In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 januari 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 12 juli 2022. Belanghebbende had verzoeken tot teruggaaf van belasting van personenauto’s en motorrijwielen ingediend, welke door de Inspecteur waren afgewezen. De Rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde.
Het Hof oordeelde dat het hogerberoepschrift te laat was ingediend. De termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift was zes weken, en deze termijn was verstreken. Belanghebbende had het hogerberoepschrift op 23 augustus 2022 gedateerd, maar het was pas op 25 augustus 2022 door het Hof ontvangen, wat buiten de termijn viel. Het Hof overwoog dat de te late indiening niet verschoonbaar was, omdat belanghebbende geen omstandigheden had aangedragen die zouden kunnen leiden tot een andere conclusie.
Het Hof verklaarde het hoger beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en belanghebbende werd gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.