weliswaar gezegd dat je op de panelen niet kon stuken, maar ook “(…)
dan kom ik langs met de stukadoor en dan hebben we het erover wat we kunnen doen.” Dat is onvoldoende voor een waarschuwing voor de problemen die kunnen ontstaan door stucwerk aan te brengen op de panelen, omdat deze mededeling suggereert dat aanvullende maatregelen – die ook daadwerkelijk zijn getroffen – stuken toch mogelijk zouden kunnen maken.