ECLI:NL:GHARL:2023:7221

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
P23/076
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de rechtbank Overijssel en verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel van 29 november 2022, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1954, verblijft in een kliniek en heeft een verleden van een poging tot doodslag en bedreiging. De advocaat-generaal heeft gepleit voor de verlenging van de terbeschikkingstelling, terwijl de raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde heeft verzocht om aanhouding van de beslissing om meer informatie van de reclassering te verkrijgen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende reden was om aan te nemen dat er geen stoornis meer aanwezig was bij de terbeschikkinggestelde, ondanks tegenstrijdige adviezen van deskundigen. Het hof heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen de verlenging van de maatregel vereisen. De terbeschikkingstelling is verlengd met één jaar, met de mogelijkheid van een nieuwe toetsing op 7 september 2023.

Uitspraak

TBS P23/076
Beslissing d.d. 27 juli 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[de terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1954,
verblijvende in [kliniek] te [plaats]
(hierna: de kliniek),
verder te noemen de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 29 november 2022. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren en – impliciet – de afwijzing van het verzoek tot het laten opstellen van een aanvullende adviesrapportage.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als rechtbank, alsmede op:
- de processen-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 13 december 2022 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- de aanvullende informatie van de kliniek van 23 maart 2023, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van december 2022 tot en met februari 2023;
- het proces-verbaal van het onderzoek ter zitting van dit hof van 30 maart 2023;
- de pro justitiarapportage van psychiater W.J. Canton van 11 april 2023;
- de pro justitiarapportage van psycholoog S. Labrijn van 23 mei 2023;
- de aanvullende informatie van de kliniek van 10 mei 2023;
- de wettelijke aantekeningen van april 2023 en mei 2023;
- de aanvullende informatie van de kliniek van 27 juni 2023.
Het hof heeft ter zitting van 13 juli 2023 gehoord de advocaat-generaal mr. R.J.A. Segerink, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. R. Shahbazi, advocaat te ’s-Gravenhage.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsvrouw heeft verzocht de beslissing voor een korte periode aan te houden om de reclassering te laten rapporteren over de aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te verbinden voorwaarden. Er is geen grondslag om de terbeschikkingstelling te verlengen omdat er geen sprake meer is van een stoornis bij de terbeschikkinggestelde. Een beëindiging van de terbeschikkingstelling is nog een brug te ver en de terbeschikkinggestelde wil ook graag hulp van de reclassering ontvangen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank en verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar. De pro justitiarapporteurs zien bij de terbeschikkinggestelde geen stoornis meer en schatten het recidiverisico in als laag. De kliniek concludeert dat er nog wel stoornissen zijn en schat het recidiverisico op fysiek geweld zonder de terbeschikkingstelling in als matig-hoog. Er ontbreken nog belangrijke beschermende factoren waardoor een beëindiging van de terbeschikkingstelling niet in het belang van de terbeschikkinggestelde is. Daarnaast is beëindiging van de terbeschikkingstelling niet mogelijk omdat de verpleging van overheidswege eerst minimaal één jaar voorwaardelijk beëindigd moet zijn. Als de terbeschikkingstelling wordt verlengd met een termijn van één jaar, wordt de volgende verlengingsvordering al op 7 september 2023 behandeld bij de rechtbank. Voor die zitting zijn opgeroepen een deskundige van de kliniek, een reclasseringswerker, en de externe deskundigen psychiater Canton en psycholoog Labrijn. De reclassering is gevraagd voor die zitting een rapportage op te maken over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Dat rapport wordt verwacht op 24 augustus 2023. De verlengingszitting bij de rechtbank van 7 september 2023 is het juiste platform om alle adviezen tegen het licht te houden.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging.
Indexdelicten
