Daarnaast gelden, naar verweerder onweersproken heeft gesteld, per EU-land een aantal bijzonderheden. Voor de onderhavige EU-landen, Polen, Roemenië, Litouwen en Duitsland, gaat het daarbij om de volgende bijzonderheden:
Polen:
Elk jaartal van afgifte van het kentekenbewijs kent zijn eigen lettercombinatie waarmee het serienummer aanvangt:
2015 seria DR/BAL,
2016 seria DR/BAM,
2017 seria DR/BAN,
2018 seria DR/BAO en
2019 seria DR/BAP.
Poolse kentekenbewijzen hebben voor het onderscheid met de letter o een schuine streep door de 0. De zijkant van het kentekenbewijs bevat een controlestrip waarop diverse gegevens (kenteken, VIN, documentnummer) terugkomen. Het kenteken wordt in het document gestanst.
Roemenië:
Het document kent een serienummer dat correspondeert met het jaar van afgifte:
2017 = 017;
2018 = 018.
Het documentnummer kent een barcode, die kan worden gescand en dan hetzelfde nummer dient te genereren als erboven staat.
Litouwen:
Het documentnummer begint met een letter, die verband houdt met het jaar van afgifte:
2017 G, 2018 H en I.
Rubrieken E en A staan bovenaan het document en zijn dikker gedrukt dan de overige rubrieken.
Duitsland:
De lettercombinatie waarmee het kenteken aanvangt verwijst naar het district waar het kenteken is afgegeven. Elke Duits district heeft een eigen combinatie.
Het documentnummer onder Zulassungsbescheinigung Teil 1, dient te corresponderen met de datum inschrijving (rubriek I): het documentnummer bevat een dagnummer, waarbij 1 januari dag 1 is, 1 februari dag 32, 1 maart dag 60 enzovoort.
17. Verweerder heeft bij de controle van de door eiser bij de verzoeken overgelegde
bescheiden een groot aantal gebreken geconstateerd. Deze gebreken zijn de volgende:
- het op het document vermelde serienummer hoort niet bij het jaar van afgifte (komt voor bij meerdere auto’s);
- op veel van de door eiser overgelegde documenten is hetzelfde nummer vermeld, een nummer dat een uniek nummer zou moeten zijn
- het documentnummer komt niet overeen met het jaar van afgifte (komt voor bij meerdere auto’s);
- er staan twee verschillende data van afgifte in het overgelegde document (komt voor bij meerdere auto’s);
- de verplichte rubrieken G en H zijn niet ingevuld (komt voor bij meerdere auto’s);
- de kenteken(hoofd)lettercombinatie bestaat niet (komt voor bij meerdere auto’s);
- de plaats van afgifte komt niet overeen met het district van afgifte (komt voor bij meerdere auto’s);
- het jaarnummer correspondeert niet met het jaar van afgifte (komt voor bij meerdere auto’s);
- het dagnummer komt niet overeen met de datum van afgifte (komt voor bij meerdere auto’s);
- het dagnummer is veel hoger dan het aantal dagen van een jaar (hoger dan 365);
- het volgnummer
- er is geen kopie overgelegd van de achterzijde van het buitenlandse kentekenbewijs, waarop het serienummer en de barcode zichtbaar zijn (komt voor bij meerdere auto’s) ;
- het VIN is niet bekend in het betreffende EU-land, maar behoort bij een ander EU-land (komt voor bij meerdere auto’s);
- op het betreffende VIN is in EUCARIS een ander kenteken geregistreerd (komt voor bij meerdere auto’s);
- de auto is in het geheel niet vermeld in EUCARIS (komt voor bij meerdere auto’s);
- het document is, zo volgt uit EUCARIS, afgegeven voor een ander kenteken (komt voor bij meerdere auto’s);
- de op (de kopie van) het Poolse kentekenbewijs vermelde voertuiggegevens zijn onbekend op de Poolse website (komt voor bij meerdere van de auto’s).
