ECLI:NL:GHARL:2023:8018

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
200.326.692
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake zorg- en opvoedingstaken van minderjarige na ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorg- en opvoedingstaken van een minderjarige, geboren in 2015, die door de ouders gezamenlijk worden uitgeoefend. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft grieven ingediend tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland van 9 februari 2023, waarin een zorgregeling was vastgesteld. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen. De stichting Jeugdbescherming Gelderland is als belanghebbende aangemerkt. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de mondelinge behandeling op 29 augustus 2023 heeft plaatsgevonden. De ouders zijn in geschil over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, met name tijdens vakanties en feestdagen. Het hof heeft vastgesteld dat de huidige regeling, die door de GI is voorgesteld, de meeste rust en stabiliteit biedt voor de minderjarige. Het hof heeft de bestreden beschikking deels vernietigd en de zorg- en opvoedingstaken opnieuw verdeeld, waarbij de minderjarige bij de vader verblijft op bepaalde dagen en tijdens vakanties. De regeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.326.692
(zaaknummer rechtbank Gelderland 411446)
beschikking van 26 september 2023
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. R.C.H. Bruinier te Ede
en
[verweerster],
wonende te [woonplaats1]
verweerster in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. R.R.J.A. Olie-Hallmans te Meppel.
Als belanghebbende is aangemerkt:
de stichting Jeugdbescherming Gelderland,
gevestigd te Arnhem,
verder te noemen: de GI.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, van 9 februari 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer. Het hof zal deze beschikking hierna noemen: de bestreden beschikking.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 8 mei 2023;
- het verweerschrift van de moeder met producties;
- het verweerschrift van de GI met producties;
- het journaalbericht met producties van mr. Bruinier van 18 augustus 2023.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 29 augustus 2023 plaatsgevonden. Hierbij waren aanwezig:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI;
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).

3.De feiten

3.1
Partijen zijn de ouders van:
- [de minderjarige] , geboren [in] 2015 te [woonplaats1] ,
over wie zij gezamenlijk het gezag uitoefenen. [de minderjarige] woont bij de moeder.
3.2
Bij beschikking van 19 november 2019 is [de minderjarige] door de kinderrechter onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 19 februari 2023. De ondertoezichtstelling is per die datum geëindigd.
3.3
Bij beschikking van 24 februari 2021 heeft de kinderrechter van de rechtbank Gelderland, een regeling voor de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld in het kader van de ondertoezichtstelling.

4.De omvang van het geschil

4.1
Tussen partijen is in geschil de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) tussen hen betreffende [de minderjarige] .
Bij de bestreden beschikking is, voor zover hier van belang, uitvoerbaar bij voorraad (met wijziging van de beschikking van 24 februari 2021) op verzoek van de GI bepaald dat [de minderjarige] bij de vader verblijft:
- eenmaal in de veertien dagen in de oneven weken op de woensdagmiddag uit school, waarbij de reguliere schooltijden leidend zijn (of 14.30 uur als er geen school is op de afgesproken plek: op de hoek van moederswoning) tot 18.30 uur, waarbij [de minderjarige] bij vader eet. [de minderjarige] wordt om 18.30 uur door de vader naar de moeder gebracht en op de afgesproken plek op de hoek van moederswoning afgezet. De moeder is bereid om [de minderjarige] op te vangen bij een vrije (studie)middag 12.00 tot 14.30 uur, indien de vader dit niet zelf of binnen zijn netwerk kan regelen. De vader dient dit vroegtijdig bij de moeder aan te geven via het hierna te noemen e-mailadres;
- eenmaal in de veertien dagen in de even weken verblijft [de minderjarige] van vrijdag 17.00 (waarbij de vader [de minderjarige] ophaalt bij de moeder) tot zondag 17.00 (waarbij de vader [de minderjarige] naar de moeder brengt). De vader haalt [de minderjarige] op bij de moeder op de afgesproken plek: de hoek van moeders woning en de vader brengt [de minderjarige] daar ook weer terug;
- deelname en gebruik van de omgangs-app van de ouders is daarbij verplicht. Zaken
die niet gaan over het eerst volgende contactmoment, worden door de ouders
besproken middels het e-mailadres: [naam1] @hotmail.com;
- gedurende de volgende vakanties en feestdagen:
 zomervakantie: ieder jaar in de derde en vierde week van deze vakantie is [de minderjarige] bij
de vader. De vakantieweek begint in de derde week op maandag 10.00 uur en eindigt
in de vierde week op zondag 17.00 uur. In de zomervakantie in week 1, 2, 5 en 6,
wanneer [de minderjarige] bij de moeder is, vervalt de reguliere omgang (zowel op de woensdag als in de weekenden) tussen de vader en [de minderjarige] ;
 kerstvakantie: in de even jaren is [de minderjarige] in de tweede week van de vakantie bij de
vader. In de oneven jaren is [de minderjarige] de volledige vakantie bij de moeder en vervalt de
reguliere omgang (zowel op de woensdagdagen als de weekenden) tussen de vader en [de minderjarige] ;
 Kerst:
1e kerstdag van 10:00 tot de volgende dag 10.00 uur is [de minderjarige] bij de moeder,
2e kerstdag van 10.00 tot de volgende dag 10.00 is [de minderjarige] bij de vader.
