Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met bijlage(n), ingekomen op 15 augustus 2022;
- het journaalbericht namens de man van 27 september 2022 met bijlage(n);
- het journaalbericht namens de man van 10 november 2022 met bijlage(n);
- het verweerschrift met bijlage(n).
3.De feiten
4.Het geschil
5.De overwegingen voor de beslissing
- anders dan de man stelt - in deze omstandigheden geen sprake.
Iraans rechtafstand moet doen van haar recht op de bruidsgave om van de man te kunnen scheiden, is het hof van oordeel dat hieraan in de Nederlandse rechtsorde geen rechtgevolgen kunnen worden verbonden vanwege strijd met de openbare orde (artikel 10:6 BW). Een ander oordeel zou er namelijk op neerkomen dat de vrouw, die de Nederlandse nationaliteit bezit en al langere tijd in Nederland woont en werkt, in feite door middel van een financiële sanctie wordt belemmerd in haar vrijheid om van de man te kunnen scheiden. Er moet daarom van worden uitgegaan dat de vrouw haar recht op de bruidsgave niet heeft prijsgegeven.
full-sizeBahar Azadi gouden munten overeengekomen. Daarmee is gespecificeerd om welke, ten tijde van de huwelijkssluiting bestaande, munten het ging. De man heeft onvoldoende gesteld en er is niet gebleken dat over de grootte en het gewicht van die munten ten tijde van de huwelijkssluiting onduidelijkheid bij partijen bestond. De enkele omstandigheid dat er na de invoering van de Bahar Azadi gouden munten daarvan verschillende versies (hebben) bestaan, zoals de man stelt, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat daardoor bij de man onduidelijkheid is ontstaan over hoe groot en van welk gewicht de in de huwelijksakte beschreven gouden munten zijn. De beslissing van de rechtbank dat de man 30 Bahar Azadi gouden munten aan de vrouw moet voldoen, moet daarom worden bekrachtigd.