- op (de kopie van) het Poolse kentekenbewijs staat geen schuine streep door de 0 (komt voor bij meerdere auto’s).
18. De rechtbank stelt voorop dat de bewijslast, dat is voldaan aan de (alle) voorwaarden
om in aanmerking te komen voor teruggaaf van bpm, rust op eiser. Uit de bij het verzoek
overgelegde bescheiden moet, onder meer, blijken dat het motorrijtuig is geregistreerd in een
andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte (zie artikel 4a, onder d, van het
Uitvoeringsbesluit BPM).
19. De rechtbank is van oordeel dat eiser niet heeft voldaan aan de op hem rustende
bewijslast. Eiser heeft ter zitting gesteld dat hij te goeder trouw heeft gehandeld bij het
in ontvangst nemen van de bescheiden (en het overleggen van de bescheiden aan de BD),
maar eiser kan zich niet verschuilen achter het argument dat hij de buitenlandse bescheiden
die aan hem zijn gegeven niet kan controleren. Anders dan eiser kennelijk veronderstelt,
komt het voor zijn rekening en risico dat de door hem overgelegde bescheiden niet voldoen
aan de daaraan gestelde eisen. Daarbij komt dat eiser ter zitting niet heeft weerlegd dat de
door hem overgelegde bescheiden niet voldoen aan de vereiste kentekenkenmerken.
20. Voor de 14 auto’s waarvan verweerder heeft vastgesteld dat de bij het verzoek
overgelegde bescheiden wel voldoen aan de gestelde eisen (auto’s 51 tot en met 64) geldt
dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat die auto’s daadwerkelijk naar Duitsland
zijn vervoerd. Ook hier rust de bewijslast op eiser. Eiser heeft ook aan die bewijslast niet
voldaan. Hij heeft na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld geen vervoersbewijzen van
deze auto’s overgelegd. Ook op de zitting heeft eiser over het vervoer van deze auto’s naar
Duitsland niets naar voren gebracht.
21. Uit de MvT, en meer in het bijzonder de laatste alinea van de Artikelsgewijze Toelichting, zoals hiervóór onder 15. geciteerd, volgt dat ingeval van export naar een andere lidstaat eerst recht bestaat op teruggaaf van bpm als in het definitieve land de auto permanent is ingeschreven. Anders dan eiser heeft betoogd is het dan ook niet voldoende dat deze auto’s geregistreerd zijn (geweest) in het Duitse kentekenregister. De registratie van de onderhavige 14 auto’s in Duitsland is telkens op de dag van die registratie (ook weer) beëindigd. Eiser heeft geen stukken overgelegd waaruit volgt dat de auto’s zijn verkocht en zijn overgebracht naar een persoon of bedrijf in een EU/EER-land waar de auto’s nadien definitief zijn geregistreerd. Uit de door eiser overgelegde stukken volgt slechts dat de registratie van die auto’s telkens op naam van een bedrijf is gebeurd, dat niet de eigenaar van de desbetreffende auto’s werd, maar (enkel) de export administratief faciliteert. Deze gang van zaken is door eiser niet weersproken.
22. Eiser heeft voor de Duitse registraties ook een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel. Voor de toepassing van het gelijkheidsbeginsel gaat het om gevallen die feitelijk en rechtens gelijk zijn. Het ligt op de weg van eiser om het beroep op het gelijkheidsbeginsel nader te onderbouwen. Omdat hij geen concrete gevallen die feitelijk en rechtens gelijk zijn heeft genoemd, slaagt het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet.
23. Met betrekking tot de onderhavige 67 auto’s is niet voldaan aan de voorwaarden om
in aanmerking te komen voor de verzochte teruggaaf van bpm. Gelet hierop heeft verweerder de bezwaren tegen de afwijzing van de 67 verzoeken van eiser terecht ongegrond verklaard.
24. Gelet op het vooroverwogene dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.
25. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat alle beroepen ongegrond zullen worden verklaard.