ECLI:NL:GHARL:2023:9410

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
200.320.609/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatigheid van uitlatingen in televisieprogramma en rectificatie vordering

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde1] en Talpa TV B.V. De zaak betreft uitlatingen die in het televisieprogramma 'Vandaag Inside' zijn gedaan over [appellant]. De centrale vraag is of deze uitlatingen onrechtmatig zijn en of [appellant] recht heeft op rectificatie. Het hof oordeelt dat de uitlatingen niet onrechtmatig zijn. De uitlatingen betroffen beschuldigingen van chantage en het opzetten van een bolwerk om een politieke tegenstander te liquideren. Het hof weegt de vrijheid van meningsuiting van [geïntimeerde1] zwaarder dan het recht van [appellant] op bescherming van zijn eer en goede naam. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter, die eerder de vorderingen van [appellant] had afgewezen. [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten van de tegenpartij.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.320.609/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, 546734)
arrest in kort geding van 7 november 2023
in de zaak van
[appellant],
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de rechtbank optrad als eiser,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. J. Oerlemans,
tegen

1.[geïntimeerde1] ,

die woont in [woonplaats2] ,
hierna:
[geïntimeerde1],
2.
Talpa TV B.V.,
die is gevestigd in Amsterdam,
hierna:
Talpa TV,
en die bij de rechtbank optraden als gedaagden (samen met Talpa Network B.V en Talpa TV Productions B.V.), hierna gezamenlijk:
Talpa c.s.,
advocaat: mr. R.P. de Vries.

1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

Na het tussenarrest van 2 mei 2023 heeft op 26 september 2023 een meervoudige mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Van de zitting is een verslag (proces-verbaal) gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd. Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1.
Vandaag Inside is een live televisieprogramma van SBS6, een zender van Talpa. In de uitzending van [datum] 2022 heeft [geïntimeerde1] zich uitgesproken over [appellant]
(hierna: de uitzending). De vraag in hoger beroep is of twee uitlatingen van [geïntimeerde1] over [appellant] in de uitzending ten opzichte van [appellant] onrechtmatig zijn.
2.2.
[appellant] heeft bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, zakelijk weergegeven, gevorderd (versterkt met een dwangsom) Talpa c.s. hoofdelijk te gebieden om zes uitspraken die [geïntimeerde1] in de uitzending over [appellant] heeft gedaan, in de eerstvolgende uitzending van Vandaag Inside te rectificeren onder het tonen van een foto van [appellant] . Voor het geval minder dan 1 miljoen kijkers de uitzending met rectificatie hebben bekeken, heeft [appellant] (versterkt met een dwangsom) gevorderd dat minstens
24 uur op de voor-/hoofdpagina van de website van Vandaag Inside een rectificatie wordt geplaatst.
2.3.
De voorzieningenrechter heeft deze vorderingen afgewezen en [appellant] veroordeeld in de proceskosten. Tegen dit vonnis is [appellant] met zeven bezwaren (grieven) opgekomen.
2.4.
[appellant] vordert in hoger beroep vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter en alsnog de toewijzing van zijn vorderingen. Daarbij heeft hij in hoger beroep zijn eis gewijzigd, in die zin dat in de gevorderde rectificatie ‘ [naam1] ’ staat en dit ‘ [naam1] ’ moet zijn. Ook heeft [appellant] in hoger beroep zijn eis verminderd, in die zin dat hij niet langer van zes maar van twee uitlatingen van [geïntimeerde1] in de uitzending rectificatie vordert en heeft [appellant] , voor het geval geoordeeld wordt dat niet beide uitlatingen gerectificeerd hoeven te worden, voor de zekerheid een primaire (rectificatie van beide uitlatingen), subsidiaire (rectificatie van de ene uitlating) en meer subsidiaire vordering (rectificatie van de andere uitlating) ingesteld.
2.5.
[geïntimeerde1] en Talpa TV hebben op de mondelinge behandeling bij het hof laten weten geen bezwaar tegen de eiswijziging te hebben. Op de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft [appellant] zijn (voorwaardelijk ingestelde) vordering tot het plaatsen van een rectificatie op de website van Vandaag Inside ingetrokken.
2.6.
Het hof zal het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigen. Dat wordt hierna uitgelegd. Daarvoor zijn allereerst de feiten van belang.

