ECLI:NL:GHARL:2023:8977

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 oktober 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
P23/244
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, die op 31 mei 2023 de PIJ-maatregel voor een jeugdige had verlengd met 24 maanden. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de PIJ-maatregel met 15 maanden verlengd. De jeugdige, geboren in 2002, verblijft in een jeugdinrichting en heeft een antisociale- en narcistische persoonlijkheidsstoornis. Het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de jeugdige een verlenging van de maatregel vereisen. De jeugdige heeft in de afgelopen periode gedrag vertoond dat past bij zijn stoornis, en er zijn nog onvoldoende beschermende factoren aanwezig. Het hof heeft ook de noodzaak benadrukt om de voortgang van de behandeling en resocialisatie op kortere termijn te toetsen. Bij de volgende verlengingszitting zal er een rapportage van twee externe gedragsdeskundigen beschikbaar zijn om het behandelplan te evalueren. De einddatum van de maatregel is vastgesteld op 30 augustus 2024 voorwaardelijk en 30 augustus 2025 onvoorwaardelijk.

Uitspraak

PIJ P23/244
Beslissing van 12 oktober 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[de jeugdige],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2002,
verblijvend in [jeugdinrichting] in [plaats] (verder te noemen: de jeugdinrichting),
verder te noemen: de jeugdige.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 31 mei 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) met een termijn van 24 maanden.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 6 juni 2023 waarbij de jeugdige beroep heeft ingesteld;
- de aanvullende informatie van [jeugdinrichting] , gedateerd
15 september 2023;
- het zevende perspectiefplan, gedateerd 26 september 2023.
Het hof heeft ter zitting van 28 september 2023 gehoord de advocaat-generaal, mr. R. Segerink en de jeugdige, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. H.E. Berman, advocaat te Purmerend.
Het hof heeft ter zitting tevens als deskundige gehoord D. Silva, GZ-psycholoog, verbonden aan de jeugdinrichting.

Overwegingen

Het standpunt van de jeugdige
De raadsvrouw heeft primair verzocht de verlenging van de PIJ-maatregel te beperken tot 12 maanden en subsidiair tot 15 maanden, zodat op kortere termijn dan de gevorderde 24 maanden de actuele stand van zaken kan worden bezien. De behandeling loopt goed en de jeugdige is gemotiveerd. Het is echter onduidelijk hoe de jeugdinrichting de gedragsverandering nog verder wil aanpakken en hoe de inrichting het recidiverisico verder wil inperken. Een verlenging met een beperkere duur geeft de jeugdige de motivatie om actief aan de slag te gaan met de volgende fase in zijn behandeling.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank kan worden bevestigd. De advocaat-generaal is het met de raadsvrouw eens dat het behandelplan concreter zou kunnen, maar het is duidelijk dat er nog veel stappen gezet moeten worden. Ook de kliniek heeft aangegeven dat er zeker nog 24 maanden nodig zijn voor de behandeling.
Het oordeel van het hof
Vernietiging van de beslissing van de rechtbank
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen, omdat het hof tot een andere beslissing komt wat betreft de duur van de verlenging van de PIJ-maatregel.
Indexdelict
Bij vonnis van 10 mei 2021 heeft de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, de jeugdige onder meer veroordeeld ter zake van (kort weergegeven) medeplegen van mensenhandel ten aanzien van een minderjarige, meermalen gepleegd, en aan hem onder meer onvoorwaardelijk de maatregel van plaatsing in een jeugdinrichting opgelegd. Voornoemd misdrijf is een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Verlenging van de PIJ-maatregel
Het hof stelt voorop dat het voor een verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de verlenging van de maatregel eist. Daarnaast is vereist dat verlenging van de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de jeugdige.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de jeugdige is sprake is van een antisociale- en narcistische persoonlijkheidsstoornis. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog indien de PIJ-maatregel zou komen te vervallen. De jeugdige laat nog te weinig verandering in zijn gedrag en persoonlijkheidsontwikkeling zien. Verder zijn er nog nauwelijks beschermende factoren naar voren gekomen.
De verlenging
De jeugdinrichting blijft in de aanvullende informatie van 15 september 2023 bij het eerder gegeven advies om de PIJ-maatregel te verlengen met 24 maanden. Uit die informatie blijkt dat de jeugdige de afgelopen periode meer gedrag laat zien dat past bij zijn antisociale- en narcistische persoonlijkheidsstoornis. Waar de jeugdige eerst voornamelijk de slachtofferrol koos en zich afhankelijk opstelde, gaat hij nu vaker in tegen instructies van groepsleiding, weigert hij aan urinecontroles mee te werken en kan hij andere jeugdigen opruien om tegen de groepsleiders in te gaan.
Tijdens de schematherapie wordt gezien dat de antisociale kanten meer aangeraakt mogen worden. Op bepaalde momenten lukt het de jeugdige ook om zich meer open te stellen. Er komt meer helderheid in de problematiek, waardoor de behandeling ook meer aangescherpt is op de problematiek van de jeugdige.
Uit de aanvullende informatie blijkt dat de schematherapie wordt gecontinueerd met een wekelijkse frequentie. Bij voldoende behandelbaarheid, verlagen van het recidiverisico en verhogen van de beschermende factoren zal bezien worden of verlof als behandeldoel ingezet kan worden zodat het resocialisatietraject verder vorm kan krijgen.
Het hof verbindt aan het een en ander de conclusie dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de PIJ-maatregel eist en dat deze verlenging in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de jeugdige.
Het door de jeugdige te doorlopen behandel- en resocialisatietraject zal nog verder vorm moeten krijgen. Het hof acht het daarom noodzakelijk dat op kortere termijn dan na 24 maanden de stand van zaken bij de behandeling en de resocialisatie wordt getoetst en zal de maatregel daarom met 15 maanden verlengen. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat bij een verlenging met deze termijn tijdens de eventuele volgende verlengingszitting rapportage van twee externe gedragsdeskundigen beschikbaar zal zijn die waar nodig de diagnostiek en het behandelplan kan aanscherpen.
De einddatum
Gevolg gevend aan het bepaalde in artikel 6:6:31, tweede lid, derde volzin, van het Wetboek van Strafvordering stelt het hof, in afwijking van de in beslissing van de rechtbank genoemde datum, vast dat tenzij beslist wordt tot verdere verlenging, de maatregel voorwaardelijk zal eindigen op 30 augustus 2024 en onvoorwaardelijk zal eindigen op 30 augustus 2025.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van
31 mei 2023 met betrekking tot de jeugdige,
[de jeugdige].
Verlengtde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met een termijn van
15 (vijftien) maanden.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. M.J. Vos en mr. E.A.K.G. Ruys, raadsheren,
en drs. A.W.T.M. Vissers en drs. I.E. Troost, raden,
in tegenwoordigheid van mr. F.K. Stax, griffier,
en op 12 oktober 2023 in het openbaar uitgesproken.
Mr. E.A.K.G. Ruys en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.