“
Bekendmaking voorgenomen bruikleen water(bodem) Oosterkade
Het college van burgemeester en wethouders van Groningen maakt hierbij bekend dat de gemeente Groningen voornemens is een perceel water(bodem) in gebruik te geven. Het betreft een gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Groningen sectie H, nummer 4048 ter grootte van in totaal circa 375 m (50m x 7,5m), dat zich bevindt aan de kade tussen de jachthaven en de Oosterhavenburg.
De gemeente Groningen geeft hiermee uitvoering aan de onderhandelingen die vanaf medio 2019 zijn gevoerd met de beoogd gebruiker.
Redenen tot uitgifte aan beoogde gebruiker
De gemeente Groningen heeft de volgende reden om de onroerende zaak in bruikleen te geven aan de beoogde gebruiker:
Met het oog op de door de gemeente beoogde ruimtelijke ontwikkeling en inrichting van het gebied rondom het Schuitendiep dient het gebruik van ligplaatsen in dat gebied te beëindigen. De verplaatsing van de bestaande horeca-exploitatie door de beoogde gebruiker naar de Oosterkade maakt het mogelijk om drie ligplaatsen in voornoemd gebied – gelegen tussen de Kattenburg en de Poelebrug (binnen stadszijde) – ter beschikking te krijgen.
Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de gestelde ambities uit de Watervisie Groningen, ‘Koersen op water’ (april 2017), waarin wordt gesproken over de transformatie van de Diepenring, waarbij het Schuitendiep als kansrijk wordt gezien om meer openbare plekken aan het water te maken. De ontwikkeling biedt voorts ruimte om van de Diepenring meer een verblijfsplek te maken, zoals in het raadsinitiatiefvoorstel ‘Van verdeelring tot verblijfsruimte, een nieuwe visie voor de diepenring’ (juni 2021) wordt voorgesteld.
Gelet op het voorgaande is de gemeente van oordeel dat de beoogde gebruiker in redelijkheid als de enige serieuze gegadigde voor het gebruik van de in de aanhef aangeduide onroerende zaak in aanmerking komt.
Kort geding
Bent u het niet eens met deze voorgenomen ingebruikneming, omdat u van mening bent ook voor deze ingebruikneming in aanmerking te komen, dan dient u voor 20 januari 2023 een kort geding aanhangig te maken (…).”