3.De feiten

3.1.
[appellant] is als juridisch adviseur en fiscalist werkzaam bij advieskantoor TaXeCo Adviseurs B.V. Hij is onder meer juridisch adviseur van [naam2] (in de media beter bekend als [naam2] , hierna: [naam2] ). [naam2] is een voormalige vriendin van [naam3] (hierna: [naam3] ). [naam2] heeft op 15 december 2000 tegen [naam3] aangifte gedaan van drie momenten van mishandeling en poging tot doodslag.
3.2.
Vandaag Inside is een live televisieprogramma van SBS6, waarin [geïntimeerde1] , samen met [naam4] en [naam5] en een wisselende tafelgast, door de week dagelijks het nieuws en de actualiteit bespreekt. Vandaag Inside richt zich op een algemeen publiek en trekt dagelijks ongeveer een miljoen kijkers. In de uitzending van [datum] 2022 heeft [geïntimeerde1] zich uitgelaten over [appellant] .
3.3.
Vanaf de veertiende minuut is in de uitzending het volgende gezegd:
[naam4] ( [naam4] ):
Daarover gesproken trouwens, ook als woordvoerder van [naam1] maar ook voor [naam3] zelf, mooi het nieuws natuurlijk dat ie vandaag te horen heeft gekregen.
[geïntimeerde1] :
Nou, ik treed in herhaling. Je weet ik heb een hekel aan mijn gelijk te halen, maar ik heb hier wel vijf keer gezegd als d’r mensen zaten die op [naam3] zaten te schelden en af te geven dat senior [naam1] die is uh gechanteerd door die [appellant] . Die heeft gewoon een brief gekregen: 'wij hebben contacten met iemand en die is mishandeld door jouw zoon en als je een x-bedrag, een paar ton, overmaakt dan zeggen wij er niks van'. Als [naam1] dat gedaan had, dat had ie best kunnen doen, had ie een hele hoop ellende bespaard, maar met de kans dat die gozer natuurlijk terugkwam. En dat heeft ie niet gedaan; hij is naar de politie gegaan.
[naam4] : Afdreiging, ja.
[geïntimeerde1] :
Uh, chantage. En toen zijn die gasten doorgegaan en toen hebben ze allemaal trucs ... toen hebben ze dat meisje laten bellen met [naam3] en zo. En de druk op [naam3] die natuurlijk een beetje een wild verleden heeft, die werd zo groot dat hij eigenlijk van tv moest, dat was niet meer houdbaar. Maar ik dacht er vandaag nog aan, aan die ellende. Kijk, ik ben een ervaringsdeskundige, hè. Ik ben nog even getrouwd geweest met een borderliner. En dan kom je in situaties dat je wel eens je af moet weren en je gewoon moet verdedigen en dan wordt er geduwd en getrokken en uh dat is waarschijnlijk in die relatie ook zo geweest. Maar er is nooit iets bewezen en het is echt minderwaardig wat die meneer [appellant] geflikt heeft om op deze wijze geld uh bij de familie [naam3] weg te halen met valse voorwendselen. Hetzelfde doet ie nou met die advocaat [naam6] ,
[naam4] :
[naam6] , ja.
[geïntimeerde1] :
Ja, [naam6] . Daar heeft hij een brief naar gestuurd of hij even wil verklaren dat er een collega van hem is die, die overschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden. En hij is op Internet bezig met [naam7] . Daar heeft hij vroeger ergens
[naam4] :
Ja, nee dat las ik ook ja.
[geïntimeerde1] :
mee samengewerkt en die is nu een heel bolwerk op aan het zetten om [naam7] te liquideren. En ik denk wat is dit voor gek, joh? Bij KPMG hebben ze hem eruit getrapt en toen eiste ie...
[naam4] :
Je zei wel weer liquideren hè, maar ga door ja ja.
[geïntimeerde1] :
Ja ja, maar dat mag toch tegenwoordig?
Tafelgast [naam8] :
Afscheid nemen van.
[geïntimeerde1] :
Afscheid nemen van. Elimineren. Bij KPMG eiste ie een waanzinnig bedrag. Maar het is natuurlijk wel prachtig dat [naam3] geseponeerd is maar dat de rechter wel gezegd heb: “maar die meneer gaan we wel vervolgen”. Echt een hele goede beslissing.
3.4.
In de uitzending is een foto van [appellant] getoond.

