ECLI:NL:GHARL:2023:890
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter inzake VvE-bijdrage
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, dat op 10 augustus 2022 is uitgesproken. De zaak betreft een geschil over de betaling van de VvE-bijdrage door [appellante] c.s., die een betalingsachterstand heeft laten ontstaan. De VvE heeft [appellante] c.s. gedagvaard en hoofdelijke nakoming van de betalingsverplichting gevorderd, wat door de kantonrechter is toegewezen. [appellante] is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij tevens een incidentele vordering tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis heeft ingediend.
Het hof heeft in deze tussenuitspraak geoordeeld dat de uitvoerbaarheid bij voorraad kan worden geschorst indien het belang van de veroordeelde partij bij behoud van de bestaande toestand zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij. [appellante] heeft aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder heeft aangekondigd dat bij tenuitvoerlegging van het vonnis, executoriale verkoop van haar appartement zal plaatsvinden, wat een onomkeerbare situatie zou creëren. De VvE heeft geen verweer gevoerd tegen de incidentele vordering, waardoor het hof de vordering heeft toegewezen en de tenuitvoerlegging van het vonnis van 10 augustus 2022 heeft geschorst. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak, die in de stand waarin deze zich bevindt, zal worden voortgezet.