 Oud & Nieuw: in de even jaren is [de minderjarige] bij de vader en in de oneven jaren is [de minderjarige]
bij de moeder. Wanneer deze dag niet valt in de reguliere vakantieweek, houden de
ouders 31 december van 17.00 uur tot 1 januari 10.00 uur aan;
 Pasen en Pinksteren: gedurende twee dagen bij de ouder bij wie [de minderjarige] volgens de
reguliere zorgregeling op dat moment verblijft, waarbij het reguliere rooster wordt
verlengd tot en met maandag 17.00 uur;
  • Vaderdag: van 09.00 - 17.00 verblijft [de minderjarige] bij de vader;
  • Moederdag: van 09.00 - 17.00 verblijft [de minderjarige] bij de moeder;
  • Overige vrije dagen en feestdagen: voor feestdagen die één dag duren, zal [de minderjarige]
doorbrengen bij de ouder bij wie zij op dat moment verblijft, waarbij de eindtijd 17.00 uur is;
 bepaalt in het kader van de zorgregeling gedurende vakanties en feestdagen dat de
vader [de minderjarige] bij de moeder ophaalt op de afgesproken plek: op de hoek van moeders
woning;
 bepaalt dat tijdens alle (school)vakanties de reguliere zorgregeling op de woensdagmiddagen om de week en de reguliere zorgregeling in de weekenden komen te vervallen.
4.2
De vader is met vier grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Deze grieven beogen het geschil in hoger beroep in volle omvang aan de orde te stellen. De vader verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en de beschikking van
24 februari 2021 te wijzigen, en te bepalen dat [de minderjarige] bij de vader verblijft:
- eenmaal in de veertien dagen in de oneven weken op de woensdagmiddag uit school, waarbij de reguliere schooltijden leidend zijn (of 14.30 uur als er geen school) tot 19.30 uur en waarbij [de minderjarige] bij vader eet. De moeder vangt [de minderjarige] op bij een vrije (studie)middag 12.00 tot 14.30 uur, indien de vader dit niet zelf of binnen zijn netwerk kan regelen. De vader dient dit vroegtijdig bij de moeder aan te geven via het hierna te noemen emailadres;
- eenmaal in de veertien dagen in de even weken van vrijdag 17.00 uur tot zondag 17.00 uur;
- deelname en gebruik van de omgangs-app van de ouders is verplicht in het kader van de omgang. Zaken die niet gaan over het eerst volgende contactmoment, worden door de ouders besproken middels het e-mailadres: [naam1] @hotmail.com;
- gedurende de volgende vakanties en feestdagen:
  • zomervakantie: ieder jaar in week 3 en 4 is [de minderjarige] bij de vader. De vakantieweek begint in de derde week op maandag 10.00 uur en eindigt in de vierde week op zondag 17.00 uur. In de weken 1, 2, 5 en 6 geldt de reguliere zorgregeling van op de woensdagen in de oneven weken en gedurende de weekenden in de even weken, tenzij de moeder in de weken 1 en 2 dan wel in de weken 5 en 6 aaneengesloten met [de minderjarige] aantoonbaar op vakantie is. Gedurende deze aaneengesloten periode van vakantie komt de reguliere zorgregeling tussen de vader en [de minderjarige] te vervallen;
  • kerstvakantie: in de even jaren is [de minderjarige] in de tweede week van de vakantie bij de vader en in de oneven jaren de eerste week van de vakantie;
  • Kerst:
1e kerstdag van 10:00 uur tot de volgende dag 10.00 uur is [de minderjarige] bij de moeder;
2e kerstdag van 10.00 uur tot de volgende dag 10.00 is [de minderjarige] bij de vader;
  • Oud & Nieuw: in de even jaren is [de minderjarige] bij de vader en in de oneven jaren is [de minderjarige] bij de moeder. Wanneer deze dag niet valt in de reguliere vakantieweek, houden de ouders 31 december van 17.00 uur tot 1 januari 10.00 uur aan;