4.Het oordeel van het hof

Spoedeisend belang
4.1.
Dit is een kort geding. Dat betekent dat eerst moet worden onderzocht of [appellant] in hoger beroep (nog steeds) een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van zijn vordering. [1]
4.2.
[appellant] vordert rectificatie van uitlatingen die volgens hem onrechtmatig zijn omdat zij inbreuk maken op zijn persoonlijke levenssfeer en de bescherming van zijn eer en goede naam. [appellant] heeft toegelicht dat hij nog steeds nadelige gevolgen van de uitlatingen ondervindt. Daarmee is van een spoedeisend belang van [appellant] bij de gevorderde rectificatie in voldoende mate gebleken.
De twee uitlatingen waar het in hoger beroep nog over gaat
4.3.
In hoger beroep gaat het nog om de twee uitlatingen van [geïntimeerde1] : (1) de uitlating dat senior [naam1] is gechanteerd door [appellant] , die in een brief heeft gevraagd om overmaking van een x-bedrag, een paar ton en (2) de uitlating dat [appellant] bezig is om een heel bolwerk op te zetten om [naam7] te liquideren/elimineren.
De vordering tegen Talpa TV zal worden afgewezen
4.4.
Op de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft [appellant] toegelicht dat de vordering tegen Talpa TV is ingesteld om de situatie te voorkomen dat [geïntimeerde1] wel wil rectificeren, maar Talpa TV weigert dat uit te zenden. Dulden van of medewerking verlenen aan een mondelinge rectificatie van [geïntimeerde1] door Talpa TV vordert [appellant] echter niet. [appellant] vordert Talpa TV op straffe van het verbeuren van dwangsommen te veroordelen tot een mondelinge rectificatie door [geïntimeerde1] . Aan een dergelijke veroordeling kan Talpa TV niet voldoen, zodat de vordering tegen Talpa BV reeds op deze grond niet kan worden toegewezen.
Het toetsingskader voor de vordering van [appellant] tegen [geïntimeerde1]
4.5.
Op grond van artikel 6:167 BW kan een veroordeling tot rectificatie worden uitgesproken indien er sprake is van onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicaties van gegevens van feitelijke aard. Het begrip publicatie wordt hierbij ruim opgevat en kan zien op iedere openbaarmaking. In dit geval gaat het om uitlatingen van [geïntimeerde1] in het televisieprogramma Vandaag Inside. Bij de beoordeling van deze uitlatingen gaat het hof uit van de uitlatingen zoals hiervoor onder 3.3. (en geparafraseerd onder 4.3.) opgenomen.
4.6.
De vraag of van een ‘onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie’ sprake is, zal beoordeeld moeten worden binnen het kader waarin de uiting werd gedaan, met oog voor plaatselijke opvattingen en omstandigheden en de overige context. Bij de toepassing van artikel 6:167 BW dient verder artikel 10 EVRM in acht te worden genomen. Het gevorderde vormt immers een beperking op het in artikel 10 lid 1 EVRM neergelegde grondrecht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht kan ingevolge het tweede lid van artikel 10 EVRM slechts worden beperkt, indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam of rechten van anderen. Van een beperking die bij de wet is voorzien, is sprake wanneer de uitlatingen van [geïntimeerde1] onrechtmatig zouden zijn in de zin van artikel 6:162 BW.
4.7.
De voorzieningenrechter heeft - terecht en in hoger beroep onbestreden - voorop gesteld dat bij de vraag of de uitlatingen van [geïntimeerde1] in de uitzending onrechtmatig zijn jegens [appellant] twee fundamentele grondrechten aan de orde zijn, te weten:
- aan de kant van [appellant] het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en bescherming van de eer en goede naam ofwel reputatie (beschermd door artikel 10 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens (EVRM)) om niet op lichtvaardige wijze te worden blootgesteld aan ernstige verdachtmakingen en beschuldigingen die gebaseerd zijn op onjuiste dan wel onvolledige feiten, en:
- aan de kant van [geïntimeerde1] het recht op vrijheid van meningsuiting (beschermd door artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 EVRM) om zich in een televisieprogramma informerend, kritisch, opiniërend en waarschuwend uit te kunnen laten over misstanden die de samenleving raken.
4.8.
Om te bepalen welk grondrecht de doorslag geeft, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen. Deze belangenafweging moet in één keer geschieden, waarbij het oordeel dat één van beide rechten, gelet op alle ter zake dienende omstandigheden van het geval, zwaarder weegt dan het andere recht, meebrengt dat de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidstoets van artikel 8 lid 2 EVRM dan wel artikel 10 lid 2 EVRM. In het kader van de belangenafweging heeft de voorzieningenrechter onder meer de volgende omstandigheden relevant geacht: de aard van de gedane uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor de betrokkene, het medium waarin de uitlatingen zijn gedaan, de eigen positie in het maatschappelijk debat, de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal ten tijde van de uitzending en de totstandkoming en de inkleding van de uitlatingen.
Toepassing van het toetsingskader
Beide uitlatingen
4.9.
Bij beide uitlatingen betrekt het hof in zijn afweging dat Vandaag Inside op de nationale televisie wordt uitgezonden en een miljoenenpubliek heeft. De uitlatingen van [geïntimeerde1] hebben gelet daarop grote impact. Van [geïntimeerde1] moet worden verwacht dat hij zich bewust is van de impact van zijn uitlatingen en dat hij er daarom op let dat hij geen onnodig grievende uitlatingen doet, geen feiten verdraait en geen ongefundeerde verdachtmakingen uit.
4.10.
Wel moeten de uitlatingen van [geïntimeerde1] in samenhang met andere uitlatingen van [geïntimeerde1] in de uitzending worden beschouwd en in de context van het programma.
Vandaag Inside is een live televisieprogramma, waarin door [geïntimeerde1] en zijn collega’s
(door de week) dagelijks wordt ingegaan op het actuele nieuws. Vandaag Inside kenmerkt zich door drie vaste deelnemers die vaak stevige, gechargeerde en soms omstreden uitspraken doen over allerlei onderwerpen waarbij een eigen kijk wordt gegeven op het nieuws en de actualiteit. Het is geen zuiver journalistiek programma en de toon van het programma is informeel. Het staat [geïntimeerde1] vrij zich te bedienen van bewoordingen die met het gewone spraakgebruik overeenstemmen en van toonzettingen die hij voor zijn publiek geëigend acht, ook als die wat overdreven of provocerend zijn. Dat geen wederhoor wordt toegepast, is een keuze die valt onder de redactionele vrijheid die bij dit programma past en is op zichzelf niet onrechtmatig.
4.11.
In de afweging van het hof speelt verder mee dat [appellant] zich vanaf 27 oktober 2020 (met naam en zichtbaar in beeld) op sociale media in het publieke debat heeft begeven en dat hij daar zijn mening heeft gegeven over de familie [naam1] in scherpe bewoordingen. Dit betekent niet dat hij alles moet accepteren wat er over hem wordt gezegd, maar wel dat hij zich meer (negatieve) publiciteit moet laten welgevallen dan een willekeurig ander persoon. [geïntimeerde1] mag kritischer over hem zijn dan over een iemand die niet op die manier de publiciteit heeft opgezocht.
