ECLI:NL:GHARL:2023:8893

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
21-001600-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en arbeidsuitbuiting met zware mishandeling en bedreiging van een slachtoffer

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in 1940, werd beschuldigd van mensenhandel en arbeidsuitbuiting van een slachtoffer, die in een kwetsbare positie verkeerde. Het hof oordeelde dat de verdachte samen met haar dochter, medeverdachte, het slachtoffer heeft uitgebuit door haar te dwingen tot onbetaald huishoudelijk werk en haar te onderwerpen aan mishandelingen en bedreigingen. Het slachtoffer moest onder dwang allerlei taken verrichten en kreeg te maken met zware lijfstraffen, waaronder het steken met een vleesvork en het slaan met verschillende voorwerpen. De verdachte en haar dochter hebben het slachtoffer financieel uitgebuit door haar te dwingen haar eigen woning te verkopen en alle kosten voor hun huishouden te betalen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de eerdere vrijspraak van de rechtbank voor het werven van het slachtoffer verworpen. De vordering van de benadeelde partij is toegewezen tot een bedrag van €246.013,64, bestaande uit materiële en immateriële schade.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001600-22
Uitspraak d.d.: 25 oktober 2023
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 15 april 2022 met parketnummer 05-052735-21 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1940,
wonende te [adres] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 oktober 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman, mr. O.N.J. Maatje, naar voren is gebracht. Ook heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door mr. T.J.C. Bueters, advocaat te Wijchen, namens de benadeelde partij naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een (deels) andere bewezenverklaring en een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw recht doen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
primair:
zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2018 tot en met 5 oktober 2020 te [pleegplaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen (lid 3 sub 3), althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer] ,
(telkens) door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
(= middelen) (lid 1 sub 1 en sub 4, en lid 3 sub 3), en/of
(telkens) heeft geworven en/of gehuisvest en/of opgenomen (= handelingen) met het oogmerk van uitbuiting (sub 1), en/of
die [slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daarvoor beschikbaar zou stellen (sub 4) en/of
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 6),
immers heeft/hebben die handelingen (ex sub 1) (telkens) bestaan uit:
het aantrekken en overhalen van die [slachtoffer] door verdachte en/of medeverdachte om bij haar/hun te komen wonen (‘om aan zichzelf te werken’) (= werven), het verschaffen van woongelegenheid aan de [adres 1] in [plaats 1] (= huisvesten) en/of haar onderdeel te laten worden van het huishouden (aldaar) van verdachte en medeverdachte (= opnemen);
waarbij die dwangmiddelen heeft/hebben bestaan uit:
- het onder controle brengen en/of het onder toezicht houden en/of onder druk zetten van die [slachtoffer] (onder andere) door die [slachtoffer] (via verdachte) voortdurend in contact te houden met de (geveinsde) opdrachtgevers uit [plaats 2] (‘de [groepsnaam] ’) en/of die [slachtoffer] te laten geloven dat die opdrachtgevers beschikten over deskundige kennis (bijv. als psycholoog), macht en geld, waardoor het [slachtoffer] werd bemoeilijkt zich aan die controle en/of druk en/of dat toezicht te onttrekken;
- die [slachtoffer] voorhouden dat zij (fictieve) schulden heeft bij verdachte en/of medeverdachte en/of opdrachtgevers van voornoemde ‘ [groepsnaam] ’ die zij moet afbetalen (schuldenbinding);
- het mishandelen van die [slachtoffer] , onder andere door die [slachtoffer] (met kracht) met pollepels en/of een (wandel)stok en/of vleeshamer te (laten) slaan en/of door een vleesvork in het lichaam van die [slachtoffer] te (laten) steken en/of door (kop)spelden in de handen en/of vingers en/of lippen en/of oren en/of armen en/of benen van die [slachtoffer] te (laten) steken;
- het (meermalen) bedreigen van die [slachtoffer] met de dood en/of (voornoemde) geweldshandelingen, en/of hanteren van (andere) lijfstraffen;
- het (onder dwang) afknippen van de haren van die [slachtoffer] ;
- het (meermalen) dreigen dat die [slachtoffer] uit de woning van verdachte zou worden gezet;
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer] ;
- het isoleren van die [slachtoffer] door haar alle contacten met familieleden en/of vrienden en/of collega’s te laten verbreken;
- het (doen) afnemen van haar paspoort,
waardoor die [slachtoffer] in een situatie terecht is gebracht van gedwongen dienstverlening en/of dienstbaarheid en/of slavernij en met slavernij te vergelijken praktijken (= uitbuiting, zoals bedoeld in artikel 273f lid 2), bestaande uit:
- het verrichten van huishoudelijke taken (zoals wassen, boodschappen doen, schoonmaken, koken, opruimen en de hond uitlaten en/of verzorgen);
- het verrichten van lichamelijke verzorgingstaken voor verdachte en/of medeverdachte;
- het betalen van geldelijke boetes;
- het ondergaan van lijfstraffen;
- het moeten dulden dat haar eten, drinken, slaap en lichamelijke verzorging (zoals douchen en tanden poetsen) werd onthouden;
- het betalen van: vakanties en/of hotelovernachtingen en/of de boodschappen en/of rolluiken en/of een schoonmaakster die in de woning van verdachte en/of medeverdachte werkzaam was en/of de aanleg van een tuin bij de woning van verdachte en/of medeverdachte en/of de verbouwing van de keuken in de woning van verdachte en/of de verbouwing van de badkamer in de woning van verdachte en/of medeverdachte;
- het opstarten van een eigen bedrijf (om inkomsten te generen) en in dienst nemen van verdachte als betaalde werkneemster;
- het verkopen van haar eigen woning;
- het aankopen van een auto voor verdachte en/of medeverdachte;
- het opstellen van een levenstestament, waarbij zij, verdachte en/of medeverdachte als erfgenaam/executeur testamentair/algemeen gevolmachtigde is aangemerkt;
- het doen van contante geldopnames, en/of (dat) geld over doen dragen aan verdachte en/of medeverdachte;
- het storten en/of overmaken van haar loon op de (zakelijke) rekening(en) van verdachte en/of medeverdachte;
- het oversluiten van de hypotheek, het teniet doen van een schuld/krediet van verdachte en/of medeverdachte, het afkopen van verzekeringen en pensioen,
terwijl die [slachtoffer] als gevolg hiervan zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen (bestaande uit botbreuken, nierfalen, langdurige maag-/darmklachten, beperkte mobiliteit, invaliditeit, zenuwschade) en/of ten aanzien van haar levensgevaar te duchten was (lid 4);
subsidiair:
het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van het bovenstaande en/of het opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het bovenstaande.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverwegingen ter zake van het primair tenlastegelegde
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder primair tenlastegelegde mensenhandel ten opzichte van [slachtoffer] , waarbij de subs 1, 4 en 6 allemaal bewezen kunnen worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit. Daartoe heeft hij - kort gezegd - naar voren gebracht dat verdachte [slachtoffer] niet heeft uitgebuit. Daarnaast heeft de raadsman bepleit dat verdachte niet als medepleger kan worden aangemerkt. Haar rol was daarvoor te klein. Verdachte heeft [slachtoffer] nooit zelf mishandeld en zij was er - naar eigen zeggen - niet van op de hoogte wat zich allemaal in haar woning afspeelde omdat zij grotendeels op de bovenverdieping verbleef.
Inleiding
Het hof geeft hierna eerst een overzicht van de relevante bewijsmiddelen, waarvan de redengevende onderdelen voor het bewijs worden gebruikt. Vervolgens wordt de beoordeling door het hof van de tenlastelegging besproken.
Bewijsmiddelen (ter zake van het primair tenlastegelegde) [1]
Het hof is van oordeel dat hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht, wordt weersproken door de bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan door het hof, zoals hieronder wordt weergegeven.
1. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 12, 13 en 14 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [slachtoffer]:
Ik woon sinds oktober 2019 in [plaats 1] bij een vriendin, genaamd [medeverdachte] , in huis. In verband met schulden moest ik mijn woning in [plaats 9] verkopen. Ik kon toen bij [medeverdachte] wonen.
[medeverdachte] en ik hebben elkaar leren kennen bij onze vorige werkgever: [bedrijf] . Het contact met [medeverdachte] werd anders toen wij allebei in de Ziektewet kwamen. Dit was in 2016. Het contact met [medeverdachte] werd steeds intensiever. Als ik bij [medeverdachte] was, had zij altijd een oortje in. Via dat oortje had zij een conference call met heel veel mensen in [plaats 2] . Dit waren de vrienden van [medeverdachte] . De vriendengroep uit [plaats 2] is heel slim en zij hebben hoge connecties. Sommigen van hen hebben ook een connectie bij de politie. Ik heb de vriendengroep uit [plaats 2] nooit in het echt gezien. Ik sprak ze alleen via [medeverdachte] . [medeverdachte] fungeerde als een soort tussenpersoon. Ik kreeg ongeveer drie jaar geleden contact met de vriendengroep uit [plaats 2] . Ik noem ze zelf ook wel de [groepsnaam] . Het is een hele grote groep. [medeverdachte] heeft 24 uur per dag een oortje in waarmee ze communiceert met de vrienden in [plaats 2] . Ik mocht van de groep uit [plaats 2] geen contact hebben met mijn ouders en mijn eigen vrienden. In de vriendengroep uit [plaats 2] zaten ook twee psychologen: [psycholoog 1] en [psycholoog 2] . Zij wilden mij helpen met het aanleren van empathie en het rekening houden met anderen. De psychologen geven mij dan oefeningen. Dit zijn bijvoorbeeld verhalen die ik moet schrijven of huiswerk dat ik moet maken. Vaak moest dit voor maandagochtend 07.00 uur af zijn en dan moest ik ’s nachts doorwerken om het af te krijgen. Ik vond het raar dat [medeverdachte] er altijd bij zat en alles hoorde. Zij briefde alles door. Ik sprak nooit rechtstreeks met de psychologen.
Ik zal vertellen hoe ik in de schulden ben gekomen. Van de psycholoog kreeg ik bijvoorbeeld de opdracht dat wanneer ik met iemand in gesprek zat dat ik binnen vijf seconden antwoord moest geven op een vraag uit respect naar de ander. Wanneer ik dat niet deed, kreeg ik een waarschuwing. Later gingen ze daar geldstraffen tegenover zetten. Eerst 1 euro, toen 5 euro, toen 10 euro enzovoort. Uiteindelijk heb ik mijn woning moeten verkopen omdat de schulden zo opgelopen waren. Dat was dus allemaal genoteerd. Op een gegeven moment hebben ze het bedrag keer 7 gedaan. Dat bedrag is in de miljoenen opgelopen. Ik heb dus een geldschuld bij hen. Er werden steeds meer sancties toegewezen voor bepaalde dingen. Er loopt bijvoorbeeld een schoonmaker in huis op mijn kosten. De tuin is voor 30.000 euro volledig gerenoveerd op mijn kosten. Net zoals de keuken en de badkamer. Ik heb alles betaald door mijn woning te verkopen, mijn hypotheek over te sluiten en door het opzeggen van mijn verzekeringen en mijn pensioen. De psychologen hebben samen met [medeverdachte] een constructie bedacht dat [medeverdachte] en ik samen een bedrijf zouden beginnen. Anders zou de Belastingdienst argwaan krijgen. Onder dwang heb ik mij dus als bedrijf laten inschrijven. Ik heb samen met [medeverdachte] een contract getekend dat zij bij mij in loondienst komt. Dat loon is dan de afbetaling van al die schulden. Mijn bedrijf heet: [bedrijfsnaam] en is ingeschreven op 8 januari 2020 op het adres in [plaats 1] . Ik ben maandelijks iets van 9.500 euro verschuldigd. Ze houden in de gaten wanneer mijn loon op mijn rekening wordt gestort. Dit moet ik dan direct overhevelen naar hun rekening. Eerst betaalde ik dit rechtstreeks aan [medeverdachte] , maar omdat zij dus niet bij mij in dienst is, stort ik het bedrag eerst van mijn privérekening naar mijn zakelijke rekening naar de rekening van [medeverdachte] .
Ik mag bij [medeverdachte] thuis niet eten, douchen of tanden poetsen. Ik mocht een liter water per dag drinken. In de woning lagen mijn spullen op zolder. Ik had daar een luchtbed, een paar rekken en daar lagen mijn trolleykoffers. Ik leefde een beetje uit mijn koffers. Dat ik geen eten kreeg, is langzamerhand ontstaan. Er waren iedere keer wel restricties. Het bouwde langzaam op in gradaties. Als ik mij overdag goed zou gedragen dan kon het zijn dat ik een paar uur in de nacht mocht slapen. De laatste weken was dit dan in de hoek zonder kleding, met alleen een onderbroek aan. Al mijn kleding was eigenlijk te groot geworden. Als ik kleding aan had die paste, was het soms een sanctie dat ze die kapot knipte. Ik kreeg nooit nieuwe kleding. Avondeten mocht ik over het algemeen niet. Mijn wekker ging elke dag om 07.15 uur. Ik moest dan voor de moeder van [medeverdachte] havermout maken om half 9. [medeverdachte] sliep uit. Ik at dan stiekem brood, een cracker of wat beschuit. Als het aan hen lag, at ik niks. Ze zijn er wel eens achter gekomen dat ik stiekem eten pakte. Dan kwamen er weer sancties.
Via [medeverdachte] ’s oortje hebben we dus contact met de mensen in [plaats 2] . Ik moet vaak opdrachten doen. Negen van de tien keer doe ik het in hun ogen niet goed. Bijvoorbeeld dat ik mijn huiswerkopdrachten niet goed doe of dat [medeverdachte] en haar moeder niet op tijd eten krijgen. Of ik houd mij niet aan de 5-secondenregel. Soms moet ik met geld over de brug komen, maar soms volgen er ook lijfstraffen. Ik zal een voorbeeld van een sanctie geven. Het is begonnen met kleine kopspeldjes. Die speldjes met gekleurde kopjes. Ik moest deze als straf in mijn armen of benen stoppen. Soms moest [medeverdachte] dit ook bij mij doen. Als we dit niet deden dan zeiden de mensen uit [plaats 2] dat als ze het zelf moesten komen doen dat ze mijn kop van de romp af zouden halen. Uiteindelijk heeft [naam 1] via [medeverdachte] bevolen dat ik 150 kopspeldjes in mijn rechtervoet moest duwen tot aan het kopje, dus helemaal erin. Daarna bleef ik in hun ogen alles fout doen. Toen werden er lange vleesvorken gepakt. Die moesten door mijn voet en ik moest dit zelf doen. Uiteindelijk is het mij gelukt om de vleesvork door mijn voet te duwen. Later moest ik ook met een vleeshamer op mijn handen, voeten en billen slaan. Eigenlijk op mijn hele lijf. Dit moest ik zelf doen of [medeverdachte] moest dit bij mij doen. De moeder van [medeverdachte] wist van de lijfstraffen. Ze was overal bij. In het begin niet, later wel. De sancties kwamen de hele dag door, maar voornamelijk ’s avonds en ’s nachts want ik mocht niet slapen.
Ik moest ook voor de boodschappen in huis zorgen. Ik moest de boodschappen betalen.
De heupen waren vaak het mikpunt van slaan. [medeverdachte] lag dan op bed met een pollepel, vleeshamer of wandelstok. Ik moest er dan naast gaan staan en voorover buigen en dan begon ze met slaan. Op het moment dat ik weg sprong of dook kwamen er vijftig slagen bij. Ik hoorde soms [medeverdachte] ’s moeder zeggen: “Laat de buren niet wakker worden!”
Ze hebben ook mijn haar afgeknipt.
Ik kon niet weggaan, want ze hebben ook te veel connecties en de groep heeft veel geld en macht.
De laatste week was een vriendin van [medeverdachte] op bezoek, genaamd [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] bleef bij [medeverdachte] slapen. Zij is helemaal bijgepraat met het scenario van [groepsnaam] . [medeverdachte 1] werd heel boos op mij en ik zag dat zij de wandelstok van de moeder van [medeverdachte] pakte, die in de woonkamer stond. De moeder van [medeverdachte] zat er ook bij. Zij zat rechts op de hoekbank. [medeverdachte 1] heeft mij toen met de wandelstok geslagen. [medeverdachte] sloeg ook. Ze gaven dan de wandelstok door. Voor dit incident met [medeverdachte 1] had [medeverdachte] al twee houten pollepels kapot geslagen op mij.
[medeverdachte] is geboren op [geboortedag] 1975. Haar moeder heet [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1940.
Van de psycholoog van [groepsnaam] moest ik alle banden van vroeger met vrienden en familie verbreken. Hiervoor was ik lid van vier bigbands. Daar zaten vooral mijn vrienden. Maar ik heb mijn lidmaatschap bij die bands opgezegd.
Alles in de woning is door mij betaald. De rolluiken heb ik ook betaald. Ik moest veel contant geld opnemen en dat ging dan ook naar [medeverdachte] . Daarvoor heb ik veel leningen moeten afsluiten.
Er schiet mij nog iets te binnen. Ik heb in de afgelopen weken verschillende geluidsfragmenten en foto’s gemaakt van de mishandelingen. Ik heb de fragmenten met mijn telefoon opgenomen.
Het telefoonnummer van [medeverdachte] is [telefoonnummer] . [2]
2. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 9 september 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [slachtoffer]:
Ik was steeds meer een huishoudelijke hulp aan het worden. Een soort van Assepoester, op de negatieve manier. Ik mag niet eten, drinken, niets bepalen. Ik moest boodschappen bestellen, koken op tijd en ik moest verbouwingen regelen. Ik heb [medeverdachte] ’s moeder horen zeggen: “We hebben hier een hulp in huis”. Daar bedoelde ze mij mee. Ik moest ook vijf keer per dag alle deurklinken afnemen in verband met Covid. Ik moest dagelijks de wc’s schoonmaken, boven en beneden. [3]
3. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 14 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [slachtoffer]:
O: We hebben tijdens de doorzoeking jouw paspoort aangetroffen in de tas van [medeverdachte] .
V: Waarom zat jouw paspoort in haar tas?
A: Die moest ik inleveren. Die had ze al heel lang. Ik denk dat dit al een jaar of anderhalf jaar geleden is. Zodat ik niet weg zou kunnen. Zodat ik niet naar het buitenland kon vluchten. Ik denk dat het van [naam 4] af kwam, iemand uit [groepsnaam] .
O: Binnen vijf dagen na het verkopen van je huis wordt er € 20.500 contant opgenomen.
V: Door wie is dit geld opgenomen en waarvoor?
A: Ja, dat gaat dan in de kluis bij [medeverdachte] . In dit geval voor de badkamer of de keuken. Zowel de badkamer als de keuken is gerenoveerd. In januari of februari. Achter elkaar en toen zijn [medeverdachte] en haar moeder in het [wellnesscentrum] geweest in [plaats 6] , op mijn kosten.
V: Wat heb je allemaal gedaan in huis of wat moest je doen?
A: Schoonmaken, koken, hond verzorgen, schuur opruimen, boodschappen, alles betalen, pakjes aannemen aan de deur, alles afnemen. Ik was hier de hele dag aan kwijt. Het ging van kwaad naar erger. De moeder van [medeverdachte] zei soms ook: “Doe dit nu”. Of: “ [naam hond] heeft gepoept, dit moet je nu opruimen”. Als ik dit nu niet deed, werd ze boos en ging ze schreeuwen. Ze gaf mij zelf ook opdrachten, soms in bijzijn van [medeverdachte] . [4]
4. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 17 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Op 15 oktober 2020 was ik belast met een doorzoeking van een woning op het perceel [adres 1] in [plaats 1] . Ik zag bij de bank en de bijzettafel in de woonkamer een zwarte leren tas staan. In de tas zat een portemonnee. In deze portemonnee zat het paspoort van [medeverdachte] . Vervolgens zag ik in de tas een paspoort op naam van [slachtoffer] . Ik zag ook een pasjeshouder met daarin het rijbewijs van [medeverdachte] en een zorgpas op haar naam. [5]
5. Een door de schrijftolk
uitgewerkt verhoor van [medeverdachte](d.d. 19 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven:
V: Kun je iets verklaren over het paspoort van [slachtoffer] ?
A: Dat heb ik bij mij gewoon in de tas laten zitten tot ze met die huiszoeking kwamen en toen heb ik aangegeven dat haar paspoort bij mij in de tas zat. [6]
6. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 15 januari 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [slachtoffer]:
O: In september 2019 is er een BMW gekocht voor de verjaardag van [medeverdachte] .
V: In hoeverre is dit onder dwang gebeurd?
A: Ja, helemaal. Dit was één van de sancties. Die Opel Corsa kon ze fysiek niet meer in, dus hadden ze bedacht dat er maar een nieuwe auto moest komen. Het ging altijd over verkeerd gedrag. Het was mijn schuld dat [medeverdachte] zwaarder werd en niet in haar auto kon.
O: Zowel de BMW , de verbouwingen in huis als de verbouwing van de tuin zijn door jou gefinancierd.
V: Wiens idee was het dat jij deze kosten zou betalen?
A: Dat heeft allemaal met die sancties te maken. Het doel om ongemakken die [medeverdachte] en haar moeder hadden te verhelpen.
V: De keuken en badkamer zijn per bank betaald. Hoe zit dat?
A: Ze zijn door mij betaald. Ook dat waren sancties. [medeverdachte] heeft ze ontworpen en uitgekozen. Tijdens de verbouwing zijn [medeverdachte] en haar moeder nog naar [wellnesscentrum] en [plaats 10] ( [plaats 3] ) geweest. Ik heb die vakanties betaald.
O: Op 23 mei 2018 wordt er € 13.810,16 betaald van [rekeningnummer 3] aan [bedrijf 5] rekening [rekeningnummer] onder vermelding ‘ [vermelding] [medeverdachte] ’.
V: Wat is dat voor overboeking?
A: [medeverdachte] had een schuld, opgebouwd door haar vader. Haar vader is overleden maar [medeverdachte] was de schuld aan het afbetalen. [naam 4] was nog aan het nadenken hoe we dat belastingtechnisch konden verantwoorden dat ik dat ging afbetalen. Ik heb het betaald. Dit was mijn eerste sanctie.
Ik moest [medeverdachte] dagelijks masseren om het vocht uit de voeten te krijgen. [7]
7. Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris (d.d. 13 april 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [slachtoffer]:
Wanneer is je huis in [plaats 9] verkocht?
Ik weet niet wanneer het huis uiteindelijk verkocht is. Maar de overdracht was op 23 oktober 2019. Toen was de sleuteloverdracht en toen ben ik bij [medeverdachte] en haar moeder ingetrokken op zolder. [8]
8. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 7 december 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [verdachte] (verdachte):
V: U woont samen met uw dochter. Sinds wanneer wonen jullie samen?
A: Sinds 2001, denk ik.
V: Wanneer is [slachtoffer] er komen wonen?
A: Ergens vorig jaar oktober.
V: Wie maakte het eten voor u?
A: [slachtoffer] maakte eten voor ons klaar.
V: Waarom woonde [slachtoffer] bij jullie?
A: Omdat ze haar huis had verkocht in [plaats 9] .
V: Wat deed u in huis?
A: Ik deed niks. Ik kan niks.
V: Wat deed [medeverdachte] in huis?
A: Ze heeft al een hele tijd jicht. Ze heeft ook overgewicht en daardoor kan ze niks.
V: Wat zou [slachtoffer] doen in de huishouding?
A: Alle voorkomende huishoudelijke klusjes.
V: Wie heeft het voorstel gedaan om [slachtoffer] in huis te nemen?
A: Ik stelde het voor dat ze een aantal maanden bij ons kwam wonen. [9]
9. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 30 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb onderzoek gedaan naar de veiliggestelde One Drive-bestanden van [slachtoffer] . Tijdens mijn onderzoek naar de veiliggestelde afbeeldingen zag ik dat er 53 afbeeldingen waren. Op deze afbeeldingen was het volgende letsel te zien aan [slachtoffer] :
- kopspelden in handen;
- kopspelden in voeten;
- kopspelden in oren;
- kopspelden door boven- en onderlip;
- blauwe en rode plekken op diverse lichaamsdelen;
- een geel plastic bordje met daarop kopspelden en een make-upremover wattenschijfje, omringd door bloed;
- vleesvork op onderzetter met rode vlekken;
- afbeeldingen van voeten en handen met meerdere keren twee kleine rode puntjes naast elkaar. [10]
10. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 1 maart 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Bij het veiligstellen van de telefoons in de zaak Patinir zijn door het onderzoeksteam ook foto’s aangetroffen in het WhatsApp-gesprek tussen [medeverdachte] en [slachtoffer] . De afbeeldingen zijn aangetroffen op de telefoon van [slachtoffer] .
Datum: Gebeurtenis:
25 mei 2020 Meerdere foto’s van meerdere knopspeldjes in voeten.
31 mei 2020 Meerdere foto’s van meerdere knopspeldjes in voeten.
6 juni 2020 Meerdere foto’s van meerdere knopspeldjes in voeten.
30 juni 2020 Foto van knopspeldjes. [11]
11. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 19 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Op 15 oktober 2020 was ik belast met de doorzoeking van de woning op het perceel [adres 1] te [plaats 1] . Op de witte tafel zag ik een tweetal houten pollepels liggen. De grootste pollepel was kapot. Op de witte tafel zag ik ook een zwarte vleeshamer liggen. Tot slot trof ik in een zwarte tas een doorzichtige kleine sealbag aan. Hierin zat een pluk donkerkleurig haar verpakt.
In de woonkamer stond een witte kast. In de tweede lade van boven trof ik een speldendoosje aan. In de besteklade in de keuken trof ik een vleesvork aan. [12]
12. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 8 februari 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Met toestemming van [slachtoffer] zijn de e-mails op haar Hotmail-account veiliggesteld. Dit betroffen e-mails van en naar het e-mailadres [e-mailadres] en [e-mailadres 1] . Mailverkeer tussen [slachtoffer] en [e-mailadres] , gebruiker: [psycholoog 1] .
Totaal aantal e-mails: 723
Tijdsbestek:
17 januari tot en met 29 september 2020.
Sancties/opdrachten voor [slachtoffer]
 Tuinman laten komen voor het onkruid. [slachtoffer] gaf aan dit niet te kunnen betalen. Hier heeft [psycholoog 1] geen boodschap aan.
 [slachtoffer] vraagt uitstel van betaling voor haar weekbijdrage en is geld bij elkaar aan het sprokkelen door haar trombone te verkopen voor 1.500 euro.
 Sanctie in verband met het niet nakomen van de afspraken met [psycholoog 1] / [naam 5] : verlenging van de boodschappen voor een jaar en for life schoonmaak bij moeders en/of [medeverdachte] thuis. Dat wil zeggen op twee plekken als moeders onverhoopt niet meer thuis kan wonen.
 Beslissing van [naam 5] : vanwege de impact die de overlap van [slachtoffer] en [medeverdachte] ’s vader heeft is de keuken voor rekening van [slachtoffer] .
 De 5-seconderegel.
 Er wordt een schema bijgehouden met alle sancties en kostenbegrotingen.
 Er zijn tijdelijke en levenslange sancties.
 Reactie [naam 5] : waar je niet aan gaat voldoen, zal rentegevolgen hebben die net zo onredelijk zijn als je gedrag. 300%.
 3.000 euro in de anonieme pot omdat de brieven niet op tijd klaar zijn.
 [getuige 2] betalen.
 September 2019: opdracht: maak geld over naar de 368-rekening onder vermelding van extra aflossing. De opdracht is ook elke keer als [slachtoffer] extra inkomsten heeft, alleen deze dan contant afdragen.
 Februari 2020: [slachtoffer] krijgt het gevraagde bedrag niet bij elkaar en er komt 15.000 aan sanctie bij.
 Maart 2020: als de verslagen niet op tijd af zijn, komen er nieuwe sancties.
 Reactie van [slachtoffer] op de sancties: ik weet dat het jullie niet kan schelen hoe ik dit ga bekostigen zolang het er maar komt.
 Mails over poes [naam poes] die weg moet.
Aankopen
 Sanctie augustus 2018: moeders heeft het behoorlijk taai met alles wat er steeds veroorzaakt wordt. Deze sanctie is ten gunste van haar. Moeders zit aan haar taks wat zenuwen betreft en zenuwen leiden tot meer pijn. [slachtoffer] moet ter bescherming van hart en hersenen pijnstillende zwavel en visolie voor haar betalen.
 Sanctie: een nieuwe telefoon voor [medeverdachte] met een groot geheugen.
 Sanctie: een nieuwe parasol van ongeveer 450 euro.
 Mei 2019: de bril van moeders.
 Sanctie: de aankoop van de BMW wordt besproken. Standaard is 5 jaar onderhoud. Als sanctie moet dit 10 jaar worden inclusief beurten.
 De aanschaf van de badkamer op [slachtoffer] ’s kosten wordt besproken.
 [medeverdachte] en moeder zijn naar een vakantiehuis geweest toen de badkamer, keuken, hal, schilderwerk woonkamer en toilet zijn gedaan.
 November 2019: maaltijden regelen voor [medeverdachte] en moeder in de villa [plaats 3] .
Therapie/verslagen
 Schrijfopdrachten: elke opdracht minimaal 2 A4 getikt met lettergrootte 11 en geen overbodige witregels.
 [slachtoffer] moest dingen die gevraagd werden direct opschrijven in haar agenda of telefoon.
 [slachtoffer] gaf aan al uren aan het tikken te zijn voor het basisverslag, maar dat het nog steeds niet af was.
 [slachtoffer] schrijft gedragsevaluaties.
 Eén dag therapie in de week is gericht op extra aandacht voor de sociale contacten en vaardigheden.
 Iedere keer als [slachtoffer] bij [medeverdachte] is geweest, moet [slachtoffer] een verslag maken.
 Evaluaties moeten voor 11.00 uur ingeleverd worden.
 Mei 2019: [slachtoffer] moet alle afspraken met [psycholoog 2] , [psycholoog 1] en [naam 5] op papier zetten en deze twee weken lang driemaal daags lezen.
 Juli 2019: reactie [slachtoffer] op een schrijfopdracht: het valt me tegen hoeveel moeite het me kost om minimaal twee bladzijdes vol te schrijven per opdracht. Ik tik wel door. Ik was vandaag weer met van alles bezig. Voornamelijk het geld, de verkoop van mijn auto, alternatieve manieren van reizen, andere wegen om geld te vinden… Ik heb Nationale Nederlanden gebeld en UWV om te horen of ik daar iets kan halen. Ik heb met opkopers gesproken over mijn inboedel. Het levert niet veel op en sowieso niet voor morgenmiddag/avond. Ik heb 40 euro. Ik probeer mijn wanhoop en paniek niet de boventoon te laten voeren omdat ik serieus aan de opdrachten wil werken.
 September 2019: reactie [psycholoog 1] : kom bij mij niet aan met die eeuwige ‘sorry’. Ik ben je vader niet en ik weiger om nog langer als zodanig te fungeren en je steeds uit de brand te helpen terwijl je simpelweg de verplichting hebt om tegenover ons je afspraken na te komen. Ik heb jou afgelopen maand meer dan genereuze coulance getoond. En nog presteer je het om het de maand erop nog erger te maken dan het al was, zorg je bij [medeverdachte] voor een hoop onrust en kunnen we er nu al bijna vanuit gaan dat je volgende maand weer met wat anders aan komt schijten. Ik eis van jou volledige focus en inzet en alle bijdrages zoals afgesproken en de oplossing voor het in dienst nemen. Geloof me als ik zeg dat er anders een sanctie volgt waarbij de andere verbleken. [naam 3] is ziedend. Dus ik hou mijn hart vast en ik denk dat het wijs is om daar rekening mee te houden.
 September 2020: [slachtoffer] geeft een verslag van haar huishoudelijke taken per 10 minuten.
Verkoop woning [slachtoffer]
 Mei 2019: [slachtoffer] geeft aan niet weg te willen uit [plaats 9] .
 Juni 2019: De verkoop van haar huis zou een positief spannend iets moeten zijn maar het is een noodzakelijk kwaad voor haar.
 17 september 2019: [slachtoffer] vraagt [naam 4] toestemming om de zoektocht voort te zetten naar een nieuwere goedkopere koopwoning.
Huishoudelijke taken
 Dingen in huis opknappen en de tuin doen.
 Plinten in moeders kamer vastzetten.
 [naam hond] , de hond, wassen.
 Zolder opruimen en schoonmaken.
 September 2019: [getuige 2] ligt er binnenkort uit in verband met een operatie, dus [slachtoffer] mag de schoonmaakwerkzaamheden overnemen.
 Februari 2020: toilet schoonmaken.
 Februari 2020: stoffen.
 September 2020: woonkamer opruimen.
 September 2020: brood smeren mevrouw [verdachte] .
 September 2020: eten klaarmaken.
 September 2020: hond [naam hond] uitlaten.
 September 2020: was vouwen.
Relaties
 [slachtoffer] moet haar afspraak met haar moeder om naar het strand te gaan afzeggen.
 April 2019: de broer van [slachtoffer] wil afspreken. [psycholoog 2] vindt dit onverstandig.
 Juli 2019: het was een no-go dat [slachtoffer] zaterdag aansluit bij haar ouders om thee te doen of [naam poes] op te halen. De reden zou duidelijk zijn. Zaterdag zou een therapiedag moeten zijn.
Bedrijf [slachtoffer] en [medeverdachte]
 [slachtoffer] moet een businessplan schrijven met onder andere een marketingplan, marktonderzoek, het financiële plan en de investeringsbehoefte. Niet op tijd af is een extra sanctie.
 Oktober 2019: [slachtoffer] moet [medeverdachte] in loondienst nemen.
 Loon [medeverdachte] sinds januari 2020 is 3.700 euro.
Bijzonderheden/overig
 [slachtoffer] houdt de hele dag haar mail in de gaten. Als [psycholoog 1] mailt, dan reageert zij direct is de afspraak.
 December 2019: [slachtoffer] vraagt toestemming om wat geld van haar salaris in te houden om onderdak 24 tot en met 27 december te betalen. [13]
13. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 14 februari 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Op 10 november 2020 is het e-mailverkeer van [e-mailadres 2] veiliggesteld. Mailverkeer tussen [slachtoffer] en [e-mailadres 1] , naam gebruiker: [psychologen] .
Totaal aantal e-mails: 1355.
Tijdsbestek: juli 2018 tot en met februari 2019.
START SESSIES
Start 7-7-2018:
[slachtoffer] heeft e-mailadres van [psycholoog 1] van [medeverdachte] gekregen via [naam 1] . Start van de therapiesessie. [slachtoffer] krijgt enkele opdrachten waar ze een verslag over moet schrijven. [slachtoffer] schrijft dat ze geen waarde is voor de groep, maar de groep wel voor haar.
AANKOPEN/BETALINGEN
01-08-2018:
[slachtoffer] krijgt de opdracht om vier bigbands terug te brengen naar drie. Valt haar zwaar.
15-09-2018:
[slachtoffer] wint advies in om 13.000 euro te schenken aan haar vriendin. [slachtoffer] krijgt advies om een leenovereenkomst op te stellen.
24-11-2018:
[slachtoffer] mailt een overzicht van de kosten en weet niet hoe ze het moet betalen. [e-mailadres 1] mailt: ik moet hier over nadenken. Ik hou je hoe dan ook aan je verplichtingen.
04-12-2018:
[e-mailadres 1] mailt aan [slachtoffer] : heb je je bijdragen van deze week bij [medeverdachte] achtergelaten?
22-01-2019:
[slachtoffer] mailt naar [e-mailadres 1] : de eerste aanvraag was 5.000 dat heb ik nu naar 10K gezet. Dat was geen probleem. Looptijd 36 maanden. Dat is wat ik nu op kon hogen. En dit was ook voordat het besluit over de rolluiken kwam en de sanctie van de huur/verzekering. Ik zal mijn eigen inkomsten ook moeten ophogen. Ik ben al aan het zoeken naar thuiswerk of een andere bron van inkomsten. Het moet uiteindelijk iets structureels worden want sommige dingen zijn levenslang en deze kosten zijn hoger dan mijn eigen maandlasten.
OPDRACHTEN/HUISWERK
11-07-2018:
Mailwisseling tussen [e-mailadres 1] en [slachtoffer] over haar zelfbeeld en krijgt 6 opdrachten mee.
03-09-2018:
[slachtoffer] mailt een afschrift van een sms-bericht aan haar moeder naar: [e-mailadres 1] . Hierin staat dat ze geen rare dingen doet en intensief contact heeft met een bevriend psycholoog.
03-09-2018:
[slachtoffer] appt met haar broer en zegt o.a. dat het wel een paar maanden kan duren voordat ze weer contact opneemt.
08-09-2018:
[slachtoffer] mailt naar de leden van de bigband dat ze in overleg met haar psycholoog per direct stopt. Afschrift van deze mail naar [e-mailadres 1] .
09-09-2018:
[slachtoffer] mailt een verslag naar [e-mailadres 1] . Onder andere staat erin: ik moet iets met het budget. Ergens geld vandaan zien te halen. Had niet voorzien dat de tuin zo duur zou worden.
14-09-2018:
[slachtoffer] mailt naar haar taalmaatje: ik zit zelf niet lekker in mijn vel en heb nu van mijn psycholoog het dringende advies gekregen om te stoppen met alles wat niet direct met mijn betaalde baan te maken heeft. Deze mail stuurt ze ook naar [e-mailadres 1] .
19-09-2018:
[slachtoffer] schrijft een brief aan haar moeder en zegt dat het een opdracht is van haar psycholoog. Mailt brief naar [e-mailadres 1] .
25-09-2018:
[slachtoffer] mailt aan [e-mailadres 1] dat ze contact heeft gehad met de tuinman en dat contante betaling geen probleem was.
05-11-2018:
Brief van [slachtoffer] aan haar broer en zus en schrijft:
“Mijn psycholoog, [psycholoog 1] , heb ik via [medeverdachte] leren kennen en hij neemt echt de tijd voor me. Het is een heel intensief en emotioneel traject wat ook veel energie en zeker ook 24/7 aandacht vraagt. Ik ben met [psycholoog 1] dus bezig met gedragsmodificatie. Het gaat om bewust worden van de slechte dingen in mezelf en die aanpakken. Tijdelijk geen contact houden met pa en ma is er daar één van. Ik heb in juli/augustus ook alle orkesten opgezegd. Afsluiten van een verleden en ruimte maken voor nieuwe dingen.”
23-11-2018:
[slachtoffer] mailt dat ze zich zorgen maakt over de betalingen.
26-11-2018:
[slachtoffer] mailt een verslag naar [e-mailadres 1] : het voelt voor mij alsof er steeds weer iets nieuws wordt verzonnen wat mij in mijn schoenen geschoven kan worden.
Ze ontvangt de volgende reactie: de rolluiken zijn niet verzonnen, net zo min als de auto. [naam 4] heeft je zijn redenen uitgelegd en ook waar dat op gebaseerd is. Nog steeds voortkomend uit dezelfde sanctie, maar niet verzonnen om jou te grazen te nemen. Ik begrijp je gevoel van frustratie. Het wordt echter niet zomaar verzonnen om jou te sarren. En als je je gedrag onder controle houdt, wordt er wel meer rekening met je gehouden dan dat je dat niet doet.
23-01-2019:
[slachtoffer] mailt naar [e-mailadres 1] een afdruk van een appgesprek met [medeverdachte] . [medeverdachte] zegt dat [psycholoog 1] heeft gemaild en wacht op antwoord.
21-01-2019:
[psycholoog 1] geeft de opdracht aan [slachtoffer] dat ze naar de opgenomen HSK therapiesessie van [medeverdachte] moet luisteren en dan terugkoppelen wat ze hoort en voelt.
22-01-2019:
[slachtoffer] mailt een ingevulde aanvraag woningverandering naar [medeverdachte] en [psycholoog 1] . In de aanvraag staan [medeverdachte] en haar moeder beschreven. Gaat over de rolluiken.
26-01-2019:
Opdracht: schrijf een liefdesbrief aan [medeverdachte] .
28-01-2019:
[psycholoog 1] mailt: ik snap dat je het eng vindt om verder te schrijven dan een gevoel van vriendschap. Maar je moet juist die comfortzone uit om te ontdekken wat het los maakt als je wel schrijft vanuit verliefdheid. Geloof me… het leidt ergens heen. Je moet je er aan overgeven.