  • Pasen en Pinksteren: gedurende twee dagen bij de ouder bij wie [de minderjarige] volgens de reguliere zorgregeling op dat moment verblijft, waarbij het reguliere rooster wordt verlengd tot en met maandag 17.00 uur;
  • Vaderdag: van 09.00 uur tot 17.00 uur verblijft [de minderjarige] bij de vader;
  • Moederdag: van 09.00 uur tot 17.00 verblijft [de minderjarige] bij de moeder;
  • tijdens de voorjaarsvakantie, de meivakantie alsook de herfstvakantie geldt de
reguliere zorgregeling;
 overige vrije dagen en feestdagen: voor feestdagen die één dag duren, zal [de minderjarige]
doorbrengen bij de ouder bij wie zij op dat moment verblijft, waarbij de eindtijd 17.00 uur is;
- een haal- en brengregeling, waarbij de ouder naar wie [de minderjarige] gaat, zorg draagt voor
haar vervoer. Daarbij vindt de overdracht plaats bij de voordeur.
4.3
De moeder voert verweer en zij vraagt het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen.
4.4
De GI voert verweer, refereert zich aan het oordeel van het hof ten aanzien van grieven 1 en 2 en vraagt het hof voor het overige de bestreden beschikking te bekrachtigen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
In eerste aanleg heeft de GI op grond van artikel 1: 265g lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wijziging van de eerder, bij beschikking van 24 februari 2021, vastgelegde zorgregeling gevraagd. Naar aanleiding daarvan is door de kinderrechter de bestreden beschikking op 9 februari 2023 uitgesproken
.Op 19 februari 2023 is de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] geëindigd. Als gevolg daarvan geldt de door de kinderrechter vastgestelde regeling als een regeling als bedoeld in artikel 1:253a, tweede lid, onder a BW.
5.2
Op grond van artikel 1:253a lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in samenhang met artikel 1:377e BW kan de rechter op verzoek van de ouders of van een van hen een beslissing inzake de uitoefening van het ouderlijk gezag alsmede een door de ouders onderling getroffen regeling daarover wijzigen op de grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Deze gewijzigde regeling kan omvatten een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken.
5.3
Uit de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling bij het hof is besproken is gebleken dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de verdeling van de kerstvakantie en het tijdstip van de overdracht op de woensdagavond. Partijen komen overeen dat [de minderjarige] in de kerstvakantie in de even jaren in de tweede week van de kerstvakantie bij de vader is en in oneven jaren de eerste week van de kerstvakantie, met inachtneming van de in de bestreden beschikking vastgelegde bepalingen m.b.t. de Kerstdagen en Oud en Nieuw. Daarnaast komen partijen overeen dat [de minderjarige] eenmaal in de twee weken, in de oneven weken, op woensdagmiddag uit school (of 14.30 uur als er geen school is) bij de vader verblijft tot 19.30 uur, waarbij [de minderjarige] bij de vader eet.
5.4
Partijen verschillen van mening over de verdeling van de zomervakantie, de voorjaarsvakantie, de meivakantie en de herfstvakantie en het halen- en brengen van [de minderjarige] . De vader vindt het in het belang van [de minderjarige] dat de reguliere zorgregeling in de vakantieweken waarin [de minderjarige] niet met de moeder op vakantie is, doorloopt. Volgens de vader is [de minderjarige] gebaat bij regelmaat en is het voor haar beter als zij de vader regelmatig ziet. Verder moeten de ouders volgens de vader gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het halen- en brengen van [de minderjarige] dragen. Er zijn volgens hem geen beperkende factoren die maken dat een overdracht zonder contact tussen de ouders noodzakelijk is.
