Uitspraak
verzoeker,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om voorlopige voorzieningen in een omgangszaak. De vader, verzoeker, heeft verzocht om begeleide omgang met zijn kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], na een periode van geen contact door een eerder opgelegd contactverbod. De moeder, verweerster, heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. De rechtbank Noord-Nederland had eerder in een beschikking van 9 februari 2023 het verzoek van de vader tot wijziging van de zorgregeling afgewezen en de ouders verwezen naar het BOCS-traject voor begeleiding en coaching na scheiding.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 juni 2023 is gebleken dat er inmiddels een eerste begeleid contactmoment heeft plaatsgevonden tussen de vader en de kinderen, wat positief is verlopen. Het hof heeft echter geoordeeld dat het spoedeisend belang van de vader bij de gevraagde voorlopige voorziening niet voldoende aannemelijk is gemaakt, gezien de recente ontwikkelingen in het BOCS-traject en het lopende raadsonderzoek. Het hof benadrukt dat de situatie kwetsbaar en complex is, en dat het belangrijk is dat de betrokken hulpverlening de regie houdt over de opbouw van het contact tussen de vader en de kinderen. Het hof heeft daarom het verzoek van de vader afgewezen en de beslissing van de rechtbank bekrachtigd.