ECLI:NL:GHARL:2023:8396
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verhuizing van de vader en co-ouderschapsregeling in geschil
In deze zaak gaat het om een geschil tussen ouders over de verhuizing van de vader en de gevolgen voor de co-ouderschapsregeling. De ouders, die gezamenlijk het gezag uitoefenen over hun twee minderjarige kinderen, hebben een co-ouderschapsregeling afgesproken na hun echtscheiding in 2022. De vader heeft zijn woning verkocht en heeft een nieuwe woning gekocht op 31 kilometer afstand van de school van de kinderen. De rechtbank Midden-Nederland heeft eerder de verzoeken van de vader om vervangende toestemming voor de verhuizing afgewezen. De vader is in hoger beroep gegaan, waarbij hij verzoekt om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en toestemming te krijgen voor de verhuizing. De moeder verzet zich tegen de verhuizing en heeft ook een verzoek tot voorlopige voorziening ingediend. Het hof heeft de belangen van beide ouders en de kinderen afgewogen. Het hof oordeelt dat de keuze van de vader om te verhuizen gerechtvaardigd is, ondanks de grotere afstand tot de school van de kinderen. Het hof benadrukt dat de verhuizing niet in strijd is met de eerder gemaakte afspraken in het zorgplan, dat flexibiliteit van beide ouders vereist. De moeder is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot voorlopige voorziening. Het hof verleent de vader vervangende toestemming om te verhuizen en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.