De moeder stelt dat ook zij regelmaat belangrijk vindt. Zij wil echter in de vakanties wel de mogelijkheid hebben om naar eigen invulling met [de minderjarige] weg te gaan. Zij vreest dat het voorstel van de vader tot discussie tussen hen zal leiden, omdat er meer contact tussen partijen zal moeten zijn. De moeder biedt aan om in onderling overleg te bekijken of [de minderjarige] in de korte vakanties extra momenten bij de vader kan verblijven. Volgens de moeder is de manier waarop de huidige overdracht plaatsvindt het meest in het belang van [de minderjarige] nu in de afgelopen jaren is gebleken dat dit de enige mogelijke overdracht is zonder dat daarbij (in het bijzijn van [de minderjarige] ) conflicten ontstaan.
5.5
De GI heeft gesteld dat de zorgregeling in de bestreden beschikking de meeste rust en stabiliteit aan [de minderjarige] biedt. Vader ervaart angst om het contact met [de minderjarige] te verliezen en voert van daaruit al jaren strijd met de moeder en de GI. Gedurende de ondertoezichtstelling is ook gewerkt aan een overdracht van [de minderjarige] aan de deur, maar dit is vanwege de verstoorde communicatie van ouders niet mogelijk gebleken. De huidige regeling dient in het belang van [de minderjarige] gehandhaafd te blijven.
5.6
De raad adviseert het hof de vakantieregeling niet te wijzigen. [de minderjarige] is gebaat bij duidelijkheid, zij moet van te voren weten welke weken zij bij de vader en welke weken zij bij de moeder is. Het brengt teveel onrust met zich als dit steeds verandert. De moeder moet de vrijheid hebben om in vakanties met [de minderjarige] weg te gaan. Als zij dit eerst met de vader moet afstemmen brengt dit een risico op escalatie met zich. Dit acht de raad niet in het belang van [de minderjarige] . De raad vindt dat ook de haal- en brengregeling ongewijzigd moet blijven. Het gaat om een beperkte afstand en [de minderjarige] is eraan gewend.
vakantieregeling
5.7
Het hof is van oordeel dat het niet in het belang van [de minderjarige] is als de reguliere zorgregeling doorloopt in de vakanties op het moment dat [de minderjarige] niet met de moeder op vakantie gaat. Dit brengt voor [de minderjarige] teveel onrust met zich en bovendien vergroot het de kans op escalatie tussen partijen. Er zal dan een extra overlegmoment tussen partijen moeten plaatsvinden wat het hof, gelet op de geschiedenis van partijen, niet in het belang van [de minderjarige] acht. De GI heeft juist verzocht om een wijziging van de zorgregeling omdat er in de vorige regeling teveel punten onduidelijk waren. Deze punten zorgden voor ruis en miscommunicatie tussen de ouders. De huidige regeling biedt partijen duidelijkheid en het hof acht het in het belang van [de minderjarige] dat de regeling zo min mogelijk ruimte voor discussie geeft.
5.8
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling bij het hof toegezegd in onderling overleg met de vader te willen kijken naar de mogelijkheid van extra omgangsmomenten in de vakanties. Het hof acht het in het belang van [de minderjarige] dat de regie hieromtrent bij de moeder ligt, zonder dat zij de vader bewijsbaar moet aantonen of zij al dan niet op vakantie gaat. Het moet de moeder vrij staan om in de vakantieweken dat [de minderjarige] bij haar is op vakantie te gaan, zonder dat dit tot discussies leidt omtrent de zorgregeling.
de overdracht
5.9
Het hof zal de regeling omtrent het halen- en brengen van [de minderjarige] bekrachtigen. Deze regeling is met veel moeite tot stand gekomen en loopt nu goed. Ondanks de inzet van de GI is het niet mogelijk gebleken de overdracht op een andere manier vorm te geven, zonder dat de situatie escaleert. De afstand die de vader moet afleggen is beperkt, waardoor de regeling niet extreem belastend voor de vader is. Gelet op de leeftijd van [de minderjarige] zal deze regeling geen jaren meer hoeven duren, en kan [de minderjarige] op enig moment zelfstandig van de ene naar de andere ouder fietsen.

6.De slotsom

6.1
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, slagen de grieven één en twee. Het hof zal de bestreden beschikking, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, deels vernietigen en beslissen als volgt.
