ECLI:NL:GHARL:2023:5858
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot contactverbod en verbod op overlast tussen buren in kort geding
In deze zaak vordert buurvrouw 1 in kort geding een verbod op contact en overlast door buurvrouw 2 en haar zoon, in afwachting van de uitkomst van een bodemprocedure tegen buurvrouw 2 door de gemeenschappelijke verhuurder. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van buurvrouw 1 afgewezen, waarna zij in hoger beroep is gegaan. Het hof heeft vastgesteld dat buurvrouw 1 sinds 1 november 2014 in een huurwoning naast buurvrouw 2 woont en dat zij overlast ervaart door geluid en gedrag van haar buren. Buurvrouw 1 heeft de voorzieningenrechter gevraagd om een contactverbod, aangevuld met een verbod op geluidsoverlast en roken in de tuin, met dwangsommen en lijfsdwang als dat geen effect heeft.
Het hof heeft de vorderingen van buurvrouw 1 afgewezen. Het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor de gestelde overlast en dat de klachten van buurvrouw 1 niet voldoende zijn onderbouwd. Het hof concludeert dat de onderlinge verhouding tussen de buren verstoord is, maar dat dit niet automatisch leidt tot onrechtmatig gedrag van buurvrouw 2 en haar zoon. Het hof wijst erop dat een algemeen contactverbod tussen buren niet goed denkbaar is en dat er onvoldoende feiten zijn die een verbod kunnen dragen. De vorderingen worden afgewezen en buurvrouw 1 wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.