28-01-2019:
[psycholoog 1] begint woest te worden. Het verslag was te laat en de opdracht ook weer.
22-01-2019:
Boekwerk van 41 pagina’s over verschillende personages.
29-01-2019 om 02.56 uur:
Hoi [psycholoog 1] ben je er nog? Is het oke als ik nog even een paar uurtjes slaap probeer te pakken en dat ik de brief dan morgenavond af maak?
29-01-2019 om 03.15 uur:
[slachtoffer] mailt: ik rol om van de slaap maar wil eigenlijk niet stoppen met schrijven zolang jij daar nog niet iets over hebt geroepen. Ik zit op de goede fiets maar ik heb nog een hele lange weg te gaan dus het gaat nog heel lang duren voordat deze versie af is. Dus eh… vind je het oke als ik mijn bed in duik?
04-02-2019:
Op basis van de gevoelens die je had toen je haar in bed zag en tijdens het masseren: maak een verhaal waarin zij het erotische onderwerp is. Maak het gedetailleerd qua gevoelens en handelingen en gedachten. Zorg dat je ook echt open bent en er je fantasie over laat gaan.
04-02-2019:
[slachtoffer] worstelt met de opdracht om een erotisch verhaal te maken. Ze stelt voor om niet te fantaseren over seks. Antwoord [psycholoog 1] : nee, dat is niet oke. Je draait er omheen. Je hebt een duidelijke opdracht. Dus niet onderhandelen.
Sanctie
17-12-2018:
[psycholoog 1] mailt dat de sanctie boodschappen voortduurt t/m maart 2019.
[slachtoffer] mailt terug: als ik terugdenk aan gister en dat ik dus een aantal cruciale dingen niet heb gehoord en ‘vergeten’ ben, grijpt de stress me naar mijn strot. Ik weet niet of ik nu iets vergeet.
20-12-2018:
[psycholoog 1] mailt dat de sanctie per direct in gaat, inclusief de kerstboodschappen. [14]
14. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 18 februari 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb onderzoek gedaan naar de mails die zijn verstuurd tussen de e-mailadressen van [slachtoffer] ( [e-mailadres 2] ) en [psychologen] ( [e-mailadres 1] ).
Augustus 2018
22-08-2018:
Verslag 21 aug: veel kritiek over haarzelf, ze heeft een verjaardag in de avond van een vriendin maar wordt er door [medeverdachte] op gewezen dat ze een curfew heeft en daarom eigenlijk niet kan gaan.
September 2018
02-09-2018:
Verslag 2 sept: over advies van [psycholoog 1] richting de ouders van [slachtoffer] . Over een afspraak van minimaal drie maanden geen contact.
05-09-2018:
Verslag 3 sept: gaat over huiswerk over het breken met haar familie.
11-09-2019:
Verslag 10 sept 2018: om 4.55 schrik ik wakker in mijn stoel… in slaap gevallen!!! Ik kijk op mijn telefoon. Laatste bericht van [psycholoog 1] om 23.30 en dat was geen afsluiting maar een vraag. Wachtend op een antwoord. Ik stuur [psycholoog 1] een mail om aan te geven dat ik me bewust ben van mijn schandalige fout.
22-09-2018:
Verslag 21 september. [psycholoog 1] geeft aan dat de brief aan mijn moeder opnieuw moet. Bozer!
16-11-2018:
Verslag 14 nov 2018: ik durf niet meer te vertrouwen op mijn eigen gevoel en intuïtie. Ik ga alleen maar af op wat anderen aangeven.
17-11-2018:
Verslag 16 nov: ik ben met de evaluatie bezig maar ga het niet redden. Ik stuur uiterlijk half 12 de bijgewerkte versie. Maar daar krijg ik de kans niet voor. Klokslag 11 belt [psycholoog 1] . Nog kwaaier dan gister. [psycholoog 1] constateert dat ik op de eerste dag van mijn beloofde verbetering dus al verzaak. [naam 4] sluit aan en deelt de mening van [psycholoog 1] . Het kan gewoon niet! Wat zijn de consequenties? Geld in de vakantiepot voor iedere deadline die ik niet haal. Zij geven zelf aan: we moeten je als een klein kind in de gaten houden en sancties op gaan leggen. [15]
15. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 14 februari 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Er werd mij gevraagd om onderzoek te doen naar de ontvangen IP logbestanden vanuit Microsoft met betrekking tot het account [e-mailadres] . Met dit e-mailadres heeft aangeefster jarenlang contact gehad. Dit mailadres zou toebehoren aan een persoon genaamd [psycholoog 1] . De IP-log die ik tot nu toe heb ontvangen, gaat over de periode van 27-07-2018 tot en met 19-11-2019.
Uit onderzoek naar het IP-adres [nummer 1] bleek dat hier vanaf op 22 en 23 augustus 2019 en 23 en 24 september 2019 was ingelogd op [e-mailadres] . Dit IP-adres bleek te zijn gekoppeld aan: [bedrijf 1] [plaats 6] . Uit onderzoek naar [bedrijf 1] [plaats 6] blijkt dat dit [wellnesscentrum] te [plaats 6] betreft. In dit onderzoek is eerder vastgesteld dat er een betaling is gedaan aan het [wellnesscentrum] voor de overnachting van twee personen op 22/23 augustus 2019.
Uit onderzoek naar het IP-adres [nummer 2] bleek dat er op 1, 2 en 3 oktober 2019 vanaf dit IP-adres was ingelogd op het account [e-mailadres] . Het IP-adres bleek gekoppeld te zijn aan [bedrijf 2] en [bedrijf 3] . [bedrijf 3] betrof het [bedrijf 3] te [plaats 7] . Uit onderzoek in de reeds eerder inbeslaggenomen iPhone en iPad van verdachte [medeverdachte] bleek dat deze in de logging van verbonden wifinetwerken op 1, 2 en 3 oktober 2019 verbonden waren met een wifinetwerk genaamd [bedrijf 3] .
In het aangetroffen WhatsApp-gesprek tussen aangeefster [slachtoffer] en verdachte [medeverdachte] las ik in de berichten van 1 oktober 2019:
- [slachtoffer] stuurt aan [medeverdachte] : is [plaats 11] zo dichtbij dan?
- [medeverdachte] stuurt aan [slachtoffer] : 10 minuten.
- [medeverdachte] stuurt aan [slachtoffer] : we zijn van kamer verhuisd.
Uit onderzoek naar het IP-adres [nummer 3] bleek dat er op 18 en 19 november vanaf dit IP-adres was ingelogd op het account [e-mailadres] . Dit IP-adres bleek te behoren bij [bedrijf 4] . [bedrijf 4] betreft een internetprovider die zich specialiseert in gebieden waar de grote partijen geen bereik kunnen bieden. Uit onderzoek in de reeds eerder veiliggestelde e-mails en tekstberichten blijkt dat verdachte [medeverdachte] op 18 en 19 november 2019 een luxe vakantiehuisje had gehuurd in de gemeente [plaats 3] . [plaats 3] ligt hemelsbreed tussen [plaats 4] en [plaats 5] in het water.
Op 18-11-2019 krijgt [medeverdachte] een WhatsApp-bericht binnen waarin staat: hey lieverd een fijne week met je moeder rust lekker uit en geniet!
Resume:
Door de verstrekte inloggegevens vanuit Microsoft is vast komen te staan dat vanaf diverse locaties is ingelogd in het account [e-mailadres] . Opvallend is dat deze locaties mee bewegen met de reisbewegingen van verdachte [medeverdachte] . Tijdens meerdere verblijven van verdachte [medeverdachte] in het [wellnesscentrum] te [plaats 6] wordt er ingelogd in het account [e-mailadres] vanaf het IP-adres van [wellnesscentrum] [plaats 6] .
Tijdens het verblijf van verdachte [medeverdachte] in het [bedrijf 3] te [plaats 7] wordt er ingelogd in het account [e-mailadres] vanaf het IP-adres van [wellnesscentrum] [plaats 6] .
Tijdens een week vakantie in [plaats 3] van verdachte [medeverdachte] wordt er vanaf een IP-adres ingelogd die werd gebruikt door een serviceprovider die beschikbaar is op gebieden waar andere providers geen dekking hebben. Het vakantiepark waar [medeverdachte] verbleef, lag op een afgelegen locatie.
Uit onderzoek in de reeds eerder inbeslaggenomen iPhone en iPad van [medeverdachte] bleek dat vanaf deze devices was ingelogd op het account [e-mailadres] . [16]
16. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 15 december 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisanten:
Wij hebben [slachtoffer] op de hoogte gebracht van onze bevindingen omtrent de [groepsnaam] in dit onderzoek. Wij vertelden haar dat wij geen aanwijzingen hebben dat de mensen van de [groepsnaam] bestaan of hebben bestaan. Hierbij hebben wij diverse voorbeelden genoemd zoals het opvragen van deze personen in de politiesystemen waar niets uit is gekomen en het feit dat er geen camera’s zijn aangetroffen bij de huiszoeking. Uit het onderzoek aan de telefoon van de verdachte is niet gebleken dat zij contact had met mensen uit (de omgeving van) [plaats 2] . [17]
17. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 26 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
[slachtoffer] begon te praten over leden van de [groepsnaam] . Ik hoorde haar zeggen dat ze in het verleden met [naam 2] heeft geappt en Wordfeud heeft gespeeld met zijn dochtertje. Daarbij gaf [slachtoffer] mij een telefoonnummer, namelijk: [telefoonnummer 1] . Dit zou [naam 2] dus gebruiken om te appen en spelletjes te spelen, aldus [slachtoffer] .
Uit onderzoek naar telefoonnummer [telefoonnummer 1] is gebleken dat deze op naam staan van [medeverdachte] , wonende te [adres 1] te [plaats 1] . [18]
18. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 3 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Op 12 oktober 2020 en 13 oktober 2020 heb ik, [verbalisant] , in persoon gesproken met aangeefster [slachtoffer] . Hierna heb ik [slachtoffer] nog meerdere keren aan de telefoon gesproken. [slachtoffer] heeft aan het onderzoeksteam geluidsfragmenten overhandigd waar de mishandelingen en vernederingen op te horen zijn. Deze geluidsfragmenten stonden op de One Drive van [slachtoffer] . In één van de gesprekken zijn diverse vrouwenstemmen te horen. Ik heb deze gesprekken beluisterd en ik herken één van die stemmen duidelijk als de stem van [slachtoffer] . [19]
19. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 17 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Betreft: PV bevindingen spraakopname 008.
Spraak 008
Opmerking verbalisant: de opname begint met geschreeuw van een vrouw, daarna hoor je een huilende [slachtoffer] .
[slachtoffer] : Ik kan niet met die vork meer, dat gaat niet, het gaat niet.
Vrouw: Tondeuse, knippen. (...)
Vrouw: Wat ben je aan het doen ?
[slachtoffer] : Kijken naar die opzetstukken.
Vrouw: Die heb je niet nodig, waar heb je opzetstukken voor nodig.
[slachtoffer] : Dat ga je niet menen, wil je me helemaal kaal.
Vrouw: Zeker. (...)
Vrouw: Je hebt geen enkel respect voor moeders. Als je zo ver gaat dat je een tachtigjarige vrouw, die uit de goedheid van haar hart je in huis heeft genomen, zodat je je leven op de rit kan krijgen willens en wetens zo gaat besodemieteren om iels simpels als een hond wel of geen eten te hebben gegeven. (...)
Vrouw: [slachtoffer] , hou op. Ik heb jou heel duidelijk gezegd er zijn sancties, als je in de fout gaat, krijg je een negatief gevolg. (...)
Vrouw: Kaal of kammen daar hoef jij je niet druk meer over te maken, voorlopig. Misschien geeft het wel lucht in je hoofd.
[slachtoffer] : Kun je toch niet serieus menen dit.
Vrouw: Zeker wel, bloedserieus. Van de week zei je nog heel stoer, scheer dan mijn kop kaal, liever dan dit.
[slachtoffer] : Omdat die vleesvork in mijn voet ook geen pretje is. (...)
Vrouw: [slachtoffer] , alles, dat jij niks meer van jezelf hebt, komt door jezelf.
[slachtoffer] : De hele dag ben ik bezig met wat ik voor jou moet doen, er is niets meer wat…
Vrouw: [slachtoffer] , dat had anders kunnen zijn, dat heb je aan jezelf te danken. Het is niet voor niets een sanctie. Het komt niet uit de lucht vallen. Die sanctie heb je gekregen voor klotegedrag, op klotegedrag, op klotegedrag, op klotegedrag. Op liegen, draaien, besodemieteren, stelen, meerdere keren zelfs, anderen voor jouw financiële ellende op laten draaien, de gezondheid op het spel zetten en ga zo maar door.
[slachtoffer] : Ik heb toch al, van al die sancties, kijk nou wat er allemaal wel is afgelost. Ik bedoel... (...)
[slachtoffer] : (huilt) Ik weet gewoon niet of ik dit allemaal nog wel kan. Ik weet het gewoon niet meer.
Vrouw: Dat je wat kan?
[slachtoffer] : Hiermee doorgaan.
Vrouw: Je hebt geen keus, zo simpel is het. Je hebt geen keus. (...)
Vrouw: Jij gaat inbinden en het juist doen.
[slachtoffer] : Hoe zie je dat voor je dan?
Vrouw: Precies zoals ik het zeg, jij gaat inbinden en het op de juiste manier doen. [slachtoffer] : (onverstaanbaar)
Vrouw: En anders ga je heel veel pijn lijden. (...)
[slachtoffer] : Ik weet gewoon niet wat ik allemaal kan verwachten vandaag.
Vrouw: Ik heb net een opsomming gemaakt. Koppie, kleertjes, prikken prikken prikken prikken.
[slachtoffer] : Ik kan niet prikken.
Vrouw: Jouw probleem. (...)
Vrouw: Dat is jouw probleem. Jij vraagt elke dag, gezegd, jij hebt veroorzaakt dat mijn zus elke dag met dit probleem zit.
[slachtoffer] : Die gaat toch ook niet met een vleesvork in haar voet zitten.
Vrouw: Wat durf jij daar te zeggen, wat durf jij daar te zeggen?
[slachtoffer] : Het spijt me, ik..
Vrouw: Wat durf jij daar te zeggen?
[slachtoffer] : Ik weet dat ze maar, dit is…
Vrouw: Wat durf jij daar te zeggen?
[slachtoffer] : Niet doen. Niet doen, [naam 2] , niet doen, niet doen.
Vrouw: Wat durf jij daar te zeggen?
[slachtoffer] : Het spijt me... Auw auw, aauuww, auw auw auw auw (gestommel op de achtergrond).
Vrouw: Eraan ga je.
[slachtoffer] : Auw (huilt) niet doen (huilt heel hard en blijft auw roepen).
Vrouw: Ik kan heel sadistisch worden.
[slachtoffer] : Auw auw [naam 2] auw. (...)
Vrouw: [naam 2] jongen, ik kan je op dit moment niet meer dan gelijk geven (...)
Vrouw: Je hebt godverdomme, met een speld onder je poten rond moeten lopen, en piepen en jammeren en hou nou toch op. (...)
[slachtoffer] : Als ik wel verander, heeft het geen zin.
Vrouw: Ho eens, ho eens, ho eens, ho eens, ho eens, wil je nog een pak slaag?
[slachtoffer] : (huilt) nee (onverstaanbaar) (...)
Vrouw: Nog een ding, jij hebt ervoor te zorgen dat jij mij niet compleet uit de tent lokt zodat de stoppen doorslaan. Op het moment dat je dat wel doet en je gaat nog één keer bij [medeverdachte] tegen de draad in zodat zij met de consequenties zit, dan kom ik naar boven en ik knap die nek om als een luciferkopje. Want tegen mij leg je het af. Tegen haar ook, dat heb je ook gemerkt maar goed, daar gaat het niet om. Jij moet zorgen dat zij niet in de positie terecht hoeft te komen.
[slachtoffer] : Ja.
Vrouw: Dus eten maken voor moeders.
[slachtoffer] : In mijn blootje?
Vrouw: Ja. Ik zal haar waarschuwen. Dat ze beter zo niet naar beneden kan komen. [20]
20. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 17 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb geluidsopname Spraak010 uitgewerkt. Ik heb de stem van [slachtoffer] herkend van de eerdere geluidsopnames. In deze geluidsopname is nog een andere vrouw te horen. Zij klinkt voor mij als een oudere vrouw.
Spraak 010
[slachtoffer] : Ik was met die naaldjes ergens bezig.
Vrouw: Dat is niet waar.
Oude vrouw: Die naaldjes moeten niet nodig zijn.
[slachtoffer] : Dat snap ik.
Oude vrouw: En dat komt door jou dat de naaldjes nodig...
[slachtoffer] : (huilt) ik wil ook gewoon de rust weer terug hier in huis.
Vrouw: Als jij de rust terug wilde, dan zou jij doen wat [naam 2] tegen je gezegd heeft. (...)
Oude vrouw: Je gebruikt iedereen. Maar zij moet, zij moet jou niet meer aan hoeven raken. Zij doet het in ieder geval niet meer want dat ga ik het veel liever zelf doen. (…)
Vrouw: Ze moeten bij [slachtoffer] zo’n stroomband om d’r strot doen. En iedere keer als ze over de schreef gaat, tzzzzz, dat moeten ze doen.
Oude vrouw: Ik moet [slachtoffer] d’r vast gaan binden d’r aan. Bij [plaats 9] aan een of andere brug, dan wil ik daarbij zijn. (...)
[slachtoffer] : Ik ben gewoon doodsbang.
Vrouw: Ja, terecht en hoe is dat gekomen?
[slachtoffer] : Doordat ik in slaap val.
Vrouw: Nee, nee, nee, nee, nee, nee, want daar gaan we weer he? Nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee.
[slachtoffer] : Doordat er afspraken zijn die ik niet nakom.
Vrouw: Precies. (...)
[slachtoffer] : Ik heb veel foute keuzes gemaakt, daar heb je helemaal gelijk in.
Vrouw: Ja precies.
Oude vrouw: Ja en… (…)
Oude vrouw: En je maakt het steeds erger. (…)
[slachtoffer] : Ik wil dit niet.
Vrouw: Nee, nee zij wil dit niet, hou toch op, vuile smerige vieze tyfus jankhoer.
( [slachtoffer] huilt)
Oude vrouw: Alle dagen hetzelfde liedje, dag en nacht. (...)
Oude vrouw: Daar is ze goed voor he? Hoop stront te halen.
( [slachtoffer] huilt)
Vrouw: En dan is ze zo gemeen he, moeders, gisterenavond heeft [naam 2] tegen d’r gezegd oke, het is vandaag niet vlekkeloos gegaan, maar we kunnen twee dingen doen. Ik kan jou of op een normale tijd naar bed laten gaan met als risico dat je goed geslapen hebt en bij de arbo, dat er geen vuiltje aan de lucht is en eerder aan de gang moet dat je normaal gesproken zou kunnen omdat je vervoer moet gaan regelen en zo.
Oude vrouw: Ja.
Vrouw: Of we moeten je wakker zien te houden, zodat je daar gewoon uitgeput voor zijn neus zit en dat hij ziet dat het niet goed gaat. Ja, dan doe het laatste maar. Iedereen is wakker behalve zij. (...)
Vrouw: Hoe ze probeert om andere mensen een schuldgevoel aan te praten, alleen maar omdat ze zelf onder die naaldjes uit wilde komen, terwijl ze donders goed weet wat de sanctie is voor iets wat met gemak had kunnen voorkomen. Met gemak.
Oude vrouw: Deed ze zelf om te voorkomen want als de naald aan te pas komen dan sla ik je voortaan met de stok op je godverdomme. Want dat er naaldjes komen is door jouw gedrag.
Vrouw: Precies en…
Oude vrouw: En zij, zij moet het oplossen, iemand met zo’n zacht lief karakter daar wordt dan een kampbeul van gemaakt. En jij verdient het. (...)
Oude vrouw: [medeverdachte] moet niks meer doen. Al moet ik ’s nachts voor [naam 2] open gaan maken, maar die komt hiernaartoe. Om het zelf doen maar [medeverdachte] niet meer. Al vind ik ’s morgens een arm of been, wat kan mij het schelen. [21]
21. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 17 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb geluidsopname Spraak011 uitgewerkt. Ik heb de stem van [slachtoffer] herkend van de eerdere geluidsopnames. Daarnaast herkende ik ook de stem van de vrouw en de oudere vrouw.
Spraak 011
Oude vrouw: Als ik [medeverdachte] was, dan zou ik je, ja, zo lang als je hier bent (onverstaanbaar) kreeg je nog geen fatsoenlijk woord van mij. Ik zou je drillen, commanderen dat je niet wist waar je het zoeken moest. Meer verdien je niet. (...) [slachtoffer] : [naam 2] was toch gisteren ook onderweg, ik wil gewoon die hele spanning en stress wil ik ook niet meer van jullie.
Vrouw: Als je dat niet wil dan zou je jezelf anders gedragen en niet iedere dag hetzelfde uitlokken. En je blijft doen alsof het alleen maar over het slapen gaat.
[slachtoffer] : Het gaat niet alleen over het slapen.
Vrouw: Maar je doet wel alsof het alleen dat is.
Oude vrouw: Ja, want de rest is nog erger. (...) Andere wereld, daar moet jij naartoe geholpen worden. (...)
Vrouw: Gaat het eten voor [medeverdachte] en moeders op doen. (...)
Oude vrouw: Medicijn halen en puffer. (...)
Vrouw: Want jij was een hoofddoel van [naam 5] dat jij je rustige fijne oude dag zou krijgen.
Oude vrouw: Ja ja, maar [naam 5] heeft het zo lief bedoeld, [naam 5] hoeft zich nergens de schuld van te geven. (...)
[slachtoffer] : Ik doe niet alles tegen draad in, ik snap niet waar dat iedere keer waarom je iedere keer die conclusies trekt.
Vrouw: [slachtoffer] , ik ben een psycholoog he?
Oude vrouw: Er kan toch geen andere getrokken worden. Je doet het, ja je weet dat er maar één manier is voor jezelf en voor een ander. Vanuit je schuld is er maar één manier en jij vergod verdomd het om hem te doen. Want dat ga jij nooit doen. (...)
[slachtoffer] : Ik doe niet anders dan proberen.
Oude vrouw: Iets anders wat moet je anders doen ze hebben jou dat geadviseerd. Die mensen zijn toch allemaal rijk geworden. (...)
[slachtoffer] : Ik heb te weinig vertrouwen in mezelf of voor het feit dat ik het zou kunnen en ik heb er een heel ander beeld van gehad toendertijd als dat uiteindelijk de werkelijkheid is geweest.
Oude vrouw: En nou heb je iedere keer, iedere keer... (onverstaanbaar) omdat... (onverstaanbaar) Niks nagekomen ben. Of ben je dat ook al vergeten?
[slachtoffer] : Nee, dat ben ik niet vergeten.
Oude vrouw: Want je zit nou mooi te praten om er nou onderuit te komen.
[slachtoffer] : Waar onderuit?
Oude vrouw: He maar dat feest dat gaat niet door hoor. Dan had ik wel wat anders voor je bedacht.
Vrouw: En dan zal ik je vertellen. Ik heb als advies uitgebracht aan [naam 2] , nog harder erin gaan.
[slachtoffer] : Ik kan het niet meer.
Vrouw: Dat is jouw probleem. (...)
[slachtoffer] : Ik weet gewoon niet meer wat het eerst moet aanpakken en wat ik wat ik weet je, ik probeer alles.
Oude vrouw: Wat je gezegd wordt, wat je gezegd wordt en verder niks. Je hoeft hier helemaal niet meer na te denken als jij doet wat ze jou opdragen dan is het goed. Want daar gaat het iedere keer over.
Vrouw: Exact, zegt [psycholoog 1] .
[slachtoffer] : En dat probeer ik ook te doen.
Oude vrouw: Je hoeft verder ook niks te doen.
Vrouw: Dat probeer jij niet te doen want [naam 2] vraagt iedere dag zowat een nieuw plan van aanpak met je en op het einde van de dag staat er de helft van op het lijstje waar je niks mee gedaan hebt.
Oude vrouw: Ja, wij hoeven helemaal niet druk te maken.
Vrouw: En dan is het zo, maar ik heb niet uit mijn neus zitten vreten, nee precies je hebt van alles gedaan wat niet op dat lijstje stond. (...)
Vrouw: [slachtoffer] , ga nou niet in discussie want die ga je afleggen. Moeders heeft tegen jou gezegd dat eerst dingen voor [naam 4] en voor [naam 2] . (...)
Vrouw: Mevrouw slaapt door de wekker. Moeders komt beneden, het is een teringbende beneden. Niet goed. En mevrouw slaapt niet een keer door de wekker, mevrouw slaapt soms drie keer in de week door de wekker. Niet goed. Nieuw plan van aanpak werkt dat dan. Ja oke, laten we het zo afspreken, weer een excuus waarom het niet gebeurt, altijd de schuld van een ander. Feit is jij hebt een takenlijst, moeders heeft een wensenlijst. Moeders heeft dingen gezegd, jij moet ervoor zorgen dat het gebeurt. (...)
[slachtoffer] : Ik ga dat niet als als, d’r gezegd is niet na achten dan ga ik dat ook niet meer doen en ook niet proberen op een zachte manier. Dat heb ik in het verleden gedaan en daar heb ik ook de deksel voor op mijn neus gekregen en terecht. Dus dat doe ik niet meer, dat doe ik niet.
Vrouw: Ho eens even, ho eens even, zegt [psycholoog 1] . Jij bent, nee jij bent niet bij machte om te bepalen wat jij wel of niet gaat doen in dit verhaal.
[slachtoffer] : Dat is toch provoceren, dat probeer ik te zeggen op het moment dat er afspraken zijn.
Vrouw: Overleggen is niet anders als het gewoon niet doen. Jij kunt ook tegen mensen zeggen, d’r staat een teringbende want is nog van alles naar beneden gekomen, mag ik dat nu doen of moet ik dat straks doen. Maar dit is precies waar het fout gaat, dan ga je dat niet doen.
[slachtoffer] : Omdat ik…
Vrouw: Als jij, dan heb jij het over niet provoceren als jij [naam 2] als zo kwaad gemaakt hebt dat ie die vork uit de la moet halen. (...)
[slachtoffer] : Het het, ik ik was in paniek en ik ben nog steeds in paniek want ik ben doodsbang voor die gozer.
Vrouw: Ja terecht, daar heb je het zelf naar gemaakt.
Oude vrouw: Voor wie ben jij doodsbang?
[slachtoffer] : Voor [naam 2] en voor [naam 3] .
Oude vrouw: Ja dan moet je luisteren. Ik, ik ben niet bang voor die jongens hoor.
Vrouw: Precies zegt [naam 6] .
Oude vrouw: Ik ken ze bijna al dertig jaar en ik ben er niks bang van.
(vrouwen praten door elkaar, daardoor zijn vrouwen niet goed te verstaan)
Oude vrouw: Dik tevreden in die hele groep, als ik…
[slachtoffer] : Dat weet ik, maar als ik…
Oude vrouw: Als ik iets verkeerd doe, dan grijpen ze mij ook bij de oren, en van de andere kant grijpen ze ook een keer maar daar hebben we nodig. Daarvoor ben je bij de psycholoog, om niet altijd gelijk te krijgen. Dat maken hun wel uit.
[slachtoffer] : Dat snap ik.
Oude vrouw: En dan moet je niet gaan liggen zeuren als je een keer bij je kladden
wordt gegrepen. Want dat is dan je eigen schuld. En ze doen het voor je bestwil.
Vrouw: [naam 2] heeft letterlijk tegenover jou uit gesproken, daar was ik bij, zegt [psycholoog 1] , dit hoeft niet te gebeuren. Het is aan jezelf.
Oude vrouw: Ja.
[slachtoffer] : En hij heeft ook gezegd, ik maak je koud. ( [slachtoffer] huilt) Ik hak je hand eraf. Als ik het zelf moet komen doen dan dan…
Vrouw: Precies!
( [slachtoffer] onverstaanbaar, vrouw schreeuwt erdoorheen)
Vrouw: Als hij het zelf moet komen doen ja. En jij hebt dus twee keuzes, je hebt dus de keuze om de juiste de manier om de juiste keuze zodat überhaupt die discussie en ellende nodig is.
[slachtoffer] : Dat probeer ik.
Vrouw: En als het wel zo is dan heb je de keuze om het zelf te doen zodat hij het niet hoeft te komen doen.
[slachtoffer] : Ik kan, ik heb het geprobeerd maar ik kan die vleesvork niet in mijn voeten zetten, dat lukt me niet. En ik weet dat er een motivatie zou moeten zijn om om dat om erger te voorkomen en om te voorkomen dat [medeverdachte] het moet doen, dat weet ik allemaal, en het lukt me niet en daar baal ik van en dan raak ik in paniek. (...)
Oude vrouw: En aan al die rottigheid kun jij niemand de schuld geven als jezelf. (…)
Oude vrouw: Ja maar dat is toch niet, dat is toch wat je zelf doet? Als ze toch tegen mij zeggen ga je in je voeten zitten prikken met een vleesvork, ja geloof dat je van de pot gerukt bent, want ik heb niks gedaan wat ik dan zou moeten doen. Je vraagt er zelf om.
[slachtoffer] . Dat snap jij niet. (...)
Vrouw: Dan had je niet iedere keer mensen tegen je in het harnas. D’r is jou gezegd door [naam 4] , zeker in de coronatijd, waar eigenlijk, linksom of rechtsom. Doe elke dag de wc’s uit, elke dag.
[slachtoffer] : Elke dag.
Vrouw: Zeker, dat heeft hij drie keer herhaald. Je doet het nog steeds niet.
[slachtoffer] : Ik heb op mijn netvlies staan dat het een keer tussendoor met [getuige 2] , maar
dan heb ik dat weer verkeerd opgeslagen, dan is dat…
Vrouw: Ja.
Oude vrouw: Opschrijven.
[slachtoffer] : Ik zal het opschrijven.
Oude vrouw: Ja, dat geloof jij, hoe lang liet je het ander liggen? In mijn slaap volgens mij nog. Schrijf het op als je het niet kan onthouden.
Vrouw: Elke dag moeten [medeverdachte] ’s benen verzorgd worden, elke dag moet er gemasseerd worden, noem het allemaal maar op. Hoe ga jij daarmee om?
[slachtoffer] : Ik laat dat te veel aan [medeverdachte] over. Ik moet daar strakker in zijn.
Vrouw: Nee, laat me uitpraten. Dat kon jij niet weten maar ik moest hoesten. Op het moment dat je ermee bezig bent, zit je erboven te slapen. Dat was een. D’r is geen geschikt moment in de dag, dat je slaapt elk moment van de dag als je de kans krijgt. Maakt niet uit wanneer het is, linksom of rechtsom, je zit er boven te slapen. Waardoor de ellende alleen maar groter wordt en als het gaat over de verzorging van die benen, jullie hebben bepaalde tijden afgesproken en acht van de tien keer is er trammelant met jou, zit je met je handen onder de naalden dus kan het dan niet en moet het wachten tot 4 uur ’s nachts of 5 uur ’s nachts. Ja, en dan komt het er ’s ochtends niet van want dan slaapt of de ene langer of de andere langer. Linksom of rechtsom jouw handelswijze en jouw laksheid en het patroon wat daardoor ontstaat verstiert de hele boel. (...)
Vrouw: Op het moment dat jij te horen krijgt je sanctie is, oke bij deze je krijgt geen vreten meer dat moet je het maar goed doen en je gaat dan toch vreten is het dubbelop verraad. Maar wat er dan bij jou vervolgens voor sanctie bovenop komt dat is dan buitenproportioneel. Dat staat niet in verhouding volgens jou.
[slachtoffer] : [naam 2] heeft letterlijk gezegd dat ie er voor zorgen gaat dat ik ook invalide word en dat ik gewoon dingen zijn in mijn handen en voeten die ik nooit meer zou kunnen gaan gebruiken. Ja ja, daar word ik bang van ja. (...)
[slachtoffer] : Ik wil gewoon dat dat het allemaal weer de goede kant op gaat.
Vrouw: Ja maar daar moeten wij het hardste voor werken.
[slachtoffer] : Nee, dat moet ik ik ik doe daar mijn best voor, om alles…
Vrouw: Dat is niet waar, zegt [naam 6] , je doet je best niet. Als jij je best zou dan dan zou het geen 25 keer in een uur nodig zijn om je wakker te rammelen of van je te
verwachten dat je gewoon binnen de 5 secondenregel hanteert.
[slachtoffer] : Ik let daar nu toch ook op?
Oude vrouw: En dan ben je bang dat je daardoor invalide zal worden. Je bent al twee keer heb je de dood al ontkopen. (...)
[slachtoffer] : Dus is het een idee als ik nu uhm dat schema erbij pak, voor mezelf daar een overzicht in maak wat ik nu vanavond nog moet doen.
Vrouw: Nou jij hebt vanavond vooral een hele hoop naaldjes te zetten zegt [naam 2] . ( [slachtoffer] zucht)
Vrouw: Dus aan iets anders hoef je vanavond niet te denken. [22]
22. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 18 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb geluidsopname Spraak012 uitgewerkt. Ik herkende in dit gesprek de stem van [slachtoffer] uit de eerdere geluidsopnames. Ik herkende ook de andere vrouwen uit de eerdere geluidsopnames.
Spraak012
Vrouw: Ga zitten. Dus 300 keer.
[slachtoffer] : 300? (...)
(opmerking verbalisant: je hoort een klapgeluid)
[medeverdachte] : Die telt niet (klap).
[medeverdachte] : Die ook niet (klap).
[medeverdachte] : Die ook niet (klap).
[medeverdachte] : Harder ( [slachtoffer] huilt, hijgt).
[medeverdachte] : Harder.
[slachtoffer] : Ja, ik miste ’m sorry (klap, klap).
[medeverdachte] : Slaat nergens op (klap).
[medeverdachte] : Slaat nergens op (klap).
[medeverdachte] : Dat begint erop te lijken (klap, klap).
[medeverdachte] : Dat slaat nergens op. Geef hier. (...)
[medeverdachte] : Ik denk dat je nou toch echt eventjes flink moet gaan uithalen want dit slaat nergens op. D’r is reden genoeg dat jij bang bent mij die stok te geven, zo hard moet je jezelf ook slaan. En dit lijkt er nog niet op.
[slachtoffer] : Zijn plekken die ik net heb geslagen.
[medeverdachte] : Dit lijkt er nog niet op. Ik wil het horen tetsen alsof je vel eraf spat. (...)
[medeverdachte] : Moet je goed naar me luisteren, zegt [naam 3] . D’r is een verschil tussen auw auw [naam 3] . [naam 2] hou nog op of uh 61, uh 62. Het moet zo hard dat je binnen tien keer het niet meer voor elkaar krijgt om niet te zeggen mag ik alsjeblieft stoppen, zegt dat zat?
[slachtoffer] : Ja.
[medeverdachte] : Dus.
(klap, klap, klap, klap). (...)
[medeverdachte] : Nee, zegt [naam 3] , ze gaat mee want ik ga niet ik geef niet op totdat zij klaar is met haar eigen dubbel afdrogen. Rammen zal ze. Stop maar, begin maar helemaal opnieuw. Auw auw auw.
Oude vrouw: Ze zal het zelf moeten doen want jij kunt het niet he? Denkt eraan he. Want anders kun je morgen helemaal niks meer. (...)
[slachtoffer] : De plastic container moet naar buiten, zal ik dat nu doen of moet ik dat morgenochtend doen?
[medeverdachte] : Moet je moeders vragen.
[slachtoffer] : De plastic container moet naar buiten, zal ik dat nu doen of is dat morgenochtend?
Oude vrouw: Doe dat nou maar, je weet nooit met jou.
[medeverdachte] : En de planten moeten nog water.
[slachtoffer] : En de planten moeten nog.
Oude vrouw: De planten moeten nog water ja.
[slachtoffer] : Ja, ook nog.
Oude vrouw: Dus [medeverdachte] gaat naar boven en ik blijf beneden. Kijken wat jij allemaal doet in plaats van op de bank gaan liggen. Het is al wel erg he dat je jou niet alleen kan laten. (...)
[slachtoffer] : Ja.
[medeverdachte] : Niet wegzakken.
[slachtoffer] : Ik zak niet weg, ik ga. [23]
23. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 18 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb geluidsopname Spraak012 1 uitgewerkt. Ik herkende de stem van [slachtoffer] uit de eerdere geluidsopnames, alsmede de stemmen van de andere twee vrouwen.
Spraak012 1
Vrouw: Ik weet dat zij het op dit moment dik verdient, dus ik zeg sta maar op en laat je kont maar aan moeders zien.
Oude vrouw: He he, doe dat ding naar beneden daar, de hele buurt hoeft het niet te zien (geluid van een elektrisch rolluik).
Oude vrouw: En dat is jou de moeite niet waard om wakker te blijven.
Vrouw: En ik zeg je nu, moeders ze heeft het gezien, dit is nog niks. Want ik zweer het ik ga door tot het bloed stroomt, niet sijpelt, maar stroomt.
( [slachtoffer] huilt) (...)
Vrouw: En dan kun je roepen dat je bang bent voor het gevoel wat je ervan gaat krijgen, nou geloof me, je hebt reden om bang te zijn.
( [slachtoffer] huilt)
Vrouw: Want ik ben nog lang niet klaar met jou.
( [slachtoffer] huilt) (...)
Oude vrouw: Ja he, nou is dat duidelijk is gezegd, als ik iets tegen d’r zeg dat ze iets moet doen, moet ze meteen doen, zoals eten uit de koelkast uit de schuur halen. Want anders vergeet ze het en kun je de frietboer weer bellen.
Vrouw: Ja.
Oude vrouw: He ja, ja nee, dan slaapt ze het. Iedere keer als er iets uit de schuur gehaald moet worden, moet ik er bijna bij opstaan zeggen en dan, en dan gaat ze. Niet dat kleine beetje toegeven, nee niet meteen als je zegt pak even dit of dat. Nee, het moet met geweld en anders doet ze het niet. (...)
(telefoon gaat over)
Oude vrouw: Met [verdachte] . (...)
(op de achtergrond zijn dreunen te horen)
Vrouw: Nee, je mept niet hard zat. Leg je hand eens neer (dreun, [slachtoffer] huilt zacht). Ja daar, anders kan ik er niet bij (achter elkaar zijn harde dreunen te horen).
[slachtoffer] : Auw Auw ( [slachtoffer] huilt). (...)
[slachtoffer] : Ik heb net het toilet schoongemaakt en ik zal uh, tenminste het staat in de agenda om het iedere ochtend alle twee de toiletten schoon te maken zodat ik dat ook even inplan. Dat ik dat ook onder controle krijg. (...)
(vervolgens hebben [slachtoffer] en de oude vrouw het over het wassen en maken van de knuffels van [naam hond] en over het eten van [medeverdachte] . De oude vrouw is boos omdat het nu half 2 is en [slachtoffer] nog niet heeft gekookt).
Oude vrouw: Maar nou is het eer dat het klaar is al bijna weer half 2, dat is veel te laat. (…)
Oude vrouw: Waarom schrijf je die dingen dan niet op? Hoe vaak roep ik: schrijf het op, schrijf het op. Want jij onthoudt niks. (…)
Oude vrouw: Ik heb gisterenavond al toch al tegen je gezegd, haal de vis uit. Nee dat kan morgen want die is zo ontdooid. Is het waar of is het niet waar?
Oude vrouw: Maar dan moet je niet met lulkoek komen en komen draaien [slachtoffer] , ik heb het je gisterenavond gezegd. En dan vond jij het vandaag genoeg want het was toch zo klaar. Is dat waar of is dat niet?
[slachtoffer] : Dat is, dat is waar.
Oude vrouw: Nou dan zit jij toch weer de problemen, dan heb jij toch de problemen weer gemaakt. Voor mij wordt het nou te laat voor mijn tabletten. [medeverdachte] moet haar dieet beginnen, is het nou niet erg genoeg met [medeverdachte] . (...)
Oude vrouw: Ja. Je doet niks, je doet niks om het een beetje te laten lopen want jij moet herrie en aandacht. Ja, regel het maar met [medeverdachte] . Maar in ieder geval als je voor alle twee eten moet maken is het voor mij weer, ik eet het er wel mee. Maar het is voor mij weer een uur te laat. Het is nooit op tijd, het is 5 kwartier of een uur, en dat is voor jou wel heel gewoon, dan moeten we blij zijn dat we eten krijgen. [24]
24. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 18 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb geluidsopname Spraak013 uitgewerkt. De stem van [slachtoffer] herkende ik uit eerdere geluidsopnames. De stem van [medeverdachte] herkende ik ook uit de eerdere opnames. Ook de stem van de oudere vrouw herkende ik.
Opname013
Oude vrouw: En wat doe je, weer niks.
[slachtoffer] : Ik had moeten controleren of ze wakker was, dat heb je helemaal gelijk in en dat heb ik niet gedaan.
Oude vrouw: Ja maar aan dat gelijk hebben we toch niks. (...)
Oude vrouw: Dan zijn we hier eigenlijk voor twee personen en dat is hier helemaal geen structuur in dat huishouden. Want het loopt maar door elkaar, de etenstijden die kloppen niet meer. Nou ook weer zoiets, de was dingen die moet dan meteen opgehangen worden, dus dan moet je rekening mee houden. Je weet hoe lang de was draait. Dat moet als huisvrouw toch in kunnen plannen. En als het nou een huisvrouw was die d’r verstand niet bij elkaar had. Maar die, dat preventieve dat heeft ze ook de kaas gegeten he. [25]
25. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 18 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb geluidsopname Spraak014 1 uitgewerkt. Op de geluidsopname herkende ik de stem van [slachtoffer] . Ook herkende ik de stem van [medeverdachte] en de stem van de oudere vrouw.
Spraak014 1
[medeverdachte] : Ik stel voor dat we beginnen met tegen d’r te zeggen als de schilder komt moet [slachtoffer] ’m betalen.
Oude vrouw: Ja, waarvan?
[medeverdachte] : Haar probleem.
Oude vrouw: (lacht). Ze moet zoveel betalen maar…
[medeverdachte] : Contant, op de dag zelf.
Oude vrouw: Ja, ik vind dit toch abnormaal, het moet van haar af.
[medeverdachte] : Dus dat.
Oude vrouw: Ja, maar ze kan niet werken straks want ze heeft geen auto of zo, ze kan niet gaan werken dus hoe moet zij dat dan betalen?
[medeverdachte] : Haar probleem.
Oude vrouw: Maar haar probleem, dan later ze een ander maar werken. (...)
Oude vrouw: En er zijn meerdere nachten bij, we zullen aantekenen, er gaat een hele nacht weer over [slachtoffer] . (...)
[medeverdachte] : Als je nou keihard kijkt naar de taken die jij de afgelopen dagen hebt gehad, de afgelopen maanden hebt gehad. Vanaf het moment dat je daar in huis bent. Hoe veel heb je er dan iets van terecht gebracht?
( [slachtoffer] huilt) (...)
[medeverdachte] : Hoe serieus ben je daar mee omgegaan, die basis die je moest hebben voor inkomsten voor je eigen bedrijf waar [naam 4] je tot in den treuren van informatie voorzien heeft, stap voor stap van heeft gezegd wat je moest doen. Maar jij moest je eigen koers varen want je wilde niet toegeven en je was te bang en je was te laks en je was van alles.
( [slachtoffer] huilt)
[medeverdachte] : Dus waar is die zekerheid waar ze het over hadden? Wat is het feit dat er geen stress hoeft te zijn vanwege het feit dat het geld inderdaad binnen komt, dat er opdrachten zijn, waarmee je eigen leven en het leven van een ander op de rit kunt krijgen. Waar is het feit dat [medeverdachte] gewoon bezig zou moeten kunnen zij met d’r eigen verwerkingsproces in plaats van 24 uur per dag, hoe krijg ik mijn beste vriendin afgericht zodat ze weer een normaal mens wordt? (...)
[medeverdachte] : Dus ik zeg het nog een keer, zegt [naam 3] …
[slachtoffer] : Ja.
[medeverdachte] : Tuinman.
[slachtoffer] : Tuinman?
[medeverdachte] : Ja, de tuinman moet jij ook betalen.
[slachtoffer] : Oh, op die manier.
[medeverdachte] : De schilder en de gordijnen.
( [slachtoffer] huilt)
[medeverdachte] : En dat je dus niet denkt dat dat lekker op de lange baan geschoven kan worden. En dat het ook geen optie is om te zeggen, ik heb het niet, dus het moet opgeschoven worden.
[slachtoffer] : Nee, de rolgordijnen bedoel je dan he. Niet, de [winkel] bedoel je dan.
[medeverdachte] : Jazeker.
( [slachtoffer] huilt)
[medeverdachte] : En voor de rest heeft [psycholoog 1] jou wat opgedragen. Dus daar zul je ook mee aan de slag moeten. [26]
26. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 18 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik heb de geluidsopname Spraak015 1 uitgewerkt. Ik herkende de stem van [slachtoffer] uit eerdere geluidsopnames. De stem van [medeverdachte] herkende ik ook uit eerdere opnames.
Spraak015 1
[slachtoffer] : Het is vrijdag 25 september en ik heb 800 euro te weinig salaris overgemaakt aan [medeverdachte] . En daar word ik nou op afgerekend door [naam 3] met de vleeshamer (huilt). Eerst op mijn handpalmen, minstens een stuk of 40 en toen over naar mijn billen en omhoog, hoog op mijn heupen (huilt). Zelfde aantallen denk ik, ik heb ze niet geteld. Iedere keer als ik dan bij draai, dan krijg ik weer een tik op mijn schouder of op mijn rug, mijn gezicht, net waar ze mij raken kan (huilt). Mijn voetzolen, allebei minstens 15 (snuft). En nou heeft ze een hele tijd staan in hakken op mijn schouder. Mijn linkerschouder. Omdat zij daar ook heel vaak last heeft, slijmbeurs en zo, dus ze pakt iedere keer de punten waar [medeverdachte] ook last heeft (huilt). Ze liepen net weg, [medeverdachte] die moest plassen en de mededeling dat ik maandag uiterlijk 5 uur het restant moet hebben en dat is geen vraag maar een eis (huilt). Ik weet niet meer hoe ik hier uit vandaan moet komen (huilt). Ik weet niet hoe ik dit rond moet gaan breien. Dit is allemaal zo onrealistisch. Dit is allemaal zo hard. Samen een bedrijf starten is toch heel anders. Dat had ik me toch heel anders voorgesteld. Ik loop achter bij de belasting, ik loop achter (slikt) met mijn eigen ziektekostenverzekering, met haar ziektekostenverzekering verzuim en rekening. Het hele bedrijf is nog niet van de grond en ik moet d’r iedere maand 2.700 euro betalen aan loon, 1.600 euro aan loonbelasting (huilt hard). Ik mag nog steeds niet mee eten en niet mee douchen. Niet douchen, niet tandenpoetsen (huilt). Liter water per dag. Dat is toegestaan (huilt). Ik hen een huishoudsloof, wassen, koken, opruimen, ik word aan alle kanten gedirigeerd, gecommandeerd. Mag niet slapen, en word vervolgens aangekeken op het moment dat ik er afgestraft als ik overdags in slaap val (huilt). (...)
[medeverdachte] : Nu vraag ik me af, zegt [psycholoog 1] .
[slachtoffer] : Ja.
[medeverdachte] : Heb je nou überhaupt iets geleerd?
( [slachtoffer] huilt)
[medeverdachte] : Want ik betwijfel het.
( [slachtoffer] huilt)
[slachtoffer] : Ik weet gewoon niet hoe ik, hoe ik zoveel geld in één keer moet genereren en ja ik weet dat ik eerder had moeten beginnen met het bedrijf en dat ik, ik had hele andere ideeën ervan. (...)
[medeverdachte] : [slachtoffer] , het is schandalig hoeveel keer dat jij in de tijd, dat je met je bedrijf bezig had kunnen zijn, hebt zitten slapen.
[slachtoffer] : Omdat ik ’s nachts niet slaap.
[medeverdachte] : Dat is je eigen schuld.
( [slachtoffer] huilt)
[slachtoffer] : Het is een cirkel waar ik niet uit vandaan kom.
[medeverdachte] : Nee, dat klopt, omdat je gedrag gewoon onaangepast blijft. (...)
[slachtoffer] : Ik krijg het financieel niet rond. Ik krijg het gewoon financieel…
[medeverdachte] : Dan had jij je gedrag in ieder geval aan moeten passen op het feit dat je het
financieel niet rond krijgt. En niet nog erger maken. [27]
27. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 4 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Door aangeefster [slachtoffer] is aangegeven dat er op de One Drive geluidsopnamen stonden die zij had opgenomen van de diverse gebeurtenissen in de woning waar zij verbleef. Ik heb één van die geluidsopnames letterlijk uitgewerkt. Het gaat hier om bestand Spraak016.
[medeverdachte] : Het rolluik moet nog dicht mam?
[medeverdachte] : Mamma! Het rolluik moet nog naar beneden.
Onbekende: Ja. (...)
[medeverdachte] : Waag het [slachtoffer] , echt. Want ik ben echt in staat om je kapot te slaan. (...) [medeverdachte] : Je staart niet eens... Je gaat gewoon zitten te slapen... Geef me die stok, dan kunnen we dat gehad hebben. Trui uit. (onverstaanbaar)
( [slachtoffer] huilt zachtjes)
[medeverdachte] : Komt u maar.
( [slachtoffer] huilt, snikt)
(Er is een tik met iets te horen)
[slachtoffer] huilt, gilt bij de klap, het lijkt alsof ze ergens in huilt/schreeuwt. Er zijn in totaal tien klappen met iets te horen. Elke keer hoor je [slachtoffer] huilen, schreeuwen. (...)
[medeverdachte] : 1.
[slachtoffer] : (huilt/schreeuwt) stop alsjeblieft.
[medeverdachte] : 2.
[slachtoffer] : stop alsjeblieft.
[medeverdachte] : 3. (…)
[medeverdachte] : 4. (…)
[medeverdachte] : 5. (…)
[medeverdachte] : 6. (…)
[medeverdachte] : 7. (…)
[medeverdachte] : 8. (…)
[medeverdachte] : 9. (…)
[medeverdachte] : 10.
[slachtoffer] : (huilt) het doet zo zeer. (…)
[slachtoffer] : Ik heb zo’n pijn. (…)
[slachtoffer] huilt en gilt het uit. Ze smoort de gil.
[slachtoffer] : Het spijt me zo.
[medeverdachte] : De enige reden waarom ik nu op hou, is omdat de buurvrouw er nog is. Maar zo meteen ga ik verder. Je hebt er nog 150 tegoed.
[medeverdachte] : [slachtoffer] , ik waarschuw je.
( [slachtoffer] huilt, snikt)
[medeverdachte] : Iedere keer als je het doet, 100 keer extra. Dan weet je het alvast.
( [slachtoffer] huilt, snikt)
[slachtoffer] : Kan ik niet alvast beginnen met opruimen of zo?
[medeverdachte] : Nee!
[slachtoffer] : Waarom moet ik dan stilzitten? En wakker blijven dan?
[medeverdachte] : Omdat het tijd wordt dat je eens een keer praat. (...)
[slachtoffer] : (huilt) Het drong niet tot mij door.
[medeverdachte] : Het komt vanzelf.
( [slachtoffer] huilt)
[medeverdachte] : Want ik heb er geen enkele moeite mee om je invalide te slaan. (…)
[medeverdachte] : Ogen open!!! Want we moeten alles benadrukken! [28]
28. Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 7 februari 2022 van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [verdachte] (verdachte):
Ik heb de geluidsopname gehoord. Misschien dat het toch wel mijn stem is, maar ik kan het zelf niet zo goed terug horen. Mijn gehoor is niet zo goed. [29]
29. Een door de schrijftolk
uitgewerkt verhoor van [medeverdachte](d.d. 18 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven:
V: Hoeveel telefoons heb je in je bezit?
A: Twee hele ouwe.
V: En welke gebruik je nu?
A: Nu gebruik ik degene die gisteren is meegenomen.
V: En dat is een iPhone hoeveel?
A: Acht, acht plus geloof ik.
V: Waar gebruik je die voor?
A: Bellen, mailen.
V: Wie gebruiken die telefoons allemaal?
A: Normaal gesproken ik, maar [slachtoffer] gebruikte hem ook wel eens om er iets op in te tikken.
Spraak 8
25.55 einde geluidsfragment
V: Herkent u uw stem?
A: Ik hoor dat ik het ben.
V: En hoor jij ook [slachtoffer] op het geluidsfragment?
A: Ja.
Spraak 11
38.07 het fragment is afgelopen
V: Wie horen we hier?
A: Ik hoor mezelf. En ik hoor [slachtoffer] . En ik hoor volgens mij de stem van mijn moeder.
V: Dus je hoort jouw stem, [slachtoffer] ’s stem en je hoort je moeder?
A: Ja.
Spraak 16
47.10 einde van dit fragment
V: Wie hoor je daarop [medeverdachte] ?
A: Ik hoor mezelf praten. En ik hoor [slachtoffer] . [30]
30. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 9 december 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [medeverdachte 1]:
V: Zag je wel eens iets opvallends aan [slachtoffer] ?
A: Alleen in 2017 zag ik haar, toen was ze een stevige dame. De laatste keer was ze mager.
Fragment 012 minuut 03.00
O: We gaan jou een geluidsfragment laten horen.
V: Kan je ons vertellen wie en wat je hebt gehoord?
A: [slachtoffer] , [medeverdachte] en haar moeder. Ik hoorde dat [slachtoffer] zichzelf moest slaan en dat het harder moest. [31]
31. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 16 januari 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [getuige 4]:
O: Wij laten je nu fragment [groepsnaam] horen.
V: Wie heb je gehoord?
A: Moeder van [medeverdachte] . En ik hoor [medeverdachte] . Die andere is denk ik [slachtoffer] .
V: We vervolgen het fragment weer vanaf 01:10 tot 03:15. Wie hoor je?
A: Ik hoor de moeder van [medeverdachte] . Ik hoor haar moeder naar de hond, want de hond heet [naam hond] . [32]
32. Het proces-verbaal “Onderzoek telefoon verdachte [medeverdachte] ” (d.d. 8 december 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Er werd mij gevraagd om onderzoek te doen in de in beslag genomen mobiele telefoon van de verdachte [medeverdachte] .
Omschrijving goed: mobiele telefoon, merk Apple, type iPhone 8+.
Ik zag dat het laatst gekoppelde telefoonnummer aan deze telefoon [telefoonnummer] was. [33]
33. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 13 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Op de telefoon van [slachtoffer] heb ik twee verschillende WhatsApp-gesprekken aangetroffen tussen [slachtoffer] en de gebruiker van het WhatsApp-account [medeverdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer] .
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 2-1-2020:
Ik hoorde niet zulke fijne berichten. Dat het anderen opvalt dat je tegenover ma the silent treatment had. Dus ik vroeg me af waarom dat was. Omdat ze je vroeg om boven te gaan zitten?
Verzonden door gebruiker [slachtoffer] op 2-1-2020 te 12:19 uur:
Zal ik even naar beneden komen om lunch te maken ofzo? Zodat [getuige 2] kan zien dat ik jullie niet negeer?? Of is het uitgesproken en oke?
Verzonden door gebruiker [slachtoffer] op 4-1-2020 te 23:40 uur:
Krijg een reminder ivm curfew om 24.00 uur. Wat is het plan? Blijf ik boven?
Verzonden door gebruiker [slachtoffer] op 7-1-2020 te 12:39 uur:
Mag ik dat pinnen van de rekening?
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 13-1-2020 om 03:06 uur:
Morgen halve dag werken, uiterlijk 13.30 in [plaats 1] terug zegt [naam 4] .
Verzonden door gebruiker [slachtoffer] op 14-1-2020 te 15:39 uur:
Je moeder vraagt wat ik gister heb zitten doen en geeft aan dat ze alles op schrijft wat ze ziet.
Verzonden door gebruiker [slachtoffer] op 14-1-2020 te 16:14 uur:
Je moeder geeft aan: eerst verslag voor [naam 4] daarna de rest.
Verzonden door gebruiker [slachtoffer] op 15-1-2020 te 16:48 uur:
Heb nog wel een andere vraag voor jou; betalingen moeten gedaan worden. Hij wil een voorschot en de installateur van de keuken. Kan je moeder bij contant geld wt ik dan kan storten?
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 24-4-2020 om 02:16 uur:
Ik heb ook geregeld met [naam 4] dat je de dag kunt beginnen met 2 sneden brood. En voor lunch ook. Dus ik hoop dat jij jezelf ook van je beste kant laat zien.
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 27-4-2020 om 21:06 uur:
[naam 4] wil jou beneden in het zicht hebben.
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 4-6-2020 om 00:52 uur:
Haal die van je voeten er maar uit zegt [naam 2] .
Verzonden door gebruiker [slachtoffer] op 4-6-2020 te 01:09 uur:
Spelden uit mn voeten gehaald. Mag ik ze beneden met alcohol schoon maken?
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 4-6-2020 om 01:10 uur:
Als het nog bloedt niet. Anders zit de trap onder.
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 12-6-2020 om 12:35 uur:
We gaan naar beneden. Jij mag bonen met rijst.
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 29-6-2020 om 02:23 uur:
Ga maar slapen tot half acht zegt [naam 2] .
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 30-6-2020 om 09:16 uur:
Mijn ma heeft je gebeld met de vraag of je [naam hond] ’s cadeautje op wilt komen ruimen!
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 30-6-2020 om 11:02 uur:
Oren schoon en gestopt met bloeden?
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 22-7-2020 om 12:46 uur:
[getuige 4] blijft idd eten. Ik app je als we hier weg gaan en als we bij [plaats 12] zijn zodat jij kunt zorgen dat je boven bent als we thuis komen.
Verzonden door gebruiker [medeverdachte] op 15-9-2020 om 02:09 uur:
Hij gaat missers turven. Elke gemiste melding is 50 tikken. [34]
34. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 10 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [ouder slachtoffer]:
V: Wanneer heeft [slachtoffer] het contact met jullie als ouders verbroken?
A: Dit is geleidelijk gegaan. Op 2 september 2018 was de verjaardag van mijn vrouw. [slachtoffer] ging toen uit de familieapp. [slachtoffer] schreef dat ze meer tijd voor zichzelf nodig had. We hebben diverse keren gevraagd hoe het was maar ze wilde niet te veel emoties van ons hebben. We hebben zelfs een keer gevraagd of wij langs mochten komen in [plaats 1] . Dit mocht en kon absoluut niet. [35]
35. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 6 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [getuige 3]:
V: Hoe lang kent u [slachtoffer] ?
A: Ik ken [slachtoffer] ongeveer 20 jaar. In augustus 2018 was ze ineens uit beeld.
V: Hoe verliep het moment dat [slachtoffer] het contact verbrak?
A: Het was omstreeks augustus 2018. We zijn ergens wat gaan eten in [plaats 9] . Toen vertelde ze dat het over was tussen ons. Dat ze een nieuw leven gaat opbouwen en dat ze met iedereen gaat breken. Ze begon toen ook over dat ze met mensen uit [plaats 2] contact had. [36]
36. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 9 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [getuige 1]:
Bij aanvang van het verhoor deelden wij aan de getuige het volgende mee:
Uw zoon heeft aan de wijkagent laten weten dat u wel eens hebt gehoord dat er mensen bij de buren worden geslagen. Wat kunt u ons hier over vertellen?
De getuige verklaarde:
Met het slachtoffer bedoel ik [slachtoffer] . [medeverdachte] woonde er al, samen met haar moeder. Die moeder heet [verdachte] . Mijn man is nu een jaar geleden overleden. Sinds die tijd hoor ik [medeverdachte] geregeld schreeuwen, gillen en schelden. Dan zit ik bijvoorbeeld ’s avonds televisie te kijken en dat geluid staat niet heel zacht. En dan hoor ik [medeverdachte] daar bovenuit komen. Dan loop ik naar de gang om te luisteren. Dan kan ik [medeverdachte] heel goed horen. Ik heb meerdere keren gehoord dat [medeverdachte] met een soort stok of houtje [slachtoffer] slaat. Ik hoorde echt zo’n zwiep. Het klonk alsof het met een soort stok of houtje werd gedaan. En ik hoorde ze ’s nachts ruzie maken. Ik heb ook een keer gehoord dat [medeverdachte] schreeuwde: “Moet je nu nog een keer een pak slaag!” Ik heb [medeverdachte] ook wel eens horen schreeuwen: “ [slachtoffer] , doe je ogen open, doe je ogen open!” Ook hoorde ik een keer dat [slachtoffer] werd geslagen. Een andere keer hoorde ik [medeverdachte] aftellen. Afgelopen zomer zaten ze buiten te barbecueën. [slachtoffer] was de hele tijd alles aan het pakken en aan het bakken en [medeverdachte] zat maar en ze at. Als [medeverdachte] met dat houtje aan de gang was, hoorde ik [slachtoffer] dof huilen. [37]
37. Het proces-verbaal van verhoor (d.d. 23 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - de
verklaring van [getuige 2]:
V: Wat kunt u mij vertellen over het huishouden op de [adres 1] te [plaats 1] ?
A: Moeder met dochter, die daar wonen. [slachtoffer] was vanaf het begin in beeld. Die heeft mij ook aangenomen daar, twee jaar geleden. Ze woonde daar toen niet, maar was daar wel veel. Ze woonde destijds in [plaats 9] . Ze heeft halverwege het jaar haar huis verkocht. Toen is ze tijdelijk in huis gekomen daar.
V: Wie wonen er op dat adres?
A: [verdachte] , dat is moeder. [medeverdachte] , haar dochter, woonde daar ook.
V: Kunt u [medeverdachte] voor mij beschrijven?
A: Ik heb [medeverdachte] nooit zien werken. Ze praat heel veel via oortjes. Zo’n dopje in haar oor, zonder draden. Ik heb zelf gezien dat ze die in had. [medeverdachte] vertelt via die oortjes ook veel tegen die moeder.
V: Hoe lang poetst u daar al?
A: Ongeveer twee jaar.
V: Is er iets in de woning veranderd de laatste tijd?
A: Ja, veel. De badkamer is verbouwd. Ook de keuken en de woonkamer zijn verbouwd.
V: Wat waren de bezigheden van de personen in de woning als u aan het poetsen was?
A: [slachtoffer] deed wel eens de boodschappen en eten koken. Ze was altijd dingen aan het regelen. Zus zat altijd op de bank en [medeverdachte] lag altijd op bed of op de bank.
V: Zijn u dingen opgevallen tijdens het poetsen die u het vermelden waard vindt?
A: Ik vond [slachtoffer] er de laatste maanden slecht uit zien. Ze was heel veel afgevallen. Er waren wel eens ruzies tussen haar en [medeverdachte] . Ik hoorde wel eens dat er geschreeuwd werd tegen elkaar. Het ging vaak over het gedrag van [slachtoffer] . Dat ze veel beloofde maar weinig deed en dat ze haar gedrag zou veranderen. [slachtoffer] was altijd ontzettend moe.
V: Weet u wie in huis de boodschappen deed?
A: [slachtoffer] regelde de boodschappen.
V: Weet u wie de hond uitliet?
A: Die wordt meestal achter op de stoep uitgelaten. En dan moest [slachtoffer] het opruimen. [38]
38. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 21 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
In het onderzoek 08Patinir zijn bankgegevens gevorderd en verstrekt door de Rabobank van onderstaande bankrekeningen van [medeverdachte] en haar moeder [verdachte] over de periode van 1 januari 2018 tot en met 23 oktober 2020.
Bankrekeningnummer: Rekeninghouder:
[rekeningnummer 1] [medeverdachte] .
Betaalrekening [rekeningnummer 2]
Dit betreft een betaalrekening op naam van [medeverdachte] .
In de periode van 18 april 2019 tot en met 27 augustus 2020 werd in totaal
€ 20.613,51 contant geld gestort op deze rekening, verdeeld over 11 transacties. [39]
39.
Rekeningafschriftenvan de betaalrekening van [slachtoffer] , inhoudende - zakelijk weergegeven:
(p. 1470 en 1471)
Omschrijving: Bedrag af:
[bedrijf 5]
Contractant [naam 7] [medeverdachte]
Verwerkingsdatum 23-05-2018 13.810,16
(p. 1583)
Omschrijving: Bedrag bij:
[bedrijf 6]
Saldo afr. hyp. minus verrekening
E 614,99
Verwerkingsdatum 27-08-2019 20.429,57
(p. 1596)
Omschrijving: Bedrag bij:
[bedrijf 7] 121.527,85
(p. 1597)
Omschrijving: Bedrag af:
[bedrijf 8]
Verwerkingsdatum 22-10-2019 1.490,00
Omschrijving: Bedrag af:
[bedrijf 9]
Verwerkingsdatum 22-10-2019 497,87.
Omschrijving: Bedrag af:
Rabobank
Bestelling eurobiljetten
Verwerkingsdatum 23-10-2019 40.000,00
Omschrijving: Bedrag af:
Rabobank
Bestelling eurobiljetten
Verwerkingsdatum 23-10-2019 15.000,00
(p. 1607)
Omschrijving: Bedrag af:
[plaats 3]
Verwerkingsdatum 02-12-2019. 188,00
(p. 1617)
Omschrijving: Bedrag af:
[wellnesscentrum] Hotel-Betaallink
Verwerkingsdatum 13-01-2020 1.385,00
Omschrijving: Bedrag af:
[bedrijf 10]
Verwerkingsdatum 16-01-2020 1.538,70
(p. 1618)
Omschrijving: Bedrag af:
[bedrijf 10]
Tweede termijn [adres 1]
[plaats 1]
Verwerkingsdatum 17-01-2020 7.936,50
Omschrijving: Bedrag af:
[bedrijf 11]
[slachtoffer] [adres 2] [plaats 1]
Verwerkingsdatum 17-01-2020 15.000,00
Omschrijving: Bedrag af:
[bedrijf 11]
Verwerkingsdatum 18-01-2020 2.000,00
(p. 1619)
Omschrijving: Bedrag af:
[bedrijf 12]
Verwerkingsdatum 24-01-2020 1.323,00
Omschrijving: Bedrag af:
[wellnesscentrum] [plaats 6]
Verwerkingsdatum 25-01-2020 1.537,50
(p. 1624)
Omschrijving: Bedrag bij:
[bedrijf 13]
Verwerkingsdatum 21-02-2020 13.239,48
(p. 1646 en 1647)
Omschrijving: Bedrag bij:
[bedrijf 14]
Verwerkingsdatum 29-07-2020 6.495,48 [40]
40. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 16 november 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisanten:
Hieronder zijn de bijzonderheden per bankrekening vermeld:
[rekeningnummer 3] [slachtoffer] :
(dit betreft een betaalrekening op naam van [slachtoffer] over de periode van 1 januari 2018 tot en met 21 oktober 2020)
 € 20.433 salarisbetaling aan [medeverdachte] op rekening [rekeningnummer 2] . Periode vanaf 7 januari 2020, 8 betalingen.
 Op 27 oktober 2019 en 28 november 2019 wordt er € 1.540 Termijn van lening en € 2.812 Slottermijn lening overgemaakt naar [medeverdachte] .
 Op 27 oktober 2019 wordt er € 28.069 overgemaakt naar [rekeningnummer 4] ovv auto.
[rekeningnummer 4] [slachtoffer] :
(dit betreft een spaarrekening op naam van [slachtoffer] over de periode van 1 januari 2018 tot en met 27 oktober 2019)
 Diverse overboekingen via telebankieren naar betaalrekening ovv vakantie, lening, loungeset, boodschappen, auto, keuken, hotel.
[rekeningnummer 5] [bedrijfsnaam] :
(dit betreft een zakelijke betaalrekening op naam van [bedrijfsnaam] over de periode van 1 januari 2020 tot en met 21 oktober 2020)
 Betaling totaal € 20.433,49 periode 1 januari 2020 t/m 21 oktober 2020 aan [medeverdachte] op rekening [rekeningnummer 2] . [41]
41. Een
medisch adviesbetreffende [slachtoffer] (d.d. 4 november 2021), inhoudende - zakelijk weergegeven:
Medisch advies
Adviesdatum: 04-11-2021
Medisch adviseur: [medisch adviseur]
Betrokkene
Naam: [slachtoffer]
Geboortedatum: [geboortedag] 1977
Patiënt is opgenomen geweest van 05-10-2020 t/m 21-10-2020 op de afdeling interne geneeskunde.
Primary survey: uitgebreide hematomen (bloeduitstortingen), met name rechterflank en rechterheup. Hematoom uitbreidend naar het abdomen (buik).
Patiënte werd op 05-10-2020 opgenomen op de intensive care bij verminderd bewustzijn, na val van de trap en/of mishandeling door een huisgenoot.
Beschouwing:
Nadat betrokkene is gaan inwonen bij de vriendin, moest zij op een luchtbed slapen en leefde zij uit haar koffer. Hierna heeft betrokkene de volgende letsels/klachten opgelopen:
- heupwond van 10x15 centimeter;
- beschadiging aan zenuwen;
- ontregeld maag-/darmstelsel met veel pijnklachten. Tot op heden niet verbeterd;
- psychische klachten;
- diverse hematomen (bloeduitstortingen) over het gehele lichaam;
- zwelling en gevoelsstoornis aan de rechter elleboog;
- leverschade en hoge ontstekingswaarden;
- gebroken linker pols. De pijnklachten zijn nog altijd aanwezig;
- nierfunctiestoornis;
- litteken op onderlip, op de voeten, beide armen en diverse steekgaatjes in de onderbenen.
Betrokkene is in oktober 2020 door de huisarts per ambulance naar het ziekenhuis gestuurd in verband met een melding dat zij van de trap was gevallen. Echter, na aankomst op de SEH bleken de letsels die aanwezig waren op het lichaam niet overeen te komen met letsel dat door een val van de trap kan ontstaan. Betrokkene meldde nu ook dat zij mishandeld is en niet van de trap was gevallen. Betrokkene mocht niet eten, niet drinken, niet slapen en mocht haar medicijnen voor de hoge bloeddruk niet innemen. Dit kan gevolgen hebben voor de nieren. De mishandeling bestond ook uit lijfstraffen, waarbij geslagen werd en geprikt werd met kopnaalden en een tweepuntige vork. Hiermee kunnen de volgende letsels verklaard worden: de vele littekens over het lichaam, de hematomen, de wond aan de rechterheup, gevoelsstoornissen aan de hand, elleboog en de heup rechts, de lever- en nierfunctiestoornissen, de vermoeidheid en de concentratiestoornis.
Bij ondervoeding is er sprake van een stoornis in de chemie van het bloed, waardoor sprake is van te weinig energie. Ook zal dit resulteren in het verliezen van lichaamsgewicht. Ook was sprake van een minimale inname van vocht, te weten een liter per dag. Gekeken naar deze omstandigheden kan er gesproken worden van een causaal verband tussen de genoemde leverschade en de nierfunctiestoornissen.
Concluderend kan er gesproken worden van een causaal verband tussen de letsels die betrokkene heeft opgelopen en de manier van langdurige mishandeling die betrokkene heeft ondergaan. [42]
42. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 9 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Op 8 oktober 2020 ontving ik onderstaande informatie van [medewerker Veilig Thuis] , medewerker van Veilig Thuis. Ik ontving deze informatie via een e-mail. In deze e-mail staan drie verslagen van hulpverleners omtrent [slachtoffer] .
Melder [ziekenhuis]
Patiënte werd opgenomen na een val van de trap. Echter leken de verwondingen deels langer bestaand te zijn. Tevens oude hematomen en krasjes die niet volledig te verklaren zijn bij een val van de trap.
Melder ambulanceverpleegkundige
Ook wij, als ambulanceteam, zagen meer verwondingen dan we zouden hebben verwacht bij een val van de trap.
De heer [ambulanceverpleegkundige] geeft aan dat er bij mevrouw een beeld is met sterke verdenking van toegebracht letsel. [43]
43. Een
letselrapportagebetreffende [slachtoffer] (d.d. 8 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven:
Naam: [slachtoffer]
Datum letselonderzoek: 08-10-2020
Beoordeling
Er was sprake van vele en grote onderhuidse bloeduitstortingen.
Er was sprake van een wond op de rechterbil/heup die een doorligwond leek te betreffen.
Conclusie
Er is sprake van meerdere huidbeschadigingen, van onderhuidse bloeduitstortingen en van een botbreuk in het verre uiteinde van het linker spaakbeen. Het aantreffen van deze letsels is meer waarschijnlijk bij een niet-accidentele toedracht dan bij een accidentele toedracht. [44]
44. Het proces-verbaal van bevindingen (d.d. 9 oktober 2020), inhoudende - zakelijk weergegeven - het
relaas van verbalisant:
Ik ben op 8 oktober 2020 samen met [medewerker Veilig Thuis] van Veilig Thuis naar het ziekenhuis [ziekenhuis] te [plaats 8] gegaan. Daar troffen wij [slachtoffer] op de intensive care. Ik heb gesproken met de intensivist [intensivist] . Ik vroeg hem of het mogelijk is dat [slachtoffer] zou kunnen sterven. Ik hoorde hem zeggen dat hij dit niet uit kon sluiten. [45]
Oordeel hof
Vrijspraak van de handeling “werven”
Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, acht het hof niet bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting. Uit de bewijsmiddelen valt niet af te leiden dat bij verdachte al een oogmerk van uitbuiting bestond toen [slachtoffer] - door medeverdachte [medeverdachte] - geworven werd. Het hof spreekt verdachte daarom vrij van de handeling “werven”.
Beoordelingskader
Uit de wetsgeschiedenis van art. 273f Sr en de jurisprudentie over dit wetsartikel volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. De strafbaarstelling van mensenhandel stelt het belang van het individu steeds voorop. Dat belang is het behoud van de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
De in art. 273f Sr verboden gedragingen beïnvloeden de wil, waaronder is begrepen de keuzemogelijkheid van het slachtoffer, in die zin dat zij leiden tot het ontbreken van vrijwilligheid waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. Dit gebrek aan een vrije keuze komt nader tot uitdrukking in de verschillende bestanddelen die van art. 273f Sr deel uitmaken.
Met betrekking tot het bestanddeel ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’ geldt dat misbruik kan worden verondersteld, indien de tewerkgestelde in een situatie verkeert of komt te verkeren, die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige werknemer in Nederland pleegt te verkeren.
Met betrekking tot het bestanddeel ‘een kwetsbare positie’ geldt dat dit begrip in de wet is gedefinieerd in die zin dat daaronder wordt begrepen: “een situatie waarin een persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan”.
Het in art. 273f, eerste lid, Sr voorkomende bestanddeel (oogmerk van) uitbuiting is in de wet niet gedefinieerd, anders dan door de opsomming in het tweede lid van een aantal vormen van uitbuiting, waaronder gedwongen of verplichte arbeid of diensten, met inbegrip van uitbuiting van strafbare activiteiten.
Blijkens de wetsgeschiedenis doelt deze bepaling op een verscheidenheid aan moderne vormen van slavernij, waarbij als voorbeeld wordt genoemd een extreem lange werkweek tegen onevenredig lage betaling onder slechte werkomstandigheden.
Uit jurisprudentie volgt dat uitbuiting moet worden aangemerkt als een impliciet bestanddeel van art. 273f, eerste lid, aanhef en onder sub 4 Sr. De verweten gedragingen kunnen eerst dan als mensenhandel als bedoeld in art. 273f, eerste lid, aanhef en onder sub 4 Sr worden bestraft, indien uit de bewijsvoering volgt dat is voldaan aan de voorwaarde dat zij zijn begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. [46]
De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van ‘uitbuiting’ in de zin van art. 273f, eerste lid, Sr, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling of de te verrichten activiteit, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de verdachte wordt behaald. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd. Hierbij geldt in geval van minderjarige slachtoffers dat de beoordeling van dergelijke factoren tot een andere uitkomst kan leiden dan in het geval het slachtoffer meerderjarig is. [47]
Toepassing - sub 4
Het hof merkt allereerst op dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de in de geluidsopnamen genoemde “oude vrouw” is. Door de verdediging is dit overigens niet ter discussie gesteld.
Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen volgt dat de omstandigheden waaronder verdachte en medeverdachte [medeverdachte] [slachtoffer] voor hen lieten werken en waaronder zij bij hen verbleef zodanig waren dat sprake was van uitbuiting. Het gaat daarbij om de volgende omstandigheden:
- [slachtoffer] moest ongeveer een jaar lang bijna alle huishoudelijke taken doen in en rondom de woning van verdachte en [medeverdachte] . Ook moest zij lichamelijke verzorgingstaken voor hen doen. Zij kreeg hier niet voor betaald.
- Daarnaast moest [slachtoffer] van medeverdachte [medeverdachte] (via de gefingeerde [groepsnaam] ) allerlei opdrachten en taken uitvoeren, ook ’s nachts. Als zij dit niet goed of niet snel genoeg deed, werd zij gestraft. Deze straffen bestonden uit geldstraffen die in rap tempo in hoogte opliepen, maar ook uit lijfstraffen. Zo werd [slachtoffer] gedwongen om een vleesvork en kopspelden door en in haar lichaam te steken en werd zij door [medeverdachte] geslagen met een pollepel, een wandelstok en een vleeshamer.
- Verdachte en [medeverdachte] hebben [slachtoffer] verbaal en fysiek vernederd. Uit de geluidsopnamen blijkt dat zij zich allebei op zeer agressieve, dreigende en denigrerende toon en wijze hebben uitgelaten tegen [slachtoffer] .
- [slachtoffer] verbleef op zolder bij verdachte en [medeverdachte] thuis. In de woning mocht zij niet gaan en staan waar zij wilde. Zij moest vaak op zolder blijven, bijvoorbeeld als er bezoek kwam. Ook mocht zij niet eten en drinken (op een liter water per dag na) en werden er beperkingen gesteld aan haar lichamelijke verzorging. [slachtoffer] mocht ook niet zelf bepalen wanneer zij ging slapen.
- Al [slachtoffer] geld ging naar verdachte en [medeverdachte] . Om te kunnen voldoen aan alle geldstraffen die aan haar werden opgelegd (en die ten gunste kwamen van verdachte en [medeverdachte] ), heeft zij haar eigen huis in [plaats 9] moeten verkopen. Naast alle geldstraffen die zij moest voldoen, moest [slachtoffer] ook allerlei andere dingen betalen voor verdachte en [medeverdachte] . Zij betaalde de boodschappen, maar zij moest ook vakanties en hotelovernachtingen voor hen betalen. Daarnaast draaide zij - onder meer - op voor de kosten voor een nieuwe keuken en een nieuwe badkamer in de woning en moest zij een nieuwe auto financieren voor [medeverdachte] .
- [slachtoffer] moest haar paspoort afgeven en zij mocht geen contact meer hebben met haar familie en vrienden. Door de leden van de door [medeverdachte] verzonnen [groepsnaam] - en dus in werkelijkheid door [medeverdachte] -werd zij langzamerhand zodanig geïsoleerd en gehersenspoeld dat zij als het ware ‘gevangen’ kwam te zitten in de woning van verdachte en [medeverdachte] in [plaats 1] .
Het feit dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] in staat waren [slachtoffer] uit te buiten, was een gevolg van misleiding en de kwetsbare positie waarin zij zich daardoor bevond (zij was - onder meer - gehersenspoeld door de medeverdachte en zij had hoge schulden als gevolg van de geldstraffen die aan haar werden opgelegd), het geweld dat door [medeverdachte] tegen [slachtoffer] werd gebruikt en het dreigen met geweld (ook door verdachte), waardoor angst ontstond bij [slachtoffer] en zij zich gedwongen voelde te doen wat verdachte en [medeverdachte] van haar verlangden, zoals de huishoudelijke taken in en rondom de woning. Daarnaast werd [slachtoffer] gedwongen om allerlei aankopen te doen voor verdachte en [medeverdachte] (van de dagelijkse boodschappen tot een nieuwe badkamer). Verdachte en [medeverdachte] waren er allebei van op de hoogte dat [slachtoffer] in een kwetsbare positie verkeerde. Uit de bewijsmiddelen volgt dat ook verdachte wist van de opdrachten die zogenaamd door de [groepsnaam] aan [slachtoffer] werden gegeven en de hoge schulden die zij moest betalen terwijl zij geen geld had.
Sub 1
Uit de bewijsmiddelen leidt het hof af dat verdachte en [medeverdachte] [slachtoffer] met één of meer van de in de tenlastelegging genoemde middelen (met name misbruik van een kwetsbare positie) hebben gehuisvest en opgenomen met het oogmerk van uitbuiting.
Door [slachtoffer] te huisvesten konden verdachte en [medeverdachte] haar slaap- en werktijden bepalen. Zij hielden door het huisvesten niet alleen controle over de activiteiten van [slachtoffer] , maar ook over wat zij met haar geld moest doen. Door haar te huisvesten konden verdachte en [medeverdachte] dus maximaal profiteren van [slachtoffer] . Het huisvesten gebeurde dus eveneens met het oogmerk van uitbuiting. Dat ze [slachtoffer] konden blijven huisvesten met het oogmerk van uitbuiting had onder meer te maken met de kwetsbare positie waarin zij zich bevond. Zij had geen paspoort meer, geen contact met familie en vrienden en geen eigen woning. Daarnaast was zij, zoals gezegd, gehersenspoeld door [medeverdachte] met de door [medeverdachte] verzonnen [groepsnaam] . Het was voor [slachtoffer] dus moeilijk om zich aan de situatie te onttrekken.
Naar het oordeel van het hof strekken de handelingen “huisvesten” en “opnemen” zich uit over de gehele periode dat [slachtoffer] in de woning van verdachte en [medeverdachte] verbleef. In die periode werd zij immers voortdurend gehuisvest en opgenomen in de woning in [plaats 1] .
Zoals hiervoor al is overwogen, spreekt het hof verdachte vrij van het onder sub 1 tenlastegelegde “werven”.
Sub 6
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer] geen loon ontving voor al het werk dat zij voor verdachte en [medeverdachte] heeft moeten doen. Alleen al om die reden hebben zij opzettelijk voordeel getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer] . Daarnaast is gebleken dat [slachtoffer] van alles voor verdachte en [medeverdachte] moest betalen, zoals een nieuwe keuken en een nieuwe badkamer. Ook hier hebben verdachte en haar medeverdachte opzettelijk voordeel van getrokken.
Medeplegen
Anders dan de raadsman heeft betoogd, is het hof van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte als medepleger kan worden aangemerkt voor wat betreft de onder primair tenlastegelegde mensenhandel. Hoewel verdachte niet zelf alle onderdelen van de feitelijke uitwerking in het tenlastegelegde heeft begaan, was haar aandeel in het huisvesten/opnemen (met het oogmerk van uitbuiting), het laten verrichten van onbetaalde huishoudelijke activiteiten en het profiteren van de uitbuiting van zodanig gewicht dat van medeplegen kan worden gesproken. Het hof wijst in het bijzonder op de volgende feiten en omstandigheden:
- Uit de geluidsopnamen blijkt dat verdachte op momenten aanwezig was bij de mishandelingen van [slachtoffer] door [medeverdachte] en dat zij deze ook stimuleerde. Het hof geeft hieronder een paar voorbeelden van gewelddadige uitlatingen door verdachte:
o “Ik moet [slachtoffer] d’r vast gaan binden d’r aan. Bij [plaats 9] aan een of andere brug, dan wil ik daarbij zijn.”
o “Deed ze zelf om te voorkomen want als de naald aan te pas komen dan sla ik je voortaan met de stok op je godverdomme.”
o “Als ik [medeverdachte] was, dan zou ik je (…). Ik zou je drillen, commanderen dat je niet wist waar je het zoeken moest. Meer verdien je niet.”
o “Nee, het moet met geweld en anders doet ze het niet.”
- Verdachte heeft ook denigrerende uitlatingen gedaan tegen [slachtoffer] , zoals:
o “Daar is ze goed voor he? Hoop stront te halen.
o “Ja maar dat is toch niet, dat is toch wat je zelf doet? Als ze toch tegen mij zeggen ga je in je voeten zitten prikken met een vleesvork, ja geloof dat je van de pot gerukt bent, want ik heb niks gedaan wat ik dan zou moeten doen. Je vraagt er zelf om.”
o “Het is al wel erg he dat je jou niet alleen kan laten.”
o “Ja. Je doet niks, je doet niks om het een beetje te laten lopen want jij moet herrie en aandacht.”
- Verdachte gaf ook opdrachten en instructies aan [slachtoffer] . Een paar voorbeelden hiervan uit de geluidsopnamen zijn:
o “Medicijn halen en puffer.”
o “Je hoeft hier helemaal niet meer na te denken als jij doet wat ze jou opdragen dan is het goed.”
o “Waarom schrijf je die dingen dan niet op? Hoe vaak roep ik: schrijf het op, schrijf het op.”
o “Ik heb gisterenavond al toch al tegen je gezegd, haal de vis uit.”
Daarnaast is uit de bewijsmiddelen gebleken dat [slachtoffer] ook andere taken voor verdachte moest doen, zoals de wc’s schoonmaken, poep van de hond opruimen, haar eten klaarmaken en spullen voor haar kopen.
- Verdachte profiteerde mee van alle aankopen die [slachtoffer] voor haar en [medeverdachte] moest doen. Zoals hiervoor al is overwogen, kwamen alle aan [slachtoffer] opgelegde geldstraffen ten gunste van verdachte en [medeverdachte] . Maar dit geldt natuurlijk ook voor de nieuwe keuken en de nieuwe badkamer in hun woning, die [slachtoffer] moest betalen.
- Verdachte was ervan op de hoogte dat [slachtoffer] geen geld had, maar desalniettemin vond zij dat zij alles voor haar en [medeverdachte] moest betalen. Het hof wijst op het volgende gesprek in één van de geluidsfragmenten:
o [medeverdachte] : Ik stel voor dat we beginnen met tegen d’r te zeggen als de schilder komt moet [slachtoffer] ‘m betalen.
Verdachte: Ja, waarvan?
[medeverdachte] : Haar probleem.
Verdachte: Ze moet zoveel betalen maar…
[medeverdachte] : Contant, op de dag zelf.
Verdachte: Ja, ik vind dit toch abnormaal, het moet van haar af.
Verdachte: Ja, maar ze kan niet werken straks want ze heeft geen auto of zo, ze kan niet gaan werken dus hoe moet zij dat dan betalen? (…) Maar haar probleem, dan laat ze een ander maar werken.
Gelet op al het voorgaande is het hof van oordeel dat ten aanzien van het onder primair tenlastegelegde sub 1, 4 en 6 sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] . Verdachte wist van de uitbuiting en de middelen die hiervoor werden ingezet door [medeverdachte] . Verdachte ondersteunde [medeverdachte] (verbaal) bij de inzet van de middelen. Verdachte profiteerde samen met [medeverdachte] volop van de uitbuiting. Verdachte heeft bovendien door onder meer de huisvesting en het laten verrichten van onbetaald werk (waarbij zij misbruik maakte van de kwetsbare positie van [slachtoffer] ) meegewerkt aan de verdere verwezenlijking en de instandhouding van de uitbuitingssituatie van [slachtoffer] . Dat zij zelf geen geweld tegen [slachtoffer] heeft gebruikt, doet hier niet aan af.
Niet ter discussie staat dat [slachtoffer] als gevolg van de mishandelingen zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen en dat zij in levensgevaar heeft verkeerd. Ook deze onderdelen van de tenlastelegging acht het hof bewezen.
De periode
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [slachtoffer] in oktober 2019 bij verdachte en [medeverdachte] in huis kwam. In de periode daarvoor heeft [slachtoffer] weliswaar al enkele betalingen gedaan ten gunste van verdachte en [medeverdachte] , maar onvoldoende is gebleken dat verdachte in die periode ook al wist dat sprake was van een uitbuitingssituatie. Daarom zal het hof een kortere periode bewezen verklaren dan de rechtbank heeft gedaan. Het hof acht bewezen dat de uitbuiting door (ook) verdachte van [slachtoffer] is begonnen in de maand waarin [slachtoffer] bij verdachte in huis kwam, dus in oktober 2019.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair:
zij in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2019 tot en met 5 oktober 2020 te [plaats 1] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en(lid 3 sub 1),
althans alleen,een ander, genaamd [slachtoffer] ,
(telkens) door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misbruik van een kwetsbare positie
(= middelen) (lid 1 sub 1 en sub 4, en lid 3 sub 3), en
/of
(telkens) heeft
geworven en/ofgehuisvest en
/ofopgenomen (= handelingen) met het oogmerk van uitbuiting (sub 1), en
/of
die [slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en
/ofdiensten, dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daarvoor beschikbaar zou stellen (sub 4) en
/of
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 6),
immers heeft/hebben die handelingen (ex sub 1) (telkens) bestaan uit:
het aantrekken en overhalen van die [slachtoffer] door verdachte en/of medeverdachte om bij haar/hun te komen wonen (‘om aan zichzelf te werken’) (= werven),het verschaffen van woongelegenheid aan de [adres 1] in [plaats 1] (= huisvesten) en
/ofhaar onderdeel te laten worden van het huishouden (aldaar) van verdachte en medeverdachte (= opnemen);
waarbij die
dwangmiddelen
heeft/hebben bestaan uit:
- het onder controle brengen en
/ofhet onder toezicht houden en
/ofonder druk zetten van die [slachtoffer] (onder andere) door die [slachtoffer]
(via verdachte)voortdurend in contact te houden met de (geveinsde) opdrachtgevers uit [plaats 2] (‘de [groepsnaam] ’) en
/ofdie [slachtoffer] te laten geloven dat die opdrachtgevers beschikten over deskundige kennis (bijv. als psycholoog), macht en geld, waardoor het [slachtoffer] werd bemoeilijkt zich aan die controle en
/ofdruk en
/ofdat toezicht te onttrekken;
- die [slachtoffer] voorhouden dat zij (fictieve) schulden heeft bij verdachte en/of medeverdachte en/of opdrachtgevers van voornoemde ‘ [groepsnaam] ’ die zij moet afbetalen (schuldenbinding);
- het mishandelen van die [slachtoffer] , onder andere door die [slachtoffer] (met kracht) met pollepels en
/ofeen (wandel)stok en
/ofeen vleeshamer te (laten) slaan en
/ofdoor een vleesvork in het lichaam van die [slachtoffer] te (laten) steken en
/ofdoor (kop)spelden in de handen en
/ofvingers en
/oflippen en
/oforen en
/ofarmen en
/ofbenen van die [slachtoffer] te (laten) steken;
- het (meermalen) bedreigen van die [slachtoffer] met de dood en
/of(voornoemde) geweldshandelingen, en
/ofhanteren van (andere) lijfstraffen;
- het (onder dwang) afknippen van de haren van die [slachtoffer] ;
- het (meermalen) dreigen dat die [slachtoffer] uit de woning van verdachte zou worden gezet;
- het zich op boze en
/ofagressieve en
/of(anderszins) dreigende en
/ofoverheersende en
/ofdenigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer] ;
- het isoleren van die [slachtoffer] door haar alle contacten met familieleden en
/ofvrienden
en/of collega’ste laten verbreken;
- het (doen) afnemen van haar paspoort,
waardoor die [slachtoffer] in een situatie terecht is gebracht van gedwongen dienstverlening en/of dienstbaarheid en/of slavernij en met slavernij te vergelijken praktijken (= uitbuiting, zoals bedoeld in artikel 273f lid 2), bestaande uit:
- het verrichten van huishoudelijke taken (zoals wassen, boodschappen doen, schoonmaken, koken, opruimen en de hond uitlaten en/of verzorgen);
- het verrichten van lichamelijke verzorgingstaken voor verdachte en
/ofmedeverdachte;
- het betalen van geldelijke boetes;
- het ondergaan van lijfstraffen;
- het moeten dulden dat haar eten, drinken, slaap en lichamelijke verzorging (zoals douchen en tanden poetsen) werd onthouden;
- het betalen van: vakanties en/of hotelovernachtingen en
/ofde boodschappen en
/ofrolluiken en
/ofeen schoonmaakster die in de woning van verdachte en
/ofmedeverdachte werkzaam was
en/of de aanleg van een tuin bij de woning van verdachteen
/ofmedeverdachte en
/ofde verbouwing van de keuken in de woning van verdachte en
/ofde verbouwing van de badkamer in de woning van verdachte en
/ofmedeverdachte;
- het opstarten van een eigen bedrijf (om inkomsten te generen) en in dienst nemen van medeverdachte als betaalde werkneemster;
- het verkopen van haar eigen woning;
- het aankopen van een auto voor
verdachte en/ofmedeverdachte;
- het opstellen van een levenstestament, waarbij zij, verdachte en/of medeverdachte als erfgenaam/executeur testamentair/algemeen gevolmachtigde is aangemerkt;
- het doen van contante geldopnames, en
/of(dat) geld over doen dragen aan verdachte en/of medeverdachte;
- het storten en/of overmaken van haar loon op de (zakelijke) rekening(en) van
verdachte en/ofmedeverdachte
;
- het oversluiten van de hypotheek, het teniet doen van een schuld/krediet van verdachte en/of medeverdachte, het afkopen van verzekeringen en pensioen,
terwijl die [slachtoffer] als gevolg hiervan zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen (bestaande uit een botbreuk, nierfalen, langdurige maag-/darmklachten, beperkte mobiliteit, invaliditeit, zenuwschade) en
/often aanzien van haar levensgevaar te duchten was (lid 4).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder primair bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, terwijl de in artikel 273f, eerste lid onder 1°, 4° en 6° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl een van de in artikel 273f, eerste lid onder 1°, 4° en 6° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft en daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar. Daarnaast heeft de rechtbank de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opgelegd.
De advocaat-generaal heeft geëist dat verdachte voor de onder primair tenlastegelegde mensenhandel wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar.
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij het bepalen van de straf gaat het hof uit van de strafdoeleinden, te weten de vergelding, speciale en generale preventie. Het hof is van oordeel dat, gelet op die doeleinden, de oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur passend en geboden is. In verband met die strafdoeleinden acht het hof voor strafoplegging in mensenhandel - voor zover relevant in deze zaak - de volgende omstandigheden van belang:
  • de mate waarin inbreuk is gemaakt op de autonomie van het slachtoffer;
  • de periode waarin sprake is geweest van uitbuiting;
  • het aantal slachtoffers dat is uitgebuit;
  • de omstandigheid dat sprake is van een georganiseerd verband;
  • de wijze (zoals de mate van geweld) waarop het slachtoffer is gedwongen/bewogen de werkzaamheden te doen;
  • de leeftijd en/of kwetsbaarheid van het slachtoffer;
  • het aantal dagen per week en het aantal uren per dag waarop er gewerkt moest worden;
  • de werkzaamheden die verricht moesten worden;
  • de werkomstandigheden;
  • de hoeveelheid geld die werd afgedragen;
  • het percentage van de verdiensten dat moest worden afgedragen;
  • de rol van verdachte met betrekking tot die uitbuiting (vervulde zij een kernrol of was zij ‘slechts’ faciliterend);
  • de houding van de verdachte (heeft zij inzicht getoond in het kwalijke van zijn gedrag);
  • relevante recidive.
Ten aanzien van de vergelding gaat het om de ernst van het feit.
Verdachte heeft zich samen met haar dochter (medeverdachte [medeverdachte] ) schuldig gemaakt aan mensenhandel ten opzichte van [slachtoffer] . [medeverdachte] heeft [slachtoffer] laten geloven in het bestaan van de ‘ [groepsnaam] ’, een groep machtige mensen uit [plaats 2] met connecties bij de politie. In werkelijkheid heeft deze groep nooit bestaan, maar bleek deze door [medeverdachte] te zijn bedacht. [slachtoffer] verkeerde echter in de veronderstelling dat zij onder behandeling stond van echte psychologen van deze groep en zij stelde zich binnen deze behandeling kwetsbaar op. Van de psychologen van deze ‘ [groepsnaam] ’ kreeg [slachtoffer] de meest onmogelijke opdrachten die zij moest doen, soms tot diep in de nacht. Als zij deze opdrachten niet goed deed of niet op tijd af had, werd zij gestraft. In eerste instantie ging het om geldstraffen (die snel in hoogte opliepen), maar later moest [slachtoffer] de meest verschrikkelijke lijfstraffen ondergaan. Zij werd door [medeverdachte] geslagen met een pollepel, een wandelstok en een vleeshamer en [slachtoffer] moest bij zichzelf soms een vleesvork door haar voet duwen en kopspelden in haar lichaam steken. Verdachte heeft deze gruwelijke mishandelingen aangemoedigd en zij heeft zich in niet mis te verstane bewoordingen uitgelaten tegen [slachtoffer] . Als gevolg van de torenhoge geldstraffen die [slachtoffer] moest voldoen, heeft zij haar woning in [plaats 9] moeten verkopen. Na de verkoop van haar woning is zij bij verdachte en [medeverdachte] in huis gekomen. Hier werd zij door hen als een huisslaaf behandeld. [slachtoffer] moest op zolder verblijven in de woning en zij mocht niet gaan en staan waar zij wilde. Overal moest zij eerst toestemming voor vragen. [slachtoffer] mocht niet eten, zij mocht slechts één liter water per dag drinken en het was haar niet toegestaan om te gaan slapen wanneer zij dat wilde. In huis moest zij allerlei huishoudelijke en lichamelijke verzorgingstaken doen voor verdachte en [medeverdachte] . Daarnaast moest zij verschillende dingen betalen voor verdachte en haar dochter, zoals de boodschappen, een nieuwe keuken en een nieuwe badkamer. Verdachte en [medeverdachte] hebben dus volop van [slachtoffer] geprofiteerd zonder zich ook maar enigszins om haar lichamelijke en mentale gezondheid te bekommeren. Zij hebben haar vernederd en gehersenspoeld en haar laten geloven dat ze niets waard was. Toen [slachtoffer] uiteindelijk in het ziekenhuis werd opgenomen, was zij er zo slecht aan toe dat de intensivist dacht dat zij zou kunnen komen te overlijden. Het is niet aan verdachte te danken dat dit niet is gebeurd.
Met dit handelen heeft verdachte op zeer indringende wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en de geestelijke integriteit van [slachtoffer] en op de vrijheid die zij zou moeten hebben om haar eigen leven vorm te geven. Daarnaast heeft zij het belang van [slachtoffer] bij het behoud van haar waardigheid en zelfbeschikkingsrecht volledig ondergeschikt gemaakt aan haar eigen zucht naar macht en financieel gewin.
Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer] blijkt dat zij nog steeds dagelijks de nadelige gevolgen ondervindt van wat haar - onder meer door verdachte - is aangedaan. [slachtoffer] ondervindt verschillende psychische problemen als gevolg van de bewezenverklaarde mensenhandel en zij is daardoor nog altijd niet in staat om te werken en een normaal leven op te bouwen. Het hof neemt dit in strafverzwarende zin mee in de strafoplegging.
Gelet op de ernst van het feit is uit oogpunt van vergelding een langdurige gevangenisstraf geboden.
Ten aanzien van de generale preventie is eveneens een langdurige gevangenisstraf op zijn plaats. Duidelijk moet zijn dat voor uitbuiting zoals in deze zaak heeft plaatsgevonden, langdurige gevangenisstraffen worden opgelegd.
Ten aanzien van de speciale preventie overweegt het hof het volgende.
Het hof heeft kennisgenomen van een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 september 2023, waaruit blijkt dat zij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Dit werkt derhalve niet strafverhogend of -verlagend.
In het voordeel van verdachte houdt het hof er rekening mee dat verdachte, [slachtoffer] nooit fysiek heeft mishandeld. De lijfstraffen werden allemaal door [medeverdachte] uitgevoerd. Daarnaast heeft [medeverdachte] zich gedurende een langere periode schuldig gemaakt aan de uitbuiting van [slachtoffer] . Verdachte ging (voor zover bekend) pas actief aan deze uitbuiting meedoen vanaf het moment dat [slachtoffer] bij haar en haar dochter in huis kwam wonen.
In strafverzwarende zin weegt het hof in de strafoplegging mee dat verdachte geen enkel inzicht heeft getoond in het kwalijke van haar handelen. Zij heeft, ook ter zitting van het hof, geen openheid van zaken gegeven. Op vragen die haar werden gesteld over de mishandelingen in haar woning bleef zij aangeven dat zij hier geen herinnering aan had of dat zij de vraag niet heeft verstaan door haar slechte gehoor. Het hof neemt het haar zeer kwalijk dat zij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor haar verwerpelijke gedrag.
Het hof houdt verder rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze ter zitting zijn gebleken. Verdachte is hoogbejaard. Zij is op dit moment 83 jaar oud. De oplegging van een lange gevangenisstraf zou dus kunnen betekenen dat zij haar laatste levensjaren achter de tralies doorbrengt. Dit weerhoudt het hof er echter niet van om een langdurige gevangenisstraf op te leggen. Gelet op de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit en alle hiervoor genoemde omstandigheden is het hof van oordeel dat alleen met de oplegging van een forse gevangenisstraf recht kan worden gedaan aan het grove leed dat het slachtoffer is aangedaan. Onder alle hiervoor genoemde omstandigheden acht het hof de oplegging van een gevangenisstraf van 30 maanden (met aftrek van voorarrest) passend en geboden. Deze straf is hoger dan door de rechtbank is opgelegd. Het hof is van oordeel dat de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf van 2 jaar onvoldoende recht doet aan de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit, gelet op alles wat hiervoor is overwogen. Daarentegen is de door de advocaat-generaal geëiste gevangenisstraf van drie jaar wat het hof betreft te fors vanwege de zeer hoge leeftijd van verdachte, de rol die zij heeft gespeeld (zij was niet de initiator, maar een meeloper) en de kortere bewezenverklaarde periode.
Het hof ziet geen aanleiding om naast een gevangenisstraf een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, zoals de rechtbank heeft gedaan.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslag
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat conform de beslissing van de rechtbank moet worden beslist op het beslag.
Het hof stelt vast dat in het inmiddels onherroepelijk geworden strafvonnis in de zaak tegen de medeverdachte [medeverdachte] is beslist tot verbeurdverklaring van allerlei voorwerpen. Ten aanzien van dezelfde voorwerpen vraagt de advocaat-generaal ook in de onderhavige zaak de verbeurdverklaring. Deze voorwerpen zijn inmiddels definitief verbeurd verklaard, zodat ook verdachte niet meer over deze voorwerpen kan beschikken. Het hof zal daarom in deze zaak geen beslissing meer nemen op het beslag van de voorwerpen die zijn genoemd in het dictum van dit strafvonnis. De enige uitzondering hierop vormen de drie contante geldbedragen die door de rechtbank verbeurd zijn verklaard. Het gaat om bedragen van
€ 785,-, € 6.405,- en € 1.700,-. Het hof zal - anders dan de rechtbank heeft gedaan - beslissen dat deze drie geldbedragen worden teruggegeven aan [slachtoffer] , de rechthebbende van deze bedragen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 422.333,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 319.878,92. Daarnaast heeft de rechtbank een bedrag van € 6.428,00 aan proceskosten toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk moet worden toegewezen tot het bedrag van € 409.725,47, bestaande uit € 359.725,47 aan materiële schade en € 50.000,00 aan immateriële schade.
De raadsman heeft in de eerste plaats betoogd dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] niet voor toewijzing in aanmerking komt vanwege de bepleite vrijspraak van de tenlastegelegde mensenhandel. Subsidiair heeft de raadsman gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering, nu deze een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Meer subsidiair heeft de raadsman enkele schadeposten betwist. Tot slot heeft de raadsman opgemerkt dat de vordering van de benadeelde partij niet hoofdelijk kan worden toegewezen in deze zaak.
Het hof zal de verschillende schadeposten hierna afzonderlijk bespreken.

