Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),
De beslissing van de kantonrechter
Het verloop van de procedure
De advocaat-generaal is vertegenwoordigd door [naam1] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag. De betrokkene, die als kentekenhouder een sanctie van € 250,- had ontvangen voor het doorrijden bij een rood verkeerslicht, was het niet eens met de hoogte van deze sanctie. Hij voerde aan dat het sanctiebedrag sinds de invoering van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) aanzienlijk was verhoogd en dat dit het vertrouwen van de burger in de overheid ondermijnt. Het hof oordeelde dat de hoogte van het sanctiebedrag bij algemene maatregel van bestuur is vastgesteld en dat de ernst van de overtreding daarbij een belangrijke factor is, maar dat andere factoren ook een rol kunnen spelen. De betrokkene had geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn beroep schriftelijk nader toe te lichten, maar had wel aanvullende stukken ingediend. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en oordeelde dat de bezwaren van de betrokkene tegen de hoogte van de sanctie niet gegrond waren. Het hof concludeerde dat de vaststelling van het sanctiebedrag een daad van regelgeving betreft en dat toetsing aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet aan de orde is. De gronden van de betrokkene werden verworpen, en het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter.