Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Groningen(hierna: de Inspecteur).
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
In de bijlage doe ik u een specificatie toekomen van de aandelenwaardering per ultimo 2015 van [naam4] BV. Tevens doe ik u een afschrift toekomen van de akte van overdracht van aandelen [naam4] BV en de decertificering van aandelen in het kapitaal van [naam4] BV."
[naam4] BV had daarnaast een vordering ad € 4 349.283,= op de heer [belanghebbende] . (...) Deze schuld van de heer [belanghebbende] is afgelost middels een lening van koper Koper heeft deze vordering gelet op de financiële situatie van de heer [belanghebbende] afgewaardeerd (...) Bij het vaststellen van de koopprijs is dan ook rekening gehouden met de afwaardering van de vordering op de heer [belanghebbende] ."
- Onze onderneming heeft in 2015 de onderneming van [belanghebbende] overgenomen voor 1 euro incluis alle schulden We hebben het hier over ettelijke miljoenen.
Middels dit schrijven stellen wij ondubbelzinnig aanspraak te blijven maken op onze rechtsvordering richting u persoonlijk aangaande uw schuld aan de firma [naam4] B V. en/of haar dochterondernemingen opgebouwd en aangegaan ten tijde van uw aandeelhouderschap en de uitoefening van uw functie als algemeen directeur van genoemde firma's, onder ons beheer gekomen na de overname van [naam4] B V door onze groepsonderneming [naam6] . De totale vordering bedraagt de som groot van € 6 753.000,00."
Het vervreemdingsvoordeel van de aandelen in [naam4] B.V. dient mijns inziens te worden vastgesteld op € 8.514.990, zijnde het vermogen per 1 januari 2015 verminderd met de verkrijgingsprijs van € 18.000.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).