De eerste uitlating (verder)
4.12.
[geïntimeerde1] zegt dat [appellant] de familie [naam1] heeft gechanteerd. Voor zijn beschuldiging van [appellant] van chantage is nodig dat er serieus te nemen aanwijzingen zijn, die, in samenhang bezien, die beschuldiging kunnen dragen. Dit is wezenlijk anders dan het wettig en overtuigend bewijs van die beschuldiging. Het verschil in benadering is erin gelegen dat het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting meebrengt, dat ook niet strafrechtelijk bewezen beschuldigingen geuit mogen worden, maar dat deze beschuldigingen niet lichtvaardig mogen worden gedaan.
4.13.
De beschuldiging van chantage vindt naar het oordeel van het hof voldoende steun in het ten tijde van de uitzending beschikbare feitenmateriaal. Op de dag van de uitzending hebben verschillende nieuwsmedia bericht over de op die dag genomen beslissing van het OM om [appellant] te vervolgen voor poging tot afdreiging, in de volksmond ook wel chantage genoemd.
4.14.
Het OM heeft op de dag van de uitzending bekend gemaakt [naam3] niet te zullen vervolgen voor mishandeling en poging tot doodslag van [naam2] en [appellant] wel te zullen vervolgen voor een poging tot afdreiging van [naam3] en zijn familie. Omdat [naam3] en zijn familie publieke persoonlijkheden zijn en in Vandaag Inside het nieuws van de dag wordt besproken, is dit door [geïntimeerde1] in de uitzending aan de orde gesteld. Het onderwerp had nieuwswaarde en dit item in de uitzending droeg bij aan het publieke debat.
4.15.
De term chantage houdt een ernstige beschuldiging in van een strafbaar feit.
Deze opmerking van [geïntimeerde1] moet in samenhang met andere uitlatingen van [geïntimeerde1] in de uitzending worden beschouwd. Van belang is in dat verband dat [geïntimeerde1] het item over [appellant] heeft afgesloten met zijn opmerking dat [appellant] vervolgd zal gaan worden. Anders dan [appellant] meent, heeft [geïntimeerde1] daarmee zijn eerdere opmerking dat [appellant] de familie [naam1] heeft gechanteerd wel degelijk en duidelijk genuanceerd en dit niet als vaststaand feit gepresenteerd. Daarover kan bij het publiek van Vandaag Inside redelijkerwijs geen twijfel hebben bestaan.
4.16.
Het zit [appellant] vooral dwars, dat [geïntimeerde1] in de uitzending heeft gezegd dat hij in een brief om een x-bedrag, een paar ton heeft geëist. Het hof stelt vast dat [geïntimeerde1] het in de uitzending zo niet heeft gezegd. [geïntimeerde1] heeft gezegd dat in een brief is vermeld “
en als je een x-bedrag, een paar ton, overmaakt dan zeggen wij er niks van”.Door het eerst te hebben over “
een x-bedrag” en vervolgens over “
een paar ton” kan er bij het publiek van
Vandaag Inside redelijkerwijs geen twijfel over hebben bestaan dat [geïntimeerde1] een gissing uit de losse pols deed en niet wist om welk bedrag het ging. Maar dat het om geld ging, vindt voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal, meer in het bijzonder de vervolgingsbeslissing van het OM en berichtgeving over deze beslissing in diverse media zoals NOS, Nu.nl en Flair waarin is opgenomen dat [naam2] c.q. [appellant] in de brief om geld heeft gevraagd.
De tweede uitlating (verder)
4.17.