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, heeft aan de terbeschikkinggestelde bij arrest van 8 juli 2020 de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd voor een poging tot doodslag en een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Het hof heeft daarbij vastgesteld dat de poging tot doodslag een misdrijf is dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van de kliniek van 10 mei 2023 volgt dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een anders gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en ontwijkende trekken. De kliniek schat het gevaar op herhaling op fysiek gewelddadig gedrag zonder zorg in het kader van de terbeschikkingstelling in als matig tot hoog. Er is nog niets geregeld op het gebied van woonsituatie, werk en financiën. De risicofactoren bestaan voornamelijk uit beperkt probleembesef en onvoldoende probleeminzicht, beperkt verantwoordelijkheid nemen voor het delict en beperkte copingvaardigheden, van waaruit hij vijandig gedrag vertoont.
De onafhankelijke psychiater W.J. Canton en psycholoog S. Labrijn komen in hun adviezen van 11 april 2023 respectievelijk 23 mei 2023 tot de conclusie dat er bij de terbeschikkinggestelde geen sprake meer is van een stoornis.
Het hof stelt vast dat tot aan de rapportages van deze deskundigen steeds is uitgegaan van een stoornis bij de terbeschikkinggestelde. De kliniek houdt nog steeds vast aan een stoornis. Gelet op de adviezen in het verleden en op de discrepantie tussen de conclusie van de kliniek en de onafhankelijke deskundigen over de aanwezigheid van een stoornis bij de terbeschikkinggestelde, bestaat onvoldoende reden nu al als vaststaand aan te nemen dat geen sprake (meer) is van een stoornis. Dit dient nader te worden onderzocht, maar naar het oordeel van het hof is er op dit moment voldoende grondslag voor de verlenging van de terbeschikkingstelling.
Verlenging
Op grond van deze gegevens stelt het hof vast dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een stoornis en dat vanwege het recidivegevaar de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen de verlenging van de maatregel vereist.
Duur van de verlenging
Gelet op de verschillen in de conclusies tussen de kliniek en de onafhankelijke deskundigen over de aanwezigheid van een stoornis bij de terbeschikkinggestelde, acht het hof het noodzakelijk dat er nader onderzoek wordt verricht door de rechter.
De huidige termijn van de terbeschikkingstelling liep af op 13 juli 2022. Het hof betreurt de lange duur van deze procedure bij zowel de rechtbank als het hof, maar kan niet anders dan vaststellen dat inmiddels een jaar van een eventuele verlenging van de terbeschikkingstelling is verstreken. Gelet hierop was het aan de officier van justitie een vordering tot verlenging van de maatregel in te dienen voor het geval het hof zou beslissen tot een verlenging van de maatregel met één jaar. Het hof heeft van de raadsvrouw en de advocaat-generaal begrepen dat deze vordering is ingediend en dat de verlengingszitting van de rechtbank gepland staat op 7 september 2023. Voor die zitting zijn opgeroepen een deskundige van de kliniek, een reclasseringswerker, en de onafhankelijke deskundigen psychiater Canton en psycholoog Labrijn. Bovendien zal voor die zitting een reclasseringsrapport worden gemaakt over een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Bij een aanhouding van de behandeling van dit hoger beroep zal een volgende zitting bij het hof zeker niet eerder plaatsvinden dan 7 september 2023. Om die reden is het in het belang van de terbeschikkinggestelde om de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van één jaar zodat de terbeschikkingstelling op een zo kort mogelijke termijn opnieuw door de rechter getoetst wordt.
Afwijzen verzoek op laten stellen aanvullende adviesrapportage
Het hof heeft van de advocaat-generaal begrepen dat de genoemde reclasseringsrapportage voor de rechtbank wordt verwacht op 24 augustus 2023. Het hof gaat ervan uit dat de rechtbank voor de verlengingszitting op 7 september 2023 van die rapportage zal kennisnemen. Het verzoek tot het door de reclassering op laten stellen van een aanvullende adviesrapportage en daartoe de zaak kort aanhouden wordt daarom afgewezen.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot het laten opmaken van een rapport over de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van
29 november 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[de terbeschikkinggestelde];
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
één jaar.
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees als voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en drs. A.W.T.M. Vissers en drs. R.A. Graaff als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman als griffier,
en op 27 juli 2023 in het openbaar uitgesproken.
Mr. M.E. van Wees, mr. E.A.K.G. Ruys en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.