In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een faillissementsaanvraag door de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die een houtskeletwoning had besteld bij Wonen in Hout B.V., had de rechtbank verzocht om faillietverklaring van de onderneming, omdat de levering van de woning uitbleef en hij zijn aanbetaling van € 51.774,- teruggevorderd had. De rechtbank had het verzoek afgewezen, omdat er volgens haar geen sprake was van de vereiste pluraliteit van schuldeisers. De appellant voerde aan dat er meerdere schuldeisers waren die ook een houtskeletwoning bij Wonen in Hout hadden besteld en dat deze ook aanbetalingen hadden gedaan. Het hof heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig beoordeeld. Het hof concludeerde dat, hoewel de appellant een vordering had, de andere zes afnemers met Wonen in Hout nieuwe leveringsdata waren overeengekomen, waardoor hun vorderingen op dat moment niet opeisbaar waren. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een toestand van te hebben opgehouden te betalen, omdat Wonen in Hout had aangetoond dat de leveringen van woningen weer zouden worden hervat. De beslissing van de rechtbank werd bekrachtigd, en de aanvraag tot faillietverklaring werd afgewezen.