6.2
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, falen de grieven drie en vier. Het hof zal de bestreden beschikking, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, bekrachtigen, behoudens voor zover overwogen in punt 6.1, en beslissen als volgt.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem van 9 februari 2023, uitsluitend ten aanzien van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van [de minderjarige] op de woensdagmiddag en de verdeling van de kerstvakantie;
bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem van 9 februari 2023, voor het overige;
en in zoverre opnieuw beschikkende:
verdeelt de zorg- en opvoedingstaken tussen de vader en de moeder aldus dat [de minderjarige] bij de vader verblijft:
- eenmaal in de veertien dagen in de oneven weken op woensdagmiddag uit school
(of 14:30 uur als er geen school is op de afgesproken plek: op de hoek van moeders woning) tot 19:30 uur, waarbij [de minderjarige] bij de vader eet. [de minderjarige] wordt om 19.30 uur door de vader naar de moeder gebracht en op de afgesproken plek op de hoek bij moeders woning afgezet. De moeder is bereid om [de minderjarige] op te vangen bij een vrije (studie)middag van 12.00 uur tot 14.30 uur, indien de vader dit niet zelf of binnen zijn netwerk kan regelen. De vader dient dit vroegtijdig bij de moeder aan te geven via het hierna te noemen e-mailadres;
- eenmaal in de veertien dagen in de even weken verblijft [de minderjarige] van vrijdag 17.00 uur (waarbij de vader [de minderjarige] ophaalt bij de moeder) tot zondag 17.00 uur (waarbij de vader [de minderjarige] naar de moeder brengt). De vader haalt [de minderjarige] op bij de moeder op de afgesproken plek: op de hoek van moeders woning en de vader breng [de minderjarige] daar ook weer naar terug.
- deelname en gebruik van de omgangs-app van de ouders is daarbij verplicht. Zaken die niet gaan over het eerstvolgende contactmoment, worden door de ouders besproken middels het emailadres: mnl790915@hotmail.com;
- gedurende de volgende vakanties en feestdagen:
  • zomervakantie: ieder jaar in de derde en vierde week van deze vakantie is [de minderjarige] bij de vader. De vakantieweek begint in de derde week op maandag 10.00 uur (waarbij de vader [de minderjarige] ophaalt bij de moeder) en eindigt in de vierde week op zondag 17.00 uur ( waarbij de vader [de minderjarige] naar de moeder brengt).
  • kerstvakantie: in de even jaren is [de minderjarige] in de tweede week van deze vakantie bij de vader, en in de oneven jaren in de eerste week van de vakantie. In de even jaren is [de minderjarige] de eerste week bij de moeder en in de oneven jaren de tweede week;
  • Kerst:
1e kerstdag van 10.00 uur tot de volgende dag 10.00 uur is [de minderjarige] bij de moeder;
2e kerstdag van 10:00 uur tot de volgende dag 10:00 uur is [de minderjarige] bij de vader;
  • Oud & Nieuw: in de even jaren is [de minderjarige] bij de vader en in de oneven jaren is [de minderjarige] bij de moeder. Wanneer deze dag niet valt in de reguliere vakantieweek, houden de ouders 31 december van 17.00 uur tot 1 januari 10.00 uur aan;
  • Pasen en Pinksteren: gedurende twee dagen bij de ouder bij wie [de minderjarige] volgens de
reguliere zorgregeling op dat moment verblijft, waarbij het reguliere rooster wordt
verlengd tot en met maandag 17:00 uur;
  • Vaderdag: van 9:00 tot 17:00 uur verblijft [de minderjarige] bij de vader;
  • Moederdag: van 9.00 tot 17.00 uur verblijft [de minderjarige] bij de moeder;
  • overige vrije dagen en feestdagen: voor feestdagen die één dag duren, zal [de minderjarige] doorbrengen bij de ouder bij wie zij op dat moment verblijft, waarbij het reguliere rooster wordt verlengd tot en met maandag 17.00 uur;
  • bepaalt in het kader van zorgregeling gedurende vakanties en feestdagen dat de vader [de minderjarige] bij de moeder ophaalt en thuisbrengt op de afgesproken plek: op de hoek van moeders woning;
  • bepaalt dat tijdens alle (school)vakanties de reguliere zorgregeling op de woensdagmiddagen om de week en de reguliere zorgregeling in de weekenden komen te vervallen.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. K.A.M. van Os- ten Have, S. Kuijpers en C.F.L.A. van der Vegt- Boshouwers, bijgestaan door mr. K.E. Vaartjes- de Wit als griffier, en is op
26 september 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.