Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Banketbakkerij ‘‘De Maro’’ B.V.
[geïntimeerde]
in de zaak 200.308.633”wordt aangevuld met de nummers:
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep van Banketbakkerij ‘De Maro’ B.V. tegen een geïntimeerde. De Maro, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.N.A. Kilian, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. F. Jagersma, heeft op 12 september 2023 verzocht om een beslissing op een incidentele vordering ex artikel 843a Rv, waarbij hij om gelegenheid vroeg om bepaalde stukken over te leggen. Daarnaast verzocht hij om herstel van kennelijke fouten in het eindarrest en om schorsing van de tenuitvoerlegging van het arrest.
Het hof heeft de verzoeken van de geïntimeerde beoordeeld. Het verzoek om de leeftijd van een bepaalde persoon, die in de processtukken door De Maro was genoemd, aan te passen, werd afgewezen. Het hof oordeelde dat dit geen kennelijke schrijffout betrof, maar een weergave van de stellingen van De Maro. De provisionele vordering op grond van artikel 223 Rv werd eveneens afgewezen, omdat deze alleen kan worden ingesteld in een aanhangig geding, wat hier niet het geval was.
Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde onvoldoende gemotiveerd had betwist dat hij aansprakelijk was voor de schade die De Maro had geleden. De vorderingen van De Maro tegen de geïntimeerde werden toegewezen. Het hof heeft de aanvulling van het arrest van 29 augustus 2023 goedgekeurd, waarbij de beslissing over de incidentele vordering van De Maro op grond van artikel 843a Rv werd afgewezen en werd bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten van het incident in hoger beroep draagt. Het arrest blijft verder in stand, met uitzondering van de aangebrachte aanvulling.