In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende kinderalimentatie. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, had verzocht om de kinderalimentatie voor zijn twee kinderen, die bij de vrouw wonen, te wijzigen naar nihil. Dit verzoek was gebaseerd op gewijzigde omstandigheden, waaronder zijn financiële situatie en de afspraken die tijdens de echtscheidingsprocedure waren gemaakt. De rechtbank Midden-Nederland had eerder, op 14 juni 2022, het verzoek van de man afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 december 2022 werd duidelijk dat de man sinds begin 2022 in budgetbeheer is en per 2 januari 2023 een nieuwe baan heeft. De vrouw heeft ook weer werk. Het hof oordeelde dat er inderdaad sprake was van gewijzigde omstandigheden, maar dat de man zijn verzoek onvoldoende had onderbouwd. De man had geen draagkrachtberekening overgelegd en onvoldoende inzicht gegeven in zijn financiële situatie, waardoor het hof niet kon vaststellen of de nieuwe schulden van de man daadwerkelijk een wijziging van de kinderalimentatie rechtvaardigden.
Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd en bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van verzoeken tot wijziging van alimentatie en de noodzaak om relevante financiële gegevens te overleggen.