1.Materiële schade

a. Nieuwe garderobe
Net als de rechtbank is het hof van oordeel dat het gevorderde bedrag van € 2.500,- voor een nieuwe garderobe voor toewijzing in aanmerking komt. Uit de bewijsmiddelen is gebleken dat [benadeelde] veel is afgevallen omdat zij niet mocht eten en ook dat haar kleding kapot werd geknipt. Er is dus sprake van voldoende causaal verband tussen het bewezenverklaarde feit en de kosten voor het aanschaffen van een nieuwe garderobe.
b. BMW
Uit de bewijsmiddelen is gebleken dat [benadeelde] een nieuwe auto (een BMW ) voor [medeverdachte] moest leasen. Na het opmaken van de eindafrekening van de leaseovereenkomst ten behoeve van deze BMW stond er nog een bedrag van € 1.409,92 open, dat door [benadeelde] moest worden betaald. Op dit punt is de vordering voldoende onderbouwd en door de verdediging onvoldoende betwist. Het hof wijst deze dan ook toe voor wat betreft de schadepost “ BMW ”.
c. Tv, armband en ring
Deze schadepost is door de benadeelde partij [benadeelde] onvoldoende onderbouwd. Net als de rechtbank zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in deze onderdelen van de vordering.

2.Medische kosten

a. Eigen bijdrage over 2020
Ook deze schadepost is naar het oordeel van het hof onvoldoende onderbouwd en komt daarom niet voor toewijzing in aanmerking. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in dit deel van de vordering.
b. Eigen bijdrage over 2021 en medicijnkosten
De benadeelde partij vordert onder deze schadepost vergoeding van een bedrag van € 435,-.
Door de rechtbank is dit onderdeel van de vordering toegewezen. Ook wat het hof betreft heeft de benadeelde partij voldoende onderbouwd dat zij deze schade heeft geleden en komt voornoemd bedrag dus voor toewijzing in aanmerking.
c. Behandelingen body stress release
Gevorderd wordt een bedrag van € 145,--. Uit de bewijsmiddelen volgt dat het tot en met maart 2021 heeft geduurd voordat [benadeelde] fysiek enigszins hersteld was van het letsel dat zij heeft opgelopen als gevolg van het bewezenverklaarde. Korte tijd daarna heeft zij een aantal body stress release-behandelingen ondergaan, die zijn gefactureerd in de periode van 16 april 2021 tot en met 28 mei 2021. Naar het oordeel van het hof bestaat er voldoende causaal verband tussen de bewezenverklaarde mensenhandel en deze schadepost. Dat er sprake is van enig tijdsverloop tussen het bewezenverklaarde feit en de behandelingen doet hier niet aan af, nu [benadeelde] voldoende heeft onderbouwd dat zij vóór die tijd fysiek niet in staat was om deze behandelingen te ondergaan. Het hof wijst het onder deze schadepost gevorderde bedrag toe.

3.Ziekenhuisdaggeldvergoeding

a. Opname ziekenhuis oktober 2020
Deze schadepost ad € 480,-- is voldoende onderbouwd en door de verdediging niet dan wel onvoldoende betwist. Het hof wijst de vordering op dit punt toe.
b. Opname ziekenhuis augustus 2020
Dat ligt anders voor wat betreft deze schadepost. Deze schade heeft betrekking op een ziekenhuisopname van [benadeelde] als gevolg van een auto-ongeval op 20 augustus 2020 waarbij zij betrokken is geraakt. Het causale verband tussen dit ongeluk en het bewezenverklaarde is echter onvoldoende gebleken, zodat deze schade niet voor toewijzing in aanmerking komt.

4.Reiskosten

a. Taxivervoer in verband met auto-ongeval augustus 2020
Datzelfde geldt voor deze schadepost. Er is onvoldoende gebleken van een causaal verband tussen het bewezenverklaarde en deze schade, zodat de vordering op dit punt ook niet wordt toegewezen.
b. Overige reiskosten
Deze schadepost ad € 110,03 is wel voldoende onderbouwd. De verdediging heeft deze post onvoldoende gemotiveerd betwist. Net als de rechtbank zal het hof dit gevorderde bedrag toewijzen.

5.Huishoudelijke hulp

Onder deze schadepost vordert de benadeelde partij [benadeelde] vergoeding van een bedrag van € 152,-. Wat het hof betreft dient deze gevorderde schade te worden toegewezen, nu de schade op dit punt voldoende is onderbouwd. Daarnaast komt het redelijk voor dat [benadeelde] gedurende een periode van acht maanden huishoudelijke hulp nodig had gelet op de ernst van haar letsel.

6.Verlies aan zelfwerkzaamheid

Door de benadeelde partij wordt vergoeding van een bedrag van € 514,- gevorderd onder deze schadepost. De rechtbank heeft dit bedrag met een derde verminderd omdat de kosten betrekking hebben op drie personen en de benadeelde partij normaal gesproken ook voor zichzelf dergelijke werkzaamheden zou moeten verrichten. Net als de advocaat-generaal kan het hof zich niet vinden in deze argumentatie. Uit de bewijsmiddelen is immers gebleken dat [benadeelde] in de bewezenverklaarde periode geen enkele zeggenschap had over de werkzaamheden die zij moest verrichten en wanneer zij deze moest doen. Zij was totaal overgeleverd aan de genade van verdachte en [medeverdachte] . Het hof is daarom van oordeel dat de door [benadeelde] in de woning van verdachte en [medeverdachte] verrichte werkzaamheden niet op één lijn kunnen worden gesteld met haar normale werkzaamheden. Het hof zal daarom het volledige gevorderde bedrag onder deze schadepost toewijzen, te weten € 514,-. Deze schade is voldoende onderbouwd.

7.Verlies aan verdienvermogen

a. Door huishoudelijke werkzaamheden
Ook hier heeft de rechtbank het gevorderde bedrag met een derde verminderd, met dezelfde redenering als hiervoor genoemd. Het hof kan zich hier, zoals gezegd, niet mee verenigen en zal daarom het totale bedrag dat onder deze schadepost is gevorderd toewijzen. Het gaat dan om een bedrag van € 15.637,44. Naar het oordeel van het hof is deze schade voldoende onderbouwd en vloeit deze rechtstreeks voort uit het bewezenverklaarde.
b. Onterecht betaald salaris
Onder deze post vordert de benadeelde partij vergoeding van een bedrag van € 22.475,80. Het hof is gebleken dat de civiele rechter al heeft beslist op dit onderdeel van de vordering, zodat het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal verklaren op dit punt.
c. Uit hoofde van loondienstverbanden
Gevorderd wordt een bedrag van € 24.551,76. De rechtbank heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in dit deel van de vordering. In hoger beroep heeft de benadeelde partij deze schadepost nader onderbouwd. Naar het oordeel van het hof is nu voldoende gebleken dat [benadeelde] deze schade heeft geleden en kan deze post volledig worden toegewezen.

8.Verlies aan verdienvermogen toekomst (februari 2022 t/m februari 2024)

Hetzelfde geldt voor deze schadepost. Na de nadere onderbouwing van de benadeelde partij op dit punt is het hof van oordeel dat het volledige gevorderde bedrag van € 22.617,- dient te worden toegewezen. Het hof merkt nog op dat de verdediging dit deel van de vordering overigens onvoldoende gemotiveerd heeft betwist.

9.Smartengeld

Aan smartengeld wordt een bedrag van € 50.000,- gevorderd door de benadeelde partij. De rechtbank heeft een bedrag van € 30.000,- toegewezen. Het hof stelt vast dat [benadeelde] als gevolg van het bewezenverklaarde lichamelijk en geestelijk letsel heeft opgelopen. Naar het oordeel van het hof is het bewezenverklaarde feit zo ernstig (met name de zeer vergaande mishandelingen en vernederingen die [benadeelde] moest ondergaan) dat een hoger bedrag aan smartengeld moet worden toegewezen dan de rechtbank heeft gedaan. Het hof acht het redelijk en billijk om een bedrag van € 40.000,- toe te wijzen.

10.Telefoon- en portokosten

De benadeelde partij heeft dit deel van de vordering onvoldoende onderbouwd. Daarom zal het hof haar niet-ontvankelijk verklaren voor wat betreft deze schadepost.

11.Wederrechtelijk verkregen voordeel

Onder deze schadepost vordert de benadeelde partij vergoeding van een bedrag van in totaal € 270.596,-. Een deel van deze schade is geleden in de periode voordat [benadeelde] bij verdachte en [medeverdachte] in huis kwam wonen. Het hof heeft in deze zaak geoordeeld dat het tenlastegelegde feit zich heeft afgespeeld in de periode van 1 oktober 2019 tot en met
5 oktober 2020. Alleen het door verdachte genoten wederrechtelijk verkregen voordeel in deze periode komt daarom onder deze schadepost voor toewijzing in aanmerking. Het gaat dan om de volgende bedragen:
  • € 83.890,- (contante opnames in de bewezenverklaarde periode minus de stortingen);
  • € 27.697,70 (bedragen overgemaakt voor keuken en badkamer);
  • € 2.922,50 (verblijf [wellnesscentrum] [plaats 6] );
  • € 10.263,- (meubels);
  • € 463,94 (aankopen Bol.com);
  • € 9.239,- (leasekosten BMW en brandstofkosten);
  • € 239,37 (kosten huishoudelijke hulp).
Bij elkaar opgeteld levert dit het bedrag van € 134.715,51 op. Het hof zal dit bedrag toewijzen onder de schadepost ‘Wederrechtelijk verkregen voordeel’, nu de schade in zoverre voldoende is onderbouwd.

12.Buitengerechtelijke en proceskosten

In eerste aanleg heeft de benadeelde partij een bedrag ad € 6.428,- aan proceskosten gevorderd. De rechtbank heeft de vordering op dit punt toegewezen op basis van het Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven (twee punten van tarief VII). In hoger beroep vordert de benadeelde partij daarnaast een bedrag van € 6.826,- aan proceskosten, ook op basis van dit Liquidatietarief. Naar het oordeel van het hof komen deze gevorderde proceskosten voor toewijzing in aanmerking. Ook in hoger beroep acht het hof twee punten van tarief VII toewijsbaar. Dat levert inmiddels een bedrag van € 6.826,- op. In totaal gaat het dan om een bedrag van € 13.254,- aan proceskosten.

13.Overige schadeposten

a. Notariskosten
Deze schadepost is naar het oordeel van het hof voldoende onderbouwd. Door de verdediging is deze post niet dan wel onvoldoende betwist. Het gaat om een bedrag van
€ 367,18. Het hof wijst de vordering in zoverre toe.
b. Kosten autoverzekering
Ook ten aanzien van deze schadepost geldt dat deze voldoende is onderbouwd. Gebleken is dat [benadeelde] de verzekeringspremies moest betalen ten behoeve van de BMW van [medeverdachte] . De schade die [benadeelde] op dit punt heeft geleden vloeit voort uit het bewezenverklaarde. Door de verdediging is deze schadepost niet dan wel niet voldoende betwist. Het hof wijst het onder deze post gevorderde bedrag van € 1.081,80 toe.
c. Kosten wegenbelasting
Onder deze schadepost wordt een bedrag van € 1.297,- gevorderd. Uit de bewijsmiddelen leidt het hof af dat [benadeelde] ook de wegenbelasting moest betalen voor de auto van [medeverdachte] . De geleden schade op dit punt is door de benadeelde partij voldoende onderbouwd en door de verdediging onvoldoende betwist. Ook voornoemd bedrag komt dus voor toewijzing in aanmerking.
Conclusie
In totaal wijst het hof de vordering van de benadeelde partij toe tot het bedrag van
€ 246.013,64, bestaande uit € 206.013,64 aan materiële schade en € 40.000,- aan immateriële schade (smartengeld). Voor het overige wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. In zoverre kan zij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanhangig maken.
Het hof zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 5 oktober 2020, de datum waarop [benadeelde] werd opgenomen in het ziekenhuis.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Daarnaast zal het hof een bedrag van € 13.254,- aan proceskosten toewijzen.
Tot slot oordeelt het hof - net als de rechtbank heeft gedaan - dat de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk moet worden toegewezen. Dat betekent dat verdachte en haar medeverdachte ieder voor het hele schadebedrag hoofdelijk kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover haar medeverdachte de schade heeft vergoed.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan [benadeelde] van de volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedragen:
- een contant geldbedrag van € 785,-;
- een contant geldbedrag van € 6.405,-;
- een contant geldbedrag van € 1.700,-.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 246.013,64 (tweehonderdzesenveertigduizend dertien euro en vierenzestig cent)bestaande uit
€ 206.013,64 (tweehonderdzesduizend dertien euro en vierenzestig cent)materiële schade en
€ 40.000,00 (veertigduizend euro)immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 13.254,00 (dertienduizend tweehonderdvierenvijftig euro).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 246.013,64 (tweehonderdzesenveertigduizend dertien euro en vierenzestig cent)bestaande uit
€ 206.013,64 (tweehonderdzesduizend dertien euro en vierenzestig cent)materiële schade en
€ 40.000,00 (veertigduizend euro)immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen.
Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of haar mededader aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 5 oktober 2020.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. I.P.H.M. Severeijns en mr. M.L. Plas, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Jansen, griffier,
en op 25 oktober 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.D. den Hartog is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 25 oktober 2023.
Tegenwoordig:
mr. M.L. Plas, voorzitter,
mr. E.C.A.M. Langenhorst, advocaat-generaal,
mr. R. Jansen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

Voetnoten

1.In de hierna te melden bewijsmiddelen wordt telkens - tenzij anders aangegeven - verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met BVH-registratienummer [nummer 4] , onderzoek Patinir/ON5R020088, gesloten en getekend op 4 juni 2021 door [opsporingsambtenaar] , als opsporingsambtenaar werkzaam bij de districtsrecherche Gelderland-Zuid.
2.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor, p. 1126 e.v., inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .
3.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor, p. 1144 e.v., inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .
4.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor, p. 1157 e.v., inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .
5.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1008 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] .
6.Een schriftelijk bescheid, te weten het door de schrijftolk uitgewerkte verhoor van [medeverdachte] op 19 november 2020, p. 2240.
7.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor, p. 1191 e.v., inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .
8.Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris in strafzaken in de rechtbank Gelderland d.d. 13 april 2021, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .
9.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 2450 e.v., inhoudende de verklaring van [verdachte] .
10.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1298 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] .
11.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1925 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant] .
12.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 985 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 3] .
13.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1918 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant] .
14.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1928 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 4] .
15.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1939 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] .
16.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1934 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] .
17.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1187, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 12] .
18.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1769, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 6] .
19.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1353, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant] .
20.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1358 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
21.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1371 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
22.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal ‘uitwerking geluidsopname Spraak 011’ (nagekomen), p. 1 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
23.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1376 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
24.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1386 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
25.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal ‘uitwerking geluidsopname Spraak 013’ (nagekomen), p. 1 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
26.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1391 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
27.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1397 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] .
28.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1401 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 8] .
29.Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 7 februari 2022 van de meervoudige kamer voor strafzaken in de rechtbank Gelderland (locatie Arnhem), inhoudende de verklaring van [verdachte] .
30.Een schriftelijk bescheid, te weten het door de schrijftolk uitgewerkte verhoor van [medeverdachte] op 18 november 2020, p. 2139 e.v.
31.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 27 e.v., inhoudende de verklaring van
32.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1266 en 1267, inhoudende de verklaring van [getuige 4] .
33.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal “Onderzoek telefoon verdachte [medeverdachte] ”, p. 143, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] .
34.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1824 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] .
35.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1245, inhoudende de verklaring van [ouder slachtoffer] .
36.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1234 e.v., inhoudende de verklaring van [getuige 3] .
37.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1209 e.v., inhoudende de verklaring van [getuige 1] .
38.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1229 e.v., inhoudende de verklaring van [getuige 2] .
39.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1675 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 9] .
40.Schriftelijke bescheiden, te weten verschillende rekeningafschriften van de betaalrekening van [slachtoffer] , p. 1470 e.v.
41.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1427 e.v., inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 9] .
42.Een schriftelijk bescheid, te weten een medisch advies betreffende [slachtoffer] , opgemaakt op 4 november 2021 door [medisch adviseur] (nagekomen).
43.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1118 e.v., inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 11] .
44.Een schriftelijk bescheid, te weten een letselrapportage betreffende [slachtoffer] , opgemaakt op 8 oktober 2020 door forensisch arts [forensisch arts] .
45.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, p. 1124, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 11] .
46.HR 5 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:554.
47.HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099.