Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
- partiële vrijspraak van het onder 1 en 2 tenlastegelegde medeplegen;
- veroordeling van de verdachte ter zake van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte partieel vrijgesproken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde medeplegen;
- de verdachte ter zake van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
De tenlastelegging
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 23 januari 2019 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) een onbekende hoeveelheid cocaïne en/of heroïne en/of methadon en/of MDMA, (telkens) zijnde cocaïne en/of heroïne en/of methadon en/of MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aanwezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij op of omstreeks 23 januari 2019 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 54,63 gram cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne en/of 28,19 gram heroïne, althans een hoeveelheid heroïne en/of 46,84 gram MDMA, althans een hoeveelheid MDMA en/of 68,92 gram methadon, althans een hoeveelheid methadon, zijnde cocaïne en/of heroïne en/of MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of methadon (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 juni 2018 tot en met 23 januari 2019 te [plaats] , althans in Nederland, een goed te weten een telefoon ( [merk 1] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. (art. 417bis lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht)
Overweging met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit
Overweging met betrekking tot het onder 3 tenlastegelegde feit
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 23 januari 2019 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een anderen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd, telkens een onbekende hoeveelheid cocaïne en methadon, telkens zijnde cocaïne en methadon een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aanwezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij op 23 januari 2019 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 54,63 gram cocaïne, 28,19 gram heroïne, 46,84 gram MDMA, 68,92 gram methadon, zijnde cocaïne en heroïne en MDMA (3,4 methyleendioxymethamfetamine) en methadon telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij in de periode van 24 juni 2018 tot en met 23 januari 2019 te [plaats] , een goed te weten een telefoon ( [merk 1] ) heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte cocaïne en methadon heeft verkocht en afgeleverd, waardoor hij zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de Opiumwet. De strafwaardigheid hiervan is gelegen in de ernstige bedreiging die het gebruik van cocaïne en methadon vormt voor de volksgezondheid en de met dit gebruik gepaard gaande criminaliteit;
- de omstandigheid dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van een handelshoeveelheid harddrugs, bestaande uit cocaïne, heroïne, MDMA en methadon. In het algemeen geldt voor verdovende middelen dat deze verslavend zijn en nadelige effecten hebben voor de gebruikers daarvan.;
- de omstandigheid dat de verdachte zich daarnaast schuldig heeft gemaakt aan schuldheling van een telefoon. De strafwaardigheid daarvan is gelegen in het bevorderen van een afzetmarkt voor gestolen goederen en daarmee het in stand houden van het onderliggende gronddelict zoals in deze situatie, de diefstal van de telefoon.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 11 september 2023, waaruit blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van enig strafbaar feit;
- de inhoud van het reclasseringsrapport van 27 augustus 2020;
- de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is gebleken. Hieruit komt naar voren dat de verdachte thans woonachtig is op een kamer in een huis met vier andere mannen, hij een uitkering heeft en schulden waarop maandelijks een deel wordt afgelost, hij nog zo nu en dan drugs en alcohol gebruikt en inmiddels vijf kinderen heeft en een relatie met de moeder van zijn jongste zoontje.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
45 (vijfenveertig) dagen.
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.