Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing
20 december 2022, voor zover hierna niet anders wordt overwogen of beslist.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de uithuisplaatsing van een minderjarige. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 6 juli 2022 aangevochten. De zaak betreft de ontwikkeling van de minderjarige, die op dat moment 16 jaar oud was, en de noodzaak van een uithuisplaatsing in verband met zijn zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
Het hof heeft in zijn beslissing de eerdere tussenbeschikking van 20 december 2022 in acht genomen en de uitkomsten van een psychodiagnostisch onderzoek naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de minderjarige betrokken. Het hof concludeert dat de minderjarige, die verblijft bij een gecertificeerde instelling, positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt, maar dat zijn ouders door hun beschermende houding onvoldoende bijdragen aan zijn zelfstandigheid. Het hof benadrukt het belang van verdere ontwikkeling van maatschappelijke vaardigheden en zelfstandigheid voor de minderjarige, die binnenkort volwassen zal zijn.
De beslissing van het hof houdt in dat de uithuisplaatsing noodzakelijk blijft voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de kinderrechter en verklaart deze uitvoerbaar bij voorraad. De grieven van de moeder falen, en het hof wijst het meer of anders verzochte af. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.