De uitlating van [geïntimeerde1] dat [appellant] “nu een heel bolwerk op aan het zetten [is] om [naam7] te liquideren/elimineren” moet in samenhang met andere uitlatingen van [geïntimeerde1] in de uitzending worden beschouwd en in de context van het programma. Van belang is in dat verband dat [naam4] [geïntimeerde1] direct na deze uitlating heeft aangesproken op het (weer) in de mond nemen van het woord ‘liquideren’, waarop de tafelgast dat woord heeft vertaald in ‘afscheid nemen van’. [geïntimeerde1] heeft dat bevestigd door te zeggen: afscheid nemen van, elimineren. Daarmee is duidelijk wat wordt bedoeld. Volgens de Van Dale is de betekenis van het woord elimineren: 1) uitschakelen, wegwerken, verwijderen en 2) eufemistisch: vermoorden, uitschakelen van en politieke tegenstander. [naam4] sluit aan bij een voorval in een eerdere uitzending van Vandaag Inside waarin [geïntimeerde1] ook het woord ‘liquideren’ gebruikte en hij daarmee niet bedoelde het doden van de betreffende persoon. Hierover is veel ophef geweest in de media. Gelet op de in dat licht onmiddellijk gegeven correctie, de vertaling van de tafelgast en de bevestiging van [geïntimeerde1] dat hij bedoelt ‘afscheid nemen van, elimineren’, kan er bij het publiek van Vandaag Inside redelijkerwijs geen twijfel over hebben bestaat dat sprake was van een verspreking en dat [geïntimeerde1] bedoelde te refereren aan acties van [appellant] om premier [naam7] te laten opstappen.
4.18.
Wat betreft de woorden ‘het opzetten van een bolwerk’ is het hof net als de voorzieningenrechter van oordeel dat deze opmerking een voldoende feitelijke basis heeft. Een week voor de uitzending heeft [appellant] op LinkedIn en Twitter aangekondigd op
4 oktober 2022 een brief aan premier [naam7] te gaan sturen en een procedure tegen [naam7] te gaan starten. [appellant] roept in die berichten gedupeerden op om contact met hem op te nemen ten aanzien van de toeslagenaffaire, de stikstofcrisis of de Groningse gaswinningscrisis. De oproep geldt ook voor wie een gedupeerde kent. Verder wordt opgeroepen om relevante stukken aan hem toe te zenden. [appellant] is daarmee actief bezig om een groep mensen, door [geïntimeerde1] aangeduid met bolwerk, te mobiliseren. In de brief aan [naam7] heeft [appellant] gemeld dat zijn oproep op LinkedIn en Twitter inmiddels meer dan
1.8
miljoen keer is bekeken.
De conclusie
4.19.
Bij afweging van alle omstandigheden is het hof vooralsnog van oordeel dat de vrijheid van meningsuiting van [geïntimeerde1] in dit geval zwaarder weegt dan het recht van [appellant] op bescherming van de eer en goede naam. Dit leidt er voorshands toe dat de beide uitlatingen van [geïntimeerde1] (in combinatie met het tonen van een foto van [appellant] ) niet onrechtmatig zijn tegenover [appellant] en dat zijn vordering tot rectificatie niet toewijsbaar is. Het hof laat dan nog buiten beschouwing dat het de vraag is of de uitlatingen van [geïntimeerde1] en niet eerdere of andere publicaties over deze kwestie tot de door [appellant] gestelde schade hebben geleid.
4.20.
Het hoger beroep slaagt niet. Omdat [appellant] in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof [appellant] tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [2]

5.De beslissing

Het hof:
5.1.
bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 25 november 2022;
5.2.
veroordeelt [appellant] tot betaling van de volgende proceskosten van [geïntimeerde1] en Talpa TV:
€ 783,- aan griffierecht
€ 2.366,- aan salaris van de advocaat van [geïntimeerde1] en Talpa TV (2 procespunten x appeltarief II van € 1.183,- per punt);
5.3.
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. Willemse, M.M.A. Wind en W.A.J. Hoorneman, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023.

Voetnoten

1.zie HR 31 mei 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3437, NJ 2003/343
2.HR 22 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.