Uitspraak
SUB,
1.[geïntimeerde1] B.V.,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde3],
[geïntimeerden],
1.De verdere procedure bij het hof
2.De verdere beoordeling
- een verklaring voor recht dat door of vanwege de verkoop van het onroerend goed paulianeus (artikel 3:45 BW) of onrechtmatig (artikel 6:162 BW) is gehandeld;
- (primair) betaling van wat [geïntimeerden] aan SUB moeten voldoen op grond van het vonnis van 20 februari 2019;
- (subsidiair) vernietiging van de koopovereenkomst ter zake van het onroerend goed op grond van artikel 3:45 BW.
primair: [geïntimeerden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van “de gecedeerde vordering” (Hof: bedoeld is “al wat SUB uit hoofde van het vonnis van 20 februari 2021 te vorderen heeft”);
“In wezen vormt de verklaring voor recht dat Paulianeus is gehandeld een tussenstap voor de onrechtmatige daad.”
- s
ubsidiair: een verklaring voor recht dat [geïntimeerden] door de verkoop en levering van het onroerend goed (en het aandeel in de mandelige grond) paulianeus hebben gehandeld en als het primair gevorderde wordt afgewezen de koopovereenkomst moet worden vernietigd waarna de levering van het onroerend goed aan [geïntimeerde1] niet aan SUB kan worden tegengeworpen.
zodanig heeft gehandeld, dat art. 6:162 BW voor toepassing in aanmerking komt, de benadeelde op grond daarvan schadevergoeding mag vorderen maar soms ook nietigheid op grond art. 3:45 BW. [1] Dat betekent niet dat een vordering die is gebaseerd op paulianeus handelen zonder meer ook kwalificeert als een vordering uit onrechtmatige daad. Wat hier wordt bedoeld, is dat als de feiten die steun geven aan de stelling dat paulianeus is gehandeld, tevens steun geven aan de vereisten voor een vordering onrechtmatige daad de eisende partij vrij is om voor vernietiging of schadevergoeding te kiezen. De Hoge Raad brengt dat tot uitdrukking in de hiervoor cursief weergegeven woorden
“zodanig heeft gehandeld”.
geenvernietiging wil